Seminarie
Les 173: De context van de Schriften begrijpen


‘De context van de Schriften begrijpen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht (2025)

‘De context van de Schriften begrijpen’, Leer en Verbonden – boek voor de seminarieleerkracht

Les 173: Schriftstudievaardigheden

De context van de Schriften begrijpen

jongeman bestudeert zijn Schriften

Als we de context van de Schriften begrijpen, herkennen we de bedoelingen van de geïnspireerde schrijvers beter. Dat kan ons begrip van hun woorden vergroten en ons helpen om zelf het woord van de Heer te horen. Het doel van deze les is om de cursisten te laten zien hoe de context van de Schriften hun studie zinvoller kan maken.

Mogelijke leeractiviteiten

Het hele plaatje

Toon aan het begin van de les één voor één de volgende afbeeldingen en stel de daaropvolgende vragen. De cursisten kunnen ook een onderschrift schrijven voor elke afbeelding die u toont. Daarna kunnen ze bespreken hoe hun onderschrift veranderde toen ze het hele plaatje zagen.

In plaats van de onderstaande afbeeldingen te gebruiken, kunnen de cursisten ook inzoomen op een deel van een foto op hun telefoon en een andere cursist laten raden wat de foto is. Ze kunnen daarna uitzoomen en vragen wat de andere cursist nu denkt.

jongen duwt een andere jongen
  • Wat gebeurt er op deze afbeelding?

jongen duwt een andere jongen uit de baan van een naderende auto
  • Hoe verandert ons begrip als we het hele plaatje zien?

    U kunt de cursisten vragen om voorbeelden uit hun eigen leven te geven waarbij het van betekenis was dat ze het hele plaatje zagen. Bijvoorbeeld: tekstberichten sturen of iets posten voordat je alle details hebt, over iemand oordelen zonder zijn of haar verhaal te kennen, of de verkeerde conclusie trekken uit een bijgesneden afbeelding.

  • Wat heeft dat met onze Schriftstudie te maken?

Stel vast welke waarde de cursisten aan de context van de Schriften hechten. Gebruik op basis daarvan deze volledige les of onderdelen ervan.

Definiëren: de context begrijpen

U kunt het woord context op het bord zetten.

We kunnen belangrijke details missen en niet volledig begrijpen wat er gebeurt, als we de context niet begrijpen.

  • Hoe zouden jullie het woord context omschrijven?

Schrijf de antwoorden van de cursisten eventueel op het bord. Geef zo nodig de volgende definitie van context:

De context is de achtergrond en omstandigheden waaronder gebeurtenissen plaatsvinden, waardoor we beter kunnen begrijpen wat er gebeurt.

Lees het volgende van ouderling David A. Bednar over een uitspraak van de profeet Joseph Smith (1805–1844):

David A. Bednar

‘Ik gebruik een sleutel waardoor ik de Schriften kan begrijpen. Ik vraag me af wat de vraag was waarop het antwoord werd gegeven, of waarom Jezus de gelijkenis vertelde.’ (History of the Church, deel 5, p. 261.) Door dus de vraag te begrijpen die voorafging aan een bepaalde openbaring, gelijkenis of episode kunnen we dieper begrip krijgen van de Schriften. (David A. Bednar, in ‘Witnesses of the Prophet Joseph Smith’, Ensign, januari 2009, 15.)

  • Hoe zou de context van de Schriften je meer begrip kunnen geven van de lessen die je eruit kunt leren?

Laat de cursisten zich afvragen hoe vaak ze de achtergrond en omstandigheden proberen te ontdekken. U kunt de cursisten een paar minuten de tijd geven om te overdenken hoe het bestuderen van de context van de Schriften hun studie heeft bevorderd of kan bevorderen. U kunt enkele cursisten vragen om hun gedachten of eigen ervaring te delen.

Voorbeeld: Leer en Verbonden 121

Hier volgt een voorbeeld van hoe begrip van de context Schriftstudie zinvoller kan maken. U kunt andere teksten als voorbeeld kiezen.

