Les 47: Leer en Verbonden 30–36

Leer en Verbonden 30–36, deel 1

‘Mijn evangelie verkondigen’

Enkele maanden na de officiële oprichting van de kerk gaf de Heiland enkele nieuwe leden de opdracht om op zending te gaan. Ondanks hun recente aanvaarding en beperkte begrip van het herstelde evangelie, riep de Heer deze mannen om zijn evangelie te verkondigen met de ‘stem van een bazuin’ (Leer en Verbonden 30:9). In deze les ontdekken de cursisten waarom de Heiland ons gebiedt om zijn evangelie te prediken.

Mogelijke leeractiviteiten

Dit is de eerste van twee lessen over Leer en Verbonden 30–36. Deel 1 gaat over de redenen waarom de Heer wil dat we zijn evangelie verkondigen, en deel 2 gaat over de hulp die Hij ons biedt en hoe we tot anderen kunnen prediken. Als de lestijd beperkt is en u slechts één les over Leer en Verbonden 30–36 kunt geven, overweeg dan hoe u de twee lessen doeltreffend combineert.

Onze plicht om het evangelie te verkondigen

U kunt de les beginnen door een recente zendingsoproep te tonen en voor te lezen. Vraag de cursisten wat ze spannend aan een zending vinden, en waar ze zich misschien zorgen over maken.

President Russell M. Nelson heeft de volgende raad over een voltijdzending gegeven:

Vandaag bevestig ik nadrukkelijk dat de Heer iedere waardige jongeman die daartoe in staat is, vraagt zich voor te bereiden en op zending te gaan. Voor jongemannen in de kerk is op zending gaan een priesterschapstaak. […]

Voor jullie, jonge zusters die daartoe in staat zijn, is een zending ook een krachtige, maar optionele mogelijkheid. We houden van zendelingzusters en verwelkomen ze met open armen. Jullie bijdrage aan dit werk is fantastisch! Bid om te weten of de Heer wil dat je op zending gaat, dan zal de Heilige Geest het je in je hart en verstand laten weten.

Beste jonge vrienden, jullie zijn allemaal van essentieel belang voor de Heer. Hij heeft jullie tot nu toe bewaard om Israël te helpen vergaderen. Je beslissing om op zending te gaan, of dat nu een evangelisatie- of servicezending is, zal jou en vele anderen tot zegen zijn. […]

Alle zendelingen onderwijzen over en getuigen van de Heiland. Wegens de geestelijke duisternis in de wereld hebben we het licht van Jezus Christus meer dan ooit nodig. Iedereen verdient de kans om met het herstelde evangelie van Jezus Christus kennis te maken. Iedereen verdient het om te weten waar de hoop en vrede te vinden zijn die ‘alle begrip te boven gaa[n]’ [Filippenzen 4:7]. (Russell M. Nelson, ‘Het evangelie van vrede verkondigen’, Liahona, mei 2022, 6–7.)

• Wat voor gedachten of gevoelens heb je bij president Nelsons woorden?

• Waaraan zie jij dat het licht van Jezus Christus meer dan ooit nodig is in de wereld?

Leg uit dat de prediking van het evangelie van de Heiland niet alleen een plicht van voltijdzendelingen is, maar dat deze taak door alle leden van de kerk wordt gedeeld. Vertel de cursisten dat de les van vandaag gaat over de leringen van de Heer waarom we zijn evangelie moeten verkondigen. U kunt de cursisten vragen zich als volgt op hun studie van deze les voor te bereiden.

Sta stil bij wat je al weet over waarom de Heer van zijn volgelingen verwacht dat zij het evangelie prediken, als voltijdzendeling of in het alledaagse leven. Je kunt die redenen in je studiedagboek opschrijven. Zoek vandaag bij je studie naar leringen die je helpen begrijpen waarom de Heer zo graag wil dat zijn volgelingen zijn evangelie verkondigen.

‘Van nu af aan beginnen te prediken’

Zet vóór de les de volgende namen op het bord of op de muren in het lokaal: Peter Whitmer jr., John Whitmer, Thomas B. Marsh, Parley P. Pratt, Ziba Peterson, Ezra Thayer, Northrop Sweet, Orson Pratt, Sidney Rigdon en Edward Partridge. Vraag de cursisten of ze deze namen herkennen. Leg uit dat al deze mannen kort na de oprichting van de kerk door de Heer op zending werden geroepen om het evangelie te prediken. Wijs erop dat sommigen van hen zich minder dan een maand vóór hun roeping hadden laten dopen.

