‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 24: De profeet Joseph Smith, een uitgelezen ziener’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht (2019)
‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 24’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht
Voorbereidend lesmateriaal – Les 24
De profeet Joseph Smith, een uitgelezen ziener
De Heer noemde de profeet Joseph Smith een ‘uitgelezen ziener’ die het volk kennis van de verbonden van de Heer zou bijbrengen (2 Nephi 3:7–8). Toch voelde Joseph Smith zich vanaf het prille begin van de herstelling behoorlijk onbekwaam. Denk er bij het bestuderen van dit materiaal over na hoe je ondanks je zwakheden met geloof op roepingen van de Heer kunt reageren. Vraag jezelf ook af hoe je kunt reageren op mensen die Joseph Smith vanwege zijn zwakheid bekritiseren.
Deel 1
Wat kan ik van Joseph Smith leren over mijn eigen vermogen om de Heer te dienen?
Joseph Smith was een jongeman die overweldigd was door zijn roeping van de Heer. Hij zei over zichzelf:
Ik [stond] alleen als ongeletterde jongeman die de wereldse wijsheid […] moest bestrijden met een nieuwe openbaring. (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 65.)
Ik [was] een onbekende jongen […], en mijn levensomstandigheden [waren] van dien aard dat ze mij tot een onbetekenende jongeman in deze wereld maakten […] die noodgedwongen in een karig bestaan moest voorzien door [zijn] dagelijkse arbeid. (Geschiedenis van Joseph Smith 1:22–23.)
Joseph vond het ‘uitermate vreemd’ dat ‘vooraanstaande mannen voldoende acht op mij [sloegen] om de openbare mening tegen mij te doen keren en een bittere vervolging te ontketenen’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:22–23).
Stel je voor hoe Joseph zich gevoeld moest hebben toen hij 2 Nephi 3 in het Boek van Mormon vertaalde en in de woorden van Lehi zag dat Jozef van Egypte profeteerde over een ‘uitgelezen ziener’ in de laatste dagen.
In een latere openbaring gaf de Heer een reden waarom Hij Joseph als de profeet van de herstelling had gekozen en geroepen:
Voorwaar, aldus zegt de Heer tot u, mijn dienstknecht Joseph Smith: Ik heb welbehagen in het offer dat u hebt gebracht […]; want met dit doel heb Ik u doen opstaan, dat Ik mijn wijsheid zou kunnen tonen door de zwakke dingen van de aarde. (Leer en Verbonden 124:1.)
Ouderling Marcus B. Nash van de Zeventig heeft het volgende gezegd over deze passage in 2 Nephi 3:
Het lijkt tegenstrijdig dat de Heer een zwak iemand roept voor een omvangrijke taak. Maar wie zijn zwakheid erkent, kan er juist door die zwakheid toe gebracht worden de kracht van de Heer in te roepen. Wie zichzelf in geloof verootmoedigt, zal worden gesterkt door Hem aan wie alle macht in de hemel en op aarde is gegeven (zie Mattheüs 28:18; Mosiah 4:9).
Als jongeman wendde Joseph Smith zich al op die manier tot de Heer. […]
Joseph beschreef zichzelf als een ‘onbekende jongen […] die noodgedwongen in een karig bestaan moest voorzien door zijn dagelijkse arbeid’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:23). Hij was van lage sociale afkomst en was amper naar school gegaan. […]
Joseph was zich pijnlijk bewust van zijn gebrek aan opleiding. Zo verzuchtte hij eens dat hij zich gevangen voelde in ‘een kleine, enge en haast volkomen duistere gevangenis van papier, pen en inkt, en omgeven door gebrekkige, broze flarden van een onvolmaakte taal’. Desondanks heeft de Heer hem geroepen om het Boek van Mormon te vertalen. Het kostte hem nog geen negentig dagen om 588 bladzijden klaar te maken voor publicatie. […]
Een rode draad door het Boek van Mormon, en door het leven van de profeet Joseph, is dat de zwakke die de Heer nederig en in geloof zoekt, sterk en zelfs machtig in het werk van de Heer wordt gemaakt. Dat sterker worden komt soms op ogenschijnlijk kleine manieren tot uiting. […]
Er zit ook een andere, meer persoonlijke boodschap in. Als wij net als Joseph onze zwakheid erkennen en ons in geloof tot de Heer wenden, met heel ons hart en vastbesloten zijn wil te doen, zullen ook wij sterk worden gemaakt. Dat betekent niet noodzakelijk dat die zwakheid tijdens het sterfelijke leven verdwijnt. Het betekent wel dat iemand door God sterk wordt gemaakt. (‘Joseph Smith: zwakke kanten sterk maken’, Liahona, december 2017, 21–27.)
