‘Les 168 – Naar antwoorden zoeken in bronnen die God heeft aangewezen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)
‘Naar antwoorden zoeken in bronnen die God heeft aangewezen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht
Les 168: Kerkleerbeheersing: Antwoord op mijn vragen krijgen
Naar antwoorden zoeken in bronnen die God heeft aangewezen
Geestelijke kennis verkrijgen, deel 4
Kerkleerbeheersing heeft onder meer als doel dat cursisten beginselen leren kennen en toepassen om geestelijke kennis te verkrijgen. Deze les kan de cursisten het belang duidelijk maken om naar waarheid te zoeken met behulp van bronnen waarin onze hemelse Vader en Jezus Christus liefdevol hebben voorzien.
Mogelijke leeractiviteiten
Overvloed aan informatie
Laat een glas water zien. Laat de cursisten zich voorstellen dat ze iets te drinken krijgen aangeboden. Vraag ze wat ze over het water zouden willen weten voor ze besluiten het water wel of niet te willen drinken.
Net zoals we willen weten waar de dingen vandaan komen die we in ons lichaam stoppen, moeten we bij evangelievragen of onderwerpen waar we nieuwsgierig naar zijn, de bronnen beoordelen die we raadplegen.
Ouderling Dieter F. Uchtdorf heeft als toenmalig lid van het Eerste Presidium het volgende uitgelegd:
We hebben nog nooit in de geschiedenis van de wereld zo makkelijk toegang tot informatie gehad – sommige is waar, sommige niet en veel ervan is gedeeltelijk waar.
Daaruit volgt dat het nog nooit in de geschiedenis van de wereld zo belangrijk is geweest om waarheid van dwaling te onderscheiden. (Dieter F. Uchtdorf, ‘Wat is waarheid?’ [CES-devotional, 13 januari 2013], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)
-
Welke bronnen raadpleeg je meestal wanneer je een evangelievraag hebt?
-
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?
God is de bron van alle waarheid
Maak de cursisten duidelijk dat het nodig is dat ze zich in hun zoektocht naar waarheid tot hun hemelse Vader en Jezus Christus wenden. Toon vervolgens de volgende tekstverwijzingen op het bord.
Laat de cursisten enkele of alle verzen individueel of in groepjes bestuderen. Vraag ze woorden of zinsneden op het bord te zetten die iets over de eigenschappen van onze hemelse Vader en Jezus Christus zeggen.
Lees de volgende Schriftteksten en let op woorden of zinsneden die verduidelijken waarom we ons voor waarheid tot onze hemelse Vader en Jezus Christus moeten wenden:
-
Waarom moeten we volgens deze verzen op onze hemelse Vader en Jezus Christus vertrouwen wanneer we naar waarheid zoeken?
Wijs er tijdens de bespreking op dat God de bron van alle waarheid is. U kunt dit beginsel op het bord zetten.
-
Waar kunnen we de waarheid vinden die van onze hemelse Vader en Jezus Christus komt?
Betrouwbare bronnen zoeken
Aan de hand van de volgende studieactiviteit leren de cursisten inzien waarom ze beter de bronnen die God heeft aangewezen kunnen gebruiken waarmee Hij hen heeft gezegend.
Lees alinea 11–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023). Zoek naar leidende leringen bij het vinden van antwoord op onze vragen.
-
Welke woorden of zinsneden heb je gevonden waaruit blijkt waarom het belangrijk is dat we bronnen gebruiken die God heeft aangewezen?
-
Tot welke bronnen van onze hemelse Vader en Jezus Christus kunnen we ons wenden in onze zoektocht naar waarheid? Hoe wijzen deze bronnen op de liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus voor ons?
Door de volgende activiteiten leren de cursisten hoe ze bronnen kunnen vinden die God heeft aangewezen en hoe ze de betrouwbaarheid van andere bronnen kunnen beoordelen. Gebruik afhankelijk van uw beschikbare tijd en de behoeften van uw cursisten een of beide activiteiten.
Activiteit A: Bronnen vinden die God heeft aangewezen
Voordat u de cursisten de volgende activiteit laat doen, kunt u laten zien hoe ze door studiewijzers van de kerk bronnen kunnen vinden die God heeft aangewezen. Kies een evangelieonderwerp uit en laat de cursisten zien waar ze met behulp van de informatiebronnen in stap 2 meer informatie kunnen vinden.