Lees Leer en Verbonden 121:7–8 en ga na wat de Heer Joseph Smith leerde.

  • Wat heeft in deze teksten voor jou betekenis?

    U kunt de cursisten de antwoorden op de volgende vraag in groepjes laten bespreken. Laat ze een lijst met hulpbronnen opstellen, waaruit we meer over de context kunnen leren.

  • Welke hulpmiddelen of -bronnen kunnen we gebruiken om meer over de context van deze en andere Schriftteksten te leren?

De cursisten kunnen de volgende hulpbronnen noemen: opschrift van het hoofdstuk of de afdeling, omliggende verzen, commentaren op de Schriften, lesboeken, toespraken van kerkleiders, en de verhalen uit de Schriften voor kinderen.

U kunt Heiligen, deel 1 en Revelations in Context noemen als specifieke hulpbronnen voor de Leer en Verbonden en kerkgeschiedenis. Als de cursisten daar meer over willen weten, kunt u ze laten zien hoe de cursisten deze hulpbronnen in de app Evangeliebibliotheek kunnen vinden. Maak het de cursisten duidelijk dat hoewel het nuttig kan zijn om verschillende bronnen te bestuderen, de eenvoudige gewoonte om vóór hun studie het opschrift van de afdeling te lezen, hun Schriftstudie zinvoller kan maken. Dat staat in deze les centraal.

Lees het opschrift van afdeling 121 en zoek naar informatie om deze teksten beter te begrijpen. U kunt ook Leer en Verbonden 121:1–6 lezen om aanvullende inzichten te ontvangen.

Lees Leer en Verbonden 121:7–8 opnieuw en houd daarbij de context in gedachten.

  • Hoe vergroot deze context je begrip van de boodschap van de Heer aan Joseph in deze teksten?

  • Hoe geeft dit vernieuwde begrip deze teksten meer betekenis?

Als de cursisten hier antwoord op geven, probeer dan te benadrukken of vragen wat we uit deze context over de Heer kunnen leren. De Heer gaf de profeet Joseph Smith bijvoorbeeld liefdevol gemoedsrust, perspectief en de belofte van toekomstige zegeningen in een moeilijke tijd. Als we deze context begrijpen, weten we dat de Heer ons ook gemoedsrust en leiding kan geven.

Oefenen met de context van de Schriften

Om de cursisten met de context te laten oefenen, kunt u de volgende tekstverwijzingen en vragen op het bord zetten. U kunt de cursisten in tweetallen een of meer tekstverwijzingen laten lezen en in het midden van een blaadje opschrijven wat ze ervan hebben geleerd. Daarna kunnen ze het opschrift en de omliggende verzen lezen. Ze kunnen iets over de context tekenen of opschrijven (het grotere plaatje), rondom wat ze al hadden opgeschreven.

Leer en Verbonden 3:6–9

Leer en Verbonden 8:2–3

Leer en Verbonden 27:1–2

Leer en Verbonden 28:2, 7

Leer en Verbonden 46:3–5

Leer en Verbonden 49:15–17

Leer en Verbonden 98:1–3

Leer en Verbonden 109:22–23

Vraag de cursisten naar hun bevindingen. U kunt de volgende vragen stellen:

  • Hoe vergroot de context van de afdeling je begrip van de tekst?

  • Hoe leer je uit de context meer over de Heiland, zijn liefde, zijn barmhartigheid of zijn macht in ons leven?

Als er genoeg tijd voor is, kunnen de cursisten deze vaardigheid oefenen met een afdeling of hoofdstuk dat ze momenteel in hun persoonlijke studie of gezinsstudie behandelen.

Laat de cursisten zich afvragen hoe ze hun persoonlijke studie kunnen bevorderen door de context te bestuderen.

Laat de cursisten deze Schriftstudievaardigheid de komende weken oefenen, en laat ze over hun inzichten vertellen tijdens de komende klasdevotionals.