2021
Geen tegenslagen
April 2021


‘Geen tegenslagen’, Voor de kracht van de jeugd, april 2021, 14–17.

Geen tegenslagen

Twee jonge mannen uit de Amerikaanse staat Washington hebben ondanks ernstige lichamelijke beperkingen toch manieren gevonden om te dienen.

jonge man

Foto van steden, Getty Images

Austin Nickle begon gebarentaal te leren toen hij 18 jaar was. Hij ging de kerkdiensten in een plaatselijke gemeente voor doven bijwonen en gaf zich zelfs op voor een cursus gebarentaal. Maar Austin is niet doof.

‘Ik heb een aangeboren spraakgebrek’, zegt Austin. ‘Omdat ik stotter en niet welbespraakt ben, ben ik al mijn hele leven bang om iets te zeggen. Maar ik ben niet verlegen. Ik ben graag in gezelschap, ik zeg alleen niet zo veel als anderen.’

Soms kost het Austin enkele minuten om te vertellen wat anderen in luttele seconden kunnen zeggen. Maar dat heeft hem niet minder optimistisch gemaakt, en hem er ook nooit van weerhouden om op school of in de kerk mee te doen. En hoewel hij sommige situaties eng vindt, is hij toch een toonbeeld van moed.

‘Hij is onverschrokken’, zegt zijn bisschop, Rodger Pickett.

‘Ik was zijn seminarieleraar. Hij was heel dapper, ook al liep hij het risico om geplaagd te worden. En er waren klasleden die weleens wat met hun ogen rolden, maar hij was niet bang om mee te doen, antwoord te geven, te bidden, en andere dingen in de klas te doen.’

En dat is waar. Austin is niet alleen moedig, maar ook aardig. Maar dat wil nog niet zeggen dat alles hem makkelijk afgaat.

Uitgekozen om te dienen

Austin wist dat een zending problemen zou opleveren.

‘Toen ik aan een voltijdzending dacht,’ zegt Austin, ‘wist ik dat ik een servicezending goed zou aankunnen, maar een voltijdse evangelisatiezending misschien niet. Ik wist echter dat de Heer me zou roepen naar de plek waar Hij me het beste kon gebruiken.’

Austin moest gewoon ontdekken wat de beste richting was.

Op een zondag werd die richting wat duidelijker. Austins ringpresident bezocht zijn wijk, en Austin zegende het avondmaal. Nog voordat hij het gebed helemaal had uitgesproken, kregen de ringpresident en bisschop Pickett allebei dezelfde ingeving.

‘We keken elkaar aan, met precies hetzelfde in gedachten’, zegt bisschop Pickett. ‘Hij zou gebarentaal moeten leren!’

Zodra bisschop Pickett en president McCall hadden verteld wat hun ingeving was, zei Austin: ‘Ik maakte me niet meer druk om de gedachte dat ik op zending moest gaan. Ik wist dat ik een zending als doventolk wilde vervullen.’

Austin ging de kerkdiensten in een plaatselijke gemeente voor doven bijwonen en gaf zich op voor een cursus gebarentaal. Natuurlijk was er geen garantie dat er zou gebeuren wat hij in gedachten had, maar hij werkte ijverig aan zijn voorbereiding, voor het geval de Heer wilde dat hij een zending als doventolk zou vervullen.

Op 26 september 2019 kreeg Austin zijn oproep voor een zending van twee jaar als doventolk in Phoenix (Arizona, VS).

‘Je had zijn gezicht moeten zien!’ zegt bisschop Pickett. ‘Vreugde. Pure vreugde. Hij was aan het gebaren en zijn moeder was hem aan het vertolken toen hij de e-mail opende. Er kwam een verrukte uitroep uit … gevolgd door wat vuistpompen.’

‘Ik ben erg opgewonden’, zegt Austin. ‘Het is geweldig dat er zo veel manieren zijn om te dienen.’

zendelingen

Ouderling Austin Nickle en zijn eerste collega

zendelingen

‘De Heer heeft een zending voor je op een plek waar je veel kunt betekenen.’

zendelingen

Een hartelijke ontvangst in het zendingsgebied Phoenix (Arizona, VS)!

Dit is Donovan

jonge man

Donovan Sorensen heeft een aangeboren afwijking: spierdystrofie. Dat houdt in dat zijn lichaam niet genoeg eiwitten produceert om zijn spiermassa in stand te houden. Hij kreeg die diagnose toen hij 7 jaar was. ‘Ik kon lopen tot ik 11 jaar was,’ zegt Donovan, ‘maar daarna werd ik afhankelijk van een rolstoel.’

Donovan doet veel langer over normale dingen zoals opstaan, zich aankleden of een maaltijd klaarmaken.

‘Ik heb beslist geleerd dat niets vanzelfsprekend is’, zegt hij. ‘En ik heb meer waardering voor andere mensen die deze dingen misschien nog moeilijker vinden dan ik.’

Donovans moeder zegt: ‘Ondanks zijn lichamelijke beperkingen heeft hij zich er nooit door zijn toestand van laten weerhouden om te doen waar hij zijn zinnen op heeft gezet. Hij geeft blijk van verbazingwekkende moed, ondanks de grote onzekerheid waar hij voortdurend mee te kampen heeft. Diep vanbinnen heeft hij veel zelfvertrouwen, en hij vindt het niet erg om anders te zijn.’

zendelingen

Donovan heeft meegedaan aan het scoutingprogramma.

zendelingen

Tijdens een tochtje met een veerboot in Washington.

Dienen in het huis des Heren

‘Oorspronkelijk