‘27 februari–5 maart. Mattheüs 8; Markus 2–4; Lukas 7: “Uw geloof heeft u behouden”’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘27 februari–5 maart. Mattheüs 8; Markus 2–4; Lukas 7’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2023
27 februari–5 maart
Mattheüs 8; Markus 2–4; Lukas 7
‘Uw geloof heeft u behouden’
Uw onderwijs voorbereiden begint door Mattheüs 8, Markus 2–4 en Lukas 7 met een gebed in het hart te bestuderen. Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen biedt u suggesties om uw studie te intensiveren en extra lesideeën.
Meedoen stimuleren
De leerlingen hebben misschien krachtige inzichten gekregen tijdens hun individuele studie van de wonderen in deze hoofdstukken. (Zie de lijst met genezingen door de Heiland in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen). Vraag de leerlingen over hun inzichten te vertellen aan iemand anders in de les of de hele klas.
In de leer onderwijzen
Wonderen gebeuren volgens de wil van God en ons geloof in Jezus Christus.
-
Hoe kunt u met behulp van de verslagen van de wonderen van de Heiland de leerlingen helpen om hun geloof in Hem te vergroten? U kunt ze vragen om een aantal wonderlijke genezingen uit Mattheüs 8; Markus 2 en Lukas 7 op het bord te schrijven. De leerlingen kunnen bespreken hoe de mensen die genezen werden hun geloof in Christus lieten zien. Wat kunnen we uit deze verslagen over geloof en wonderen leren? De leerlingen kunnen aanvullende waarheden over geloof en wonderen uit Mormon 9:15–21; Ether 12:12–16; Moroni 7:27–37; en Leer en Verbonden 35:8 bespreken (zie ook Gids bij de Schriften, ‘Wonder’). Wanneer hebben wij wonderen gezien doordat we geloof in Jezus Christus oefenden?
-
In het verhaal van dit wonder in Markus 2:1–12 wordt onder andere de waarde onderwezen van eensgezinde samenwerking om de Heiland bij te staan bij het dienen van mensen die in geestelijke of lichamelijke nood verkeren. U kunt de leerlingen eventueel uitnodigen om het verslag uit de Schriften opnieuw te lezen en aanvullende inzichten te bespreken uit de boodschap van ouderling Chi Hong (Sam) Wong: ‘Eensgezind redden’ (Liahona, november 2014, 14–16; zie ook ‘Bijkomende leermiddelen’). Wat leren we uit Markus 2:1–12 over de waarde van eensgezind samenwerken om mensen in nood te dienen (zie ook Markus 3:24–25)?
Jezus Christus heeft de macht om ons gemoedsrust in ons stormachtige leven te brengen.
-
U bent mogelijk op de hoogte van sommige moeilijkheden waar de leerlingen mee kampen. We worden allemaal wel eens beproefd. Het verhaal in Markus 4:35–41 kan het geloof versterken dat de Heiland ons gemoedsrust kan schenken. Geef iedereen een strook papier en vraag ze op de ene kant een beproeving op te schrijven die ze hebben doorstaan. Vraag ze aan de andere kant iets uit Markus 4:35–41 op te schrijven dat hen inspireert om zich in tijden van beproeving tot de Heiland te wenden. Moedig de leerlingen aan om te vertellen wat ze hebben opgeschreven, als ze daar geen bezwaar tegen hebben.
-
De lofzang ‘Meester, de stormwinden woeden’ (Lofzangen, nr. 71) is gebaseerd op het verhaal in Mattheüs 4:35–41. Misschien kunnen de mensen in de klas woorden in de lofzang vinden die verband houden met de woorden in de Schriften. U kunt een afbeelding van de gebeurtenis tonen (zie Evangelieplatenboek, nr. 40) en bespreken welk moment de kunstenaar heeft uitgebeeld. Hoe kunt u de betekenis en macht van dit wonder verder nog aan de leerlingen duidelijk maken?
Als we vergeving van onze zonden krijgen, groeit onze liefde voor de Heiland.
-
Wat leren we uit het voorbeeld van de vrouw en de leringen van de Heiland in Lukas 7:36–50 over vergeving van onze eigen zonden? Hoe helpt bekering ons om dichter tot Christus te komen? Hoe is dit verhaal van invloed op de manier waarop wij mensen die hebben gezondigd zien?
Bijkomende leermiddelen
‘Toen Jezus hun geloof zag.’
Ouderling Chi Hong (Sam) Wong deelde het volgende inzicht over Markus 2:1–12:
‘Ik wil nog één verborgen schat bespreken die in dit verhaal zit. In vers 5 staat: “Toen Jezus hun geloof zag” (cursivering toegevoegd). Dat was me nog niet eerder opgevallen: hun geloof. […]
‘Wie waren de mensen die Jezus noemde? Dat kunnen de vier mensen zijn geweest die de verlamde man [hadden] gedragen, of de man zelf, of de mensen die voor hem hadden gebeden, of iedereen die naar de prediking van Jezus had geluisterd en zich vanbinnen had verheugd om het wonder dat zou plaatsvinden. Het kan ook een huwelijkspartner zijn, een zoon of dochter, een zendeling, een quorumpresident, een ZHV-presidente, een bisschop of een verre vriend. We kunnen allemaal elkaar helpen. We moeten altijd ijverig bezig zijn om mensen in nood te redden.’ (‘Eensgezind redden’, Liahona, november 2014, 16.)