Pioniers in elk land
Ana Cumandá Rivera
Zendelinge en taalleerkracht in Ecuador
‘Waar kan ik dienen?’
Zuster Ana Rivera vlocht haar lange, donkere haar en hing haar tas met de Schriften erin over haar schouder. Ze begon aan een nieuwe dag op haar zending. Ze was enthousiast om te zien wat voor wonderen ze zou meemaken!
Ana en haar collega, zuster Carrascal, gingen naar buiten en genoten van de ochtendlucht. Ze konden in de verte de hoge vulkanen zien toen ze door het dorp wandelden. Ze waren enkele van de eerste zendelingen in het gebied Otavalo. De kerk was nog vrij nieuw in Ecuador, maar groeide.
‘Hola!’ zeiden ze toen ze een van de gezinnen begroetten die ze lesgaven. Een moeder, vader en een paar kinderen kwamen bij elkaar om naar de les te luisteren.
‘Vandaag gaan we het over profeten hebben’, zei Ana’s collega. Ana en zuster Carrascal legden om de beurt uit hoe God profeten roept om van Jezus Christus te getuigen.
Toen het tijd was om te lezen, deed Ana haar exemplaar van het Boek van Mormon open. Ana las altijd uit de Schriften voor omdat zuster Carrascal niet kon lezen of schrijven. Toch was zuster Carrascal een goede zendeling.
‘Ik weet dat wat we vandaag besproken hebben waar is’, zei Ana aan het eind van de les. ‘Wilt u bidden om zelf een getuigenis te krijgen?’
De gezinsleden knikten. Ana kreeg een warm gevoel in haar hart.
Aan het eind van de dag vroeg zuster Carrascal: ‘Kun je mij leren lezen en schrijven?’
Ana wist niet wat ze moest zeggen. Ze had nog nooit iemand leren lezen. Ze wist niet of ze dat wel kon.
‘Ik kan het proberen’, zei Ana even later. ‘Ik weet niet of ik een goede leerkracht zal zijn.’
Zuster Carrascal glimlachte breeduit. ‘Leer het me maar’, zei ze. ‘Ik zal onze hemelse Vader vragen om me met begrip te zegenen.’
Ana stond versteld over het geloof van zuster Carrascal. ‘Oké. Ik doe het!’ zei ze.
Elke ochtend deed Ana hard haar best om zuster Carrascal te leren lezen. Ze oefenden het schrijven van letters. Ze spelden woorden. Ze baden om hulp. Uiteindelijk kon zuster Carrascal teksten uit de Schriften lezen, woord na woord!
Na haar zending ging Ana terug naar huis in de hoofdstad van Ecuador: Quito.
Maar ze wilde nog steeds dienen. ‘Hemelse Vader,’ bad ze, ‘ik wil blijven dienen en ik moet werk vinden. Laat me alstublieft weten hoe ik kan werken en toch mensen kan helpen.’
Op een dag werd het gebed van Ana beantwoord. Broeder Mesa kwam naar haar huis. Hij werkte voor de kerkelijke onderwijsinstellingen.
Hij zei: ‘Ana, de kerk heeft vrijwilligers nodig om mensen te leren lezen. Zou je willen helpen?’
‘Jazeker!’ zei Ana. ‘Waar kan ik dienen?’
Hij glimlachte. ‘In Otavalo!’
Ana glimlachte toen ze zich voorstelde dat ze weer terugging naar de dorpen waar ze zoveel van hield. Ze was dankbaar voor de gaven die onze hemelse Vader haar had gegeven om anderen te helpen: de gave om te lezen en de gave van het evangelie. Beide waren wonderen.