Gevoelens voor hetzelfde geslacht
Wie ben ik?


‘Wie ben ik?’ Gevoelens voor hetzelfde geslacht: Individuele personen (2020)

‘Wie ben ik?’ Gevoelens voor hetzelfde geslacht: Individuele personen

Wie ben ik?

U bent een kind van God

Hoe u zichzelf definieert, verandert misschien door de jaren heen, maar u bent eerst en vooral een kind van God, en Hij heeft u lief. Hij is de Vader van uw geest (zie Numeri 16:22; 27:16; Hebreeën 12:9).

We kunnen in ons leven veel labels opgeplakt krijgen of dat zelf doen. Sommige labels kunnen een levensbeschouwing of een levensfase betreffen, of fysieke eigenschappen zoals ‘groot’, ‘klein’, ‘brunette’, ‘kaal’ of ‘roodharig’.

Labels hebben impact. President Thomas S. Monson heeft de impact van labels uit eigen ervaring beschreven:

‘Steden en naties krijgen soms een label opgeplakt. Dat was het geval voor een koude, heel oude stad in het oosten van Canada. De zendelingen noemden haar ‘Steenharde Kingston’. In zes jaar tijd was er maar één bekeerling geweest, ook al hadden de zendelingen er continu gewerkt. Er was er geen een geweest die iemand in Kingston had gedoopt. […]

‘Toen ik over dit treurige dilemma bad en nadacht, omdat er van mij als zendingspresident nu eenmaal verwacht werd dat ik over dergelijke zaken bad en nadacht, wees mijn vrouw mij op een passage uit het boek, ‘A Child’s Story of the Prophet Brigham Young’, van Deta Petersen Neeley (Salt Lake City: Deseret News Press, 1959, 36). Ze las voor dat Brigham Young op een koude, besneeuwde dag in Kingston aankwam. Hij werkte daar 30 dagen lang, en doopte 45 mensen. Dat was het antwoord. Als de zendeling Brigham Young zo’n oogst kon binnenhalen, dan konden mijn zendelingen dat ook doen.

‘Zonder uitleg te geven, haalde ik de zendelingen uit Kingston weg om de neerwaartse spiraal te doorbreken. Daarna werd er een zorgvuldig geformuleerd bericht in omloop gebracht: “Binnenkort zal er een nieuwe stad voor het zendingswerk geopend worden, namelijk de stad waar Brigham Young in 30 dagen 45 mensen heeft onderwezen en gedoopt.” De zendelingen bespraken onderling welke stad dat dan wel kon zijn. In hun wekelijkse brieven smeekten ze om overplaatsing naar dit shangri-la. Er ging meer tijd voorbij. Toen werden er zorgvuldig vier zendelingen – twee nieuwe, twee ervaren – uitgekozen voor dit grote avontuur. De leden van de kleine gemeente beloofden hen te steunen. De zendelingen beloofden zich tot het uiterste in te zetten. De Heer was hen allen indachtig.

‘In een tijdsbestek van drie maanden werd Kingston de productiefste stad van het Canadese zendingsgebied. De grijze kalkstenen gebouwen stonden er nog steeds, de stad was niet veranderd en de bevolking evenmin. Maar er was wel een verandering van houding. Het label twijfel werd vervangen door het label geloof.’ (‘Labels’, Ensign, november 1983, 19–20.)

Er zijn aspecten aan onze identiteit die in de loop van ons leven veranderen. We veranderen onvermijdelijk van jong naar oud. Onze standpunten kunnen veranderen, en daarmee ook onze levensbeschouwing.

Onze identiteit kan dus in beweging zijn, maar er is één aspect van wie we zijn dat nooit zal veranderen: we zullen altijd kinderen van God zijn.

Identiteit en labels

We moeten oppassen hoe we onszelf labelen. Labels moeten zorgvuldig en met de leiding van de Heilige Geest worden gebruikt. Labels kunnen een uitwerking hebben op hoe we over onszelf denken en hoe anderen ons behandelen. Ze kunnen ons vermogen om Gods plan voor ons geluk te volgen, vergroten of beperken. Labels kunnen impact hebben op onze doelen, ons gevoel voor identiteit, en op de mensen die we onze vrienden noemen. Als labels onze eeuwige vooruitgang in de weg staan, kunnen we ervoor kiezen om ze te veranderen. President Dallin H. Oaks heeft uitgelegd:

‘Ik denk dat het juist is om te zeggen dat sommige mensen het feit dat zij gevoelens voor hetzelfde geslacht hebben, zien als datgene wat hun bestaan definieert. […] Het staat ons echter vrij om zelf te kiezen wat ons definieert; die keuzes worden ons niet opgedrongen.

‘Wat voor ons allen het ultieme definiërende feit zou moeten zijn, is dat wij kinderen van hemelse Ouders zijn, met een doel op deze aarde geboren, en dat we een goddelijke bestemming hebben. Als ook maar één van die andere denkbeelden, wat die ook mogen zijn, dat ultieme definiërende feit in de weg staat, dan heeft het een vernietigende werking en voert het ons mee op het verkeerde pad.’ (Interview met ouderling Dallin H. Oaks en ouderling Lance B. Wickman: ‘Same-Gender Attraction’ [2006].)

Als iemand gevoelens voor hetzelfde geslacht heeft, kan hij ervoor kiezen om een label met betrekking tot zijn seksuele identiteit gebruiken. Uzelf als homoseksueel of lesbienne identificeren, is niet tegen het beleid of de leer van de kerk, maar het kan ongewenste gevolgen hebben voor hoe men u bejegent. Geen enkele ware volgeling van Christus mag u zijn liefde onthouden als u besluit uzelf zo te definiëren.

President Russell M. Nelson heeft ons eraan herinnerd: ‘Op een dag zal u worden gevraagd of u de naam van Christus op u hebt genomen en of u dat verbond trouw bent gebleven.’ (‘Identity, Priority, and Blessings’, Ensign, augustus 2001, 10.)

Paulus zegt het zo: ‘Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus’ (Galaten 3:27–28).

Op een dag, aan het eind van deze korte levensreis, zullen we naar onze hemelse Ouders terugkeren. Op een dag zullen alle andere labels worden verzwolgen in onze eeuwige identiteit als kind van God.