Nadat u de cursisten hebt laten zien hoe ze bronnen kunnen vinden die God heeft aangewezen, laat u ze dit individueel of met een klasgenoot oefenen. Geef en toon de volgende instructies om de cursisten op weg te helpen.
Oefen aan de hand van de volgende twee stappen met het vinden van bronnen die God heeft aangewezen met behulp van studiewijzers van de kerk:
-
Kies een evangelieonderwerp uit. Voorbeelden hiervan zijn: de vertaling van het Boek van Mormon, beschrijvingen van het eerste visioen, en het woord van wijsheid. Je kunt elk evangelieonderwerp kiezen waar je interesse in hebt.
-
Ga met behulp van de studiewijzers van de kerk op zoek naar bronnen die God heeft aangewezen. Voorbeelden van studiewijzers zijn: Onderwerpen en vragen, Gids bij de Schriften, de zoekfunctie in de Evangeliebibliotheek, Onderwerpen uit de kerkgeschiedenis en conferentietoespraken.
Terwijl de cursisten bronnen opzoeken die God heeft aangewezen, loopt u door de klas zodat u cursisten kunt helpen die vragen hebben of hulp nodig hebben. Geef de cursisten voldoende tijd om te studeren. Laat ze vervolgens hun leerervaring aan de hand van de volgende vragen bespreken.
-
Welke inzichten heb je door het opzoeken van bronnen die God heeft aangewezen opgedaan?
-
Welke nuttige informatie heb je gevonden?
Activiteit B: Informatiebronnen beoordelen
Er komt een punt in onze zoektocht naar waarheid dat we op informatiebronnen stuiten die niet door de kerk zijn gepubliceerd. Het is dan belangrijk dat we die informatie beoordelen op betrouwbaarheid.
-
Hoe kunnen we onderscheid maken tussen betrouwbare en onbetrouwbare informatiebronnen?
Laat de volgende vragen zien of geef ze aan de cursisten op een hand-out. U kunt de cursisten de vragen individueel of klassikaal laten doorlezen en ze eventueel de bijbehorende Schriftteksten laten lezen.
Waarheid van dwaling onderscheiden
Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht: Geestelijke kennis verkrijgen, deel 4
Lees de volgende vragen door. Bedenk hoe je aan de hand van deze vragen kunt beoordelen hoe betrouwbaar en nuttig bepaalde informatiebronnen zijn.
-
Wat liet de Heilige Geest me voelen toen ik deze informatie las of hoorde? (Zie Leer en Verbonden 50:23–24.)
-
Brengt deze informatie me dichter tot Jezus Christus en zijn kerk? (Zie Moroni 7:15–17.)
-
Moedigt ze me aan om Gods geboden te onderhouden?
-
Is de informatie in overeenstemming met wat de Schriften en hedendaagse profeten ons leren? (Zie 2 Timotheüs 3:15–17; Leer en Verbonden 1:38.)
-
Bevestigt de informatie dat wat de Heilige Geest al als waarheid aan mij heeft bevestigd, of ga ik erdoor aan die waarheden twijfelen? (Zie Moroni 10:5.)
-
Komt ze uit een bron die de Heiland of zijn kerkleiders betrouwbaar zouden achten?
-
Wat zouden mijn ouders of kerkleid(st)ers van deze informatie vinden? (Als ik in de verleiding kom om ze er niet over te vertellen, wat zegt dat dan over de bron?)
Vraag de cursisten, nadat ze de vragen hebben doorgelezen, waarom het volgens hen nuttig is om over dergelijke vragen na te denken. U kunt ze ook vragen voorbeelden te geven van hoe ze deze of vergelijkbare vragen hebben gebruikt om te beoordelen of informatie betrouwbaar was.
Toepassen wat je hebt geleerd
Zie erop toe dat de cursisten zich het geleerde eigen maken. Dit kunt u doen door ze een of beide van de volgende vragen in hun studiedagboek te laten beantwoorden. Vraag ze hun bevindingen met een klasgenoot of de klas te bespreken.
-
Wat heb je vandaag geleerd waardoor je nu beter in staat bent antwoorden op je evangelievragen te vinden?
-
Wat betekent dat wat je vandaag hebt geleerd voor je aanpak?
Getuig van de waarheden die u vandaag hebt bestudeerd. Moedig de cursisten aan om waarheid te zoeken die onze hemelse Vader en Jezus Christus door middel van bronnen die God heeft aangewezen hebben geopenbaard.