Jongvolwassenen
Waar bleef mijn wonder?
De auteur woont in Utah (VS).
Ik raakte ontmoedigd toen ik las hoe de Heiland anderen onmiddellijk genas, want ik had zo’n zegening zelf niet meegemaakt.
Ik bid al maanden om een wonder.
In september 2019 onderging ik een neusholteoperatie. Door een onverwachte complicatie werd ik blind in één oog. Ik moest met spoed weer onder het mes om het beschadigde oog te herstellen. De chirurg ging ervan uit dat het binnen drie maanden volledig genezen zou zijn. Ik kreeg ook diverse priesterschapszegens, waarin me telkens volledig herstel werd beloofd.
Maar na die drie maanden was alles nog steeds hetzelfde.
Mij is genezing beloofd. Meerdere keren. Maar ik heb met uitgestelde operatiedatums en andere tegenslagen en teleurstellingen te maken gehad. Mijn oog is nog steeds verre van genezen.
Ik heb er maanden mentaal, emotioneel, geestelijk en lichamelijk mee geworsteld. Maar in iedere zegen die ik krijg, wordt me steeds genezing beloofd.
Dat heeft me aan het denken gezet. Wat doen we als we op wonderen wachten die maar niet lijken te komen, en als de hemel lijkt te zwijgen? Hoe kunnen we verder gaan als we in een soort niemandsland vastzitten?
Ik broed al een tijdje op deze vraag en probeer mijn situatie een plek te geven. Ik heb ook nagedacht over alle wonderen waarover ik in de Schriften heb gelezen.
Ik heb alle keren bestudeerd dat Jezus tijdens zijn bediening een wonder verrichtte of iemand genas. En ik was eerst eerlijk gezegd overstuur, want Christus genas iemand die bij Hem werd gebracht altijd meteen.
-
De vrouw met bloedvloeiingen raakt zijn mantel aan en geneest onmiddellijk. (Zie Markus 5.)
-
De blindgeboren man vraagt om genezing en Jezus draagt hem op zich in het badwater Siloam te wassen. Op het moment dat hij dat doet, wordt hij genezen. (Zie Johannes 9.)
-
De melaatse zoekt genezing en wordt in een oogwenk volledig gereinigd. (Zie Mattheüs 8.)
-
De Heiland gebiedt het overleden dochtertje van Jaïrus om uit de dood op te staan, en dat doet ze ook. Meteen! (Zie Markus 5.)
-
De bezeten man wordt direct bevrijd zodra Christus hem roept. (Zie Lukas 4.)
Ik snapte er niets van. Al die wonderen vonden onmiddellijk plaats. Waarom wachtte ik dan nog steeds op dat van mij? Het leek zo oneerlijk.
Maar na wat meer nadenken, kreeg ik een heldere ingeving: al die wonderen hadden weliswaar een directe uitwerking, maar de genezen betrokkenen gingen voordien al heel lang onder hun moeilijkheden en leed gebukt.
-
De vrouw leed al twaalf jaar lang aan bloedvloeiingen, en was emotioneel en financieel uitgeput voordat haar wonder kwam.
-
De blinde man was zijn hele leven al blind voordat hij ziende werd.
-
De melaatse leed wie weet hoelang als paria onder de vreselijke voortwoekering en pijn van zijn melaatsheid voordat hij genezen werd.
-
Het dochtertje van Jaïrus was zelfs al gestorven voordat haar wonder kwam.
-
De bezeten man was al een tijdlang door de onreine geesten overheerst voordat de kans op bevrijding zich aandiende.
Wonderen komen dus niet altijd meteen op het moment dat het lijden begint. Ieder had vóór zijn of haar genezing al de nodige pijn en worstelingen achter de rug. En hoe lang of kort ze er ook onder gebukt gingen, het wonder van genezing kwam altijd.
Wist ik maar hoelang ik deze beproeving nog moet verdragen, maar misschien gaat het daar niet om. Moeilijkheden bieden ook mogelijkheden. We kunnen ervoor kiezen om onze worstelingen ons tot de beste versie van onszelf te laten vormen en kneden. We kunnen deze wachtperiode gebruiken om nader tot de God te komen die ons gemaakt heeft. We kunnen met anderen in hun leed meeleven en meevoelen.
We maken altijd kans op iets goeds, op groei en ontwikkeling, wanneer we op een wonder wachten.
Ik blijf hopen en vertrouwen dat mijn wonder van genezing zal komen, en dat de beloften die ik gekregen heb eens in vervulling zullen gaan. Maar intussen kan ik de pijn die ik voel bewust ervaren. Ik kan deze wachtperiode gebruiken om beter, verstandiger, sterker, vriendelijker, geduldiger en nederiger te worden. Ik kan mijn band met mijn hemelse Vader en Jezus Christus hechter maken.
Op wat voor wonder of belofte je op dit moment ook wacht, hoelang je ook al wacht, geef de hoop niet op. Wat je hemelse Vader je ook heeft beloofd, het zal gebeuren. Maar wonderen gebeuren op zijn tijd en niet de onze. Geef de hoop in Hem niet op. Denk niet dat de hemel zwijgt. Hij bereidt de weg voor je. Richt je op het nu, en doe wat je kunt om vandaag voorwaarts te gaan. Stapje voor stapje. Blijf rotsvast hopen terwijl je op jouw wonder wacht.
Dat zal zeker komen.