Zet aan tot actieve studie Leer de cursisten hun leerproces in eigen hand te nemen. Weersta de neiging om op elke opmerking en vraag te reageren en nodig de klas uit hun visie te geven. Bedenk welke dingen de cursisten tijdens de les kunnen doen die de leerkracht normaal gesproken zelf doet. Moedig de cursisten aan de Heiland te leren kennen door dagelijkse evangeliestudie – studiedoel. Help de cursisten dagelijkse Schriftstudiedoelen stellen.Moedig de cursisten aan de Heiland te leren kennen door dagelijkse evangeliestudie – studiedoel. Bedenk en stel vragen waardoor de cursisten wat ze ontdekken met hun persoonlijke Schriftstudie en Schriftstudie in gezinsverband kunnen verbinden.Moedig de cursisten aan de Heiland te leren kennen door dagelijkse evangeliestudie – studiedoel. Nodig de cursisten uit om zich op leren voor te bereiden. Maak uitnodigingen waarmee de cursisten zich op de volgende leerervaring kunnen voorbereiden. Bedenk om de les te beginnen een zinvolle uitnodiging die gekoppeld is aan het lesdoel. Moedig de cursisten aan om te vertellen over de waarheden die ze leren. Leer de cursisten hoe ze een evangeliegesprek beginnen.Moedig de cursisten aan om te vertellen over de waarheden die ze leren. Formuleer uitnodigingen voor de cursisten om elkaar te vertellen wat ze hebben geleerd.Moedig de cursisten aan om te vertellen over de waarheden die ze leren. Nodig de cursisten uit om na te leven wat ze leren. Plan een vervolg op de uitnodigingen uit een vorige les en vraag de cursisten naar hun ervaringen met het naleven van het geleerde. Stel zoekvragen om de cursisten te laten nadenken over wie God is en welke zegeningen Hij hun biedt.