Door de volgende studieactiviteit kunnen de cursisten beter begrijpen waarom de Heiland ons vraagt om zijn evangelie te prediken. U kunt de cursisten in groepjes indelen en iedere cursist de bijbehorende hand-out geven. U kunt elk groepje een van de Schriftteksten laten bestuderen.

De raad van de Heer aan zendelingen in Leer en Verbonden 30–36

Bestudeer de raad van de Heiland aan de onderstaande personen en bespreek de daaropvolgende vragen.

Leer en Verbonden 31:1–5 (Thomas B. Marsh)

• Welke beginselen in deze teksten leren je waarom de Heiland ons vraagt om zijn evangelie te verkondigen?

• Waarom zou Jezus Christus zijn evangelie ‘blijde tijdingen van grote vreugde’ noemen? (Vers 3.) Hoe geeft de verzoening van de Heiland jou vreugde?

Leer en Verbonden 33:1–7, 10–12 (Ezra Thayer en Northrop Sweet)

• Welke beginselen in deze teksten leren je waarom de Heiland ons vraagt om zijn evangelie te verkondigen?

• Waarom zou de Heer willen dat zijn evangelie met luide stem als ‘het geluid van een bazuin’ wordt verkondigd? (Vers 2.)

Leer en Verbonden 34:1–7 (Orson Pratt)

• Welke beginselen in deze teksten leren je waarom de Heiland ons vraagt om zijn evangelie te verkondigen?

• Waarom denk je dat we ‘meer gezegend’ (vers 5) zijn om geroepen te zijn het evangelie van de Heiland te prediken dan om er alleen in te geloven?

Leer en Verbonden 35:1–3, 6–8, 12–13 (Sidney Rigdon)

• Welke beginselen in deze teksten leren je waarom de Heiland ons vraagt om zijn evangelie te verkondigen?

• Waarom denk je dat de Heer mensen roept die ‘ongeleerd’ en onervaren zijn om zijn evangelie aan ‘de natiën’ op aarde te verkondigen? (Vers 13.)

© 2023 by Intellectual Reserve, Inc. All rights reserved.

Vraag de cursisten na hun studie en het bespreken van de teksten wat ze hebben geleerd. U kunt dit bijvoorbeeld doen door de woorden Redenen dat de Heiland wil dat we zijn evangelie delen midden op het bord te zetten. Meerdere cursisten kunnen dan naar voren komen en opschrijven wat ze tijdens hun studie hebben geleerd. Moedig de cursisten aan om zoveel mogelijk redenen te bedenken. Hier zijn enkele voorbeelden van mogelijke antwoorden:

• Door zijn evangelie kunnen mensen vreugde ervaren (zie Leer en Verbonden 31:3).

• We kunnen het eeuwige leven niet beërven zonder geloof in Hem te oefenen, ons te bekeren en de verordeningen van zijn evangelie te ontvangen (zie Leer en Verbonden 33:10–12).

• Hij wil dat de wereld zich op zijn wederkomst voorbereidt (zie Leer en Verbonden 33:10; 34:6–7).

• Hij houdt van ons en heeft zijn leven voor ons gegeven (zie Leer en Verbonden 34:3; 35:2).

Nadat de cursisten hebben verteld welke beginselen ze hebben geleerd, kunt u de volgende vragen stellen:

• Hoe kunnen deze beginselen ons inspireren om het evangelie van de Heiland met anderen te delen, als voltijdzendeling of in ons dagelijks leven?

• Wat zijn voor jou de belangrijkste redenen om het evangelie van de Heiland te delen?

Getuig van de beginselen die vandaag zijn besproken. Moedig de cursisten aan om te handelen naar de ingevingen die ze hebben gekregen. U kunt ze vragen om onder gebed te overwegen hoe ze gehoor aan de raad van president Nelson over een voltijdzending kunnen geven.

Aanvullende bronnen

Leer en Verbonden 35:13. Wat bedoelde de Heer met ‘de natiën te dorsen door de macht van mijn Geest’?

Met het woord dorsen wordt het dorsen van graan bedoeld. Dorsen is het proces waarbij graankorrels uit de rijpe aar worden verwijderd. De graankorrel wordt behouden, maar de aar en het kaf worden weggegooid. Daarom houdt ‘de natiën te dorsen’ in dat het evangelie wordt gepredikt, zodat Gods kinderen kunnen worden vergaderd en van de wereld gescheiden.

Waarom moet ik het evangelie delen?

President Russell M. Nelson heeft gezegd:

Als verbondsvolk Israël zijn wij geroepen ervoor te zorgen dat ieder lid van de kerk beseft welke vreugde en voorrechten er gepaard gaan met het sluiten van verbonden met God. Het is een oproep aan alle mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die hun verbonden nakomen, om iedereen binnen hun invloedssfeer over het evangelie te vertellen. Het is tevens een oproep om onze zendelingen te steunen en aan te moedigen. Ze worden uitgezonden met de opdracht om te dopen en Israël te helpen vergaderen, zodat we samen Gods volk kunnen zijn en Hij onze God zal zijn (zie Leer en Verbonden 42:9). (Russell M. Nelson, ‘Het eeuwigdurend verbond’, Liahona, oktober 2022, 10.)

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:

Ik noem het zendingswerk ook graag anderen laten delen in het evangelie. Die term laten delen in geeft aan dat we iets buitengewoon waardevols hebben en dat we het aan anderen willen geven omdat het hun tot zegen en voor hun welzijn is. […]

De Heer heeft al zijn kinderen lief. Hij wil dat zij allen de volheid ontvangen van zijn waarheid, en de overvloed aan zijn zegeningen. (Dallin H. Oaks, ‘Anderen over het evangelie vertellen’, Liahona, januari 2002, 8.)

Hoe kan het dienen van een voltijdzending mij tot zegen zijn?

Ouderling Denelson Silva van de Zeventig heeft gezegd:

Ik beloof iedereen die ervoor kiest om Hem te dienen dat de 24 of 18 maanden in het zendingsveld voorbij zullen gaan, net als wanneer je thuis blijft, maar dat de kansen in het zendingsveld voor waardige jongemannen en jongevrouwen van deze kerk uniek zijn. Je kunt het voorrecht om de Heiland Jezus Christus en zijn kerk te vertegenwoordigen, niet negeren. Ontelbare gebeden, je getuigenis ontwikkelen en meerdere keren per dag geven, vele uren Schriftstudie, en mensen ontmoeten die je thuis nooit zou hebben ontmoet; dit zijn allemaal onbeschrijflijke ervaringen. Jongeren die door de Heer op een servicezending worden geroepen, staan vergelijkbare bijzondere ervaringen te wachten. Je bent van harte welkom en we hebben je nodig. Onderschat het belang van servicezendingen alsjeblieft niet, want die bieden ook onbeschrijflijke ervaringen. (Denelson Silva, ‘Moed om de waarheid te verkondigen’, Liahona, november 2022, 71.)

Aanvullende leeractiviteiten

Leer en Verbonden 30:1–4. Ons meer op de dingen van God dan op ‘de dingen van de aarde’ concentreren

U kunt de cursisten vragen om na te denken over de wereldse zaken die ons van geestelijke zaken kunnen afleiden. Het is voor de cursisten misschien interessant om te weten dat de Heer David Whitmer berispte omdat hij wereldse zaken voorrang gaf boven Hem en de bediening waartoe David was geroepen. Vraag de cursisten Leer en Verbonden 30:1–4 in stilte te lezen en te letten op de raad van de Heer aan David. U kunt de volgende of vergelijkbare vragen stellen:

• Hoe richten we ons soms net als David Whitmer meer op de dingen van de aarde dan op de dingen van God?

• Als we in de verleiding komen om de Heer te vergeten en ons op wereldse zaken te concentreren, hoe kunnen we dan beter ‘acht [slaan] op [de] Geest’ en voor kracht op de Heiland vertrouwen?

Leer en Verbonden 31:10–13. ‘Een heelmeester voor de kerk’

De raad die de Heiland in Leer en Verbonden 31:10–13 aan Thomas B. Marsh gaf, is mogelijk leerzaam voor de cursisten. Spoor de cursisten aan om het woord heelmeester in vers 10 te markeren en vraag ze wat de voornaamste rol van een heelmeester is. Laat ze in vers 10 een kruisverwijzing naar Mattheüs 9:12 maken, waar de Heiland Zichzelf dokter noemde. U kunt vragen als de volgende stellen:

• Waarom is ‘de grote Heelmeester’ een gepaste titel voor de Heer Jezus Christus?

• Hoe is Hij voor jou of iemand van wie je houdt een heelmeester geweest?

• Hoe kun jij net als Thomas B. Marsh een ‘heelmeester’ voor de leden van je wijk of gemeente zijn?