Deel 2
Wat zeiden de mensen die Joseph Smith goed kenden over hem en zijn karakter?
De Heer zei tegen Jozef van Egypte dat de profeet van de herstelling hoog zou worden geacht onder zijn nakomelingen (zie 2 Nephi 3:7). President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:
De mannen die Joseph het beste kenden en samen met hem als leiders in de kerk dienden, hielden van hem en steunden hem als profeet. Zijn broer Hyrum koos ervoor om aan zijn zijde te sterven. John Taylor, die ook bij hem was toen hij vermoord werd, heeft gezegd: ‘Ik getuig voor God, engelen en mensen dat hij een goed, eerzaam en rechtschapen mens was; [en] dat zijn karakter altijd en overal onberispelijk was; en dat hij leefde en stierf als een man Gods.’ (The Gospel Kingdom [1987], 355; zie ook LV 135:3.) Brigham Young heeft gezegd: ‘Ik denk niet dat er op aarde een mens leeft die [Joseph Smith] beter kende dan ik; en ik zeg stoutmoedig dat er met uitzondering van Jezus Christus nooit een beter mens op deze aarde heeft geleefd of leeft’ (in Journal of Discourses, deel 9, 332). (Dallin H. Oaks, ‘Joseph, de man en de profeet’, De Ster, juli 1996, 68.)
Jane Snyder Richards heeft over de persoonlijkheid en het karakter van Joseph Smith gezegd:
[Joseph Smith] was een van de innemendste persoonlijkheden die ik ooit mocht ontmoeten. […] In zijn hoedanigheid als ziener en openbaarder was hij onverschrokken en rechtdoorzee, maar ook nederig. Hij gaf nooit voor meer te zijn dan de spreekbuis waardoor God sprak. In zijn hoedanigheid als leider van zijn volk was hij onvermoeibaar en vooruitstrevend, maar altijd bescheiden. Hij was altijd bezorgd om zijn mensen en hun moeilijke omstandigheden. (Jane Snyder Richards, in ‘Joseph Smith, the Prophet’, Young Woman’s Journal, december 1905, 550.)
Edwin Holden vertelde dat de profeet vervuld was van Gods liefde, en altijd bereid om anderen op te bouwen en te zegenen:
In 1838 speelden Joseph en een paar jongelingen buiten verschillende spelletjes, waaronder een balspel. Spoedig waren zij het spelen moe. Hij zag het, riep ze bij elkaar en zei: ‘Laten we een blokhut bouwen.’ Dus gingen ze aan de slag, Joseph en de jongelui, om een blokhut voor een weduwe te bouwen. Zo was Joseph, altijd bereid de helpende hand te bieden. (The Juvenile Instructor, 1 maart 1892, 153.)
Eliza R. Snow schreef hoe nederig en integer de profeet was:
Ik logeerde bij het gezin van Joseph Smith, gaf zijn kinderen les. Zo kon ik van dichtbij zijn ‘dagelijkse handel en wandel’ als profeet van God observeren. En hoe beter ik hem leerde kennen, hoe meer ik hem waardeerde. […] Als hij bad of de Schriften bestudeerde, was hij zo nederig als een klein kind. (Eliza R. Snow, ‘Sketch of My Life’, Relief Society Magazine, maart 1944, 136.)
Mary Frost Adams herinnerde zich een goede daad van Joseph:
Toen Joseph burgemeester van Nauvoo was, werd een zekere Anthony, kleurling en kerklid, gearresteerd omdat hij op zondag alcoholische dranken verkocht, wat in strijd met de wet was. Hij had dat gedaan omdat hij geld wilde sparen om zijn kind vrij te kopen dat als slaaf in een zuidelijke staat werd vastgehouden. Hij had zichzelf en zijn vrouw vrijgekocht, en nu wilde hij zijn kind vrijkopen. Hoewel de motivatie van Anthony prijzenswaardig was, zei de profeet: ‘Het spijt me Anthony, maar de wet moet nageleefd worden, en je zult een boete moeten betalen.’ Maar ‘de volgende dag gaf broeder Joseph een prachtig paard aan Anthony, gaf hem de opdracht om het te verkopen en de opbrengst te gebruiken om het kind vrij te kopen’. (‘Joseph Smith, the Prophet’, Young Woman’s Journal, december 1906, 538.)
Deel 3
Hoe moet ik reageren als ik negatieve dingen over de profeet Joseph Smith hoor?
Toen Joseph Smith nog maar pas begonnen was met de herstelling van het evangelie, werd al voorspeld dat velen tegen hem zouden getuigen en hem van slechte daden en bedoelingen beschuldigen. Joseph Smith schreef in zijn geschiedenis over een profetie die de engel Moroni hem in 1823 bracht. Joseph was toen nog maar net 17 jaar.
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft een aantal tips gegeven voor heiligen der laatste dagen die geconfronteerd worden met kritiek op de profeet Joseph Smith:
Is het verrassend dat er kwaad over [Joseph Smith] gesproken wordt? De apostel Paulus werd voor gek verklaard [zie Handelingen 26:24]. Men zei dat onze geliefde Heiland, de Zoon van God, vraatzuchtig, een drinker en door een demon bezeten was [zie Mattheüs 11:19; Johannes 10:20]. […]
Velen die de herstelling verwerpen, geloven eenvoudigweg niet dat hemelse personen tot aardse mensen spreken. Ze beweren dat het onmogelijk is dat een engel gouden platen tevoorschijn kan brengen en dat ze door de macht van God vertaald werden. Door dergelijk ongeloof verwerpen ze snel het getuigenis van Joseph en sommigen verlagen zich helaas tot het zwartmaken van de profeet. […]
Als antwoord op vragen over zijn karakter kunnen we de woorden citeren van duizenden die hem persoonlijk kenden en hun leven gaven voor het werk dat hij mede tevoorschijn bracht. […]
We kunnen de oprechte onderzoeker eraan herinneren dat het internet geen ‘waarheidsfilter’ heeft. Bepaalde informatie, hoe overtuigend die ook mag zijn, is gewoon niet waar. […]
We kunnen de onderzoeker eraan herinneren dat sommige informatie over Joseph, ook al is ze waar, compleet uit haar verband gepresenteerd wordt. […]
Elke gelovige heeft een geestelijke bevestiging van de goddelijke zending en persoonlijkheid van de profeet Joseph Smith nodig. Dat geldt voor elke generatie. Geestelijke vragen verdienen een geestelijk antwoord van God. […]
Ieder van ons ontvangt zijn getuigenis van de profeet Joseph Smith op zijn eigen manier. U kunt het ontvangen terwijl u in gebed neerknielt en God vraagt om te bevestigen dat hij een waar profeet was. U kunt het krijgen bij het lezen van het verslag van het eerste visioen van de profeet. Een getuigenis kan zich in uw ziel beginnen te vormen als u het Boek van Mormon herhaaldelijk leest. […] Met geloof en een oprechte bedoeling wordt uw getuigenis van de profeet Joseph Smith versterkt. (Neil L. Andersen, ‘Joseph Smith’, Liahona, november 2014, 28–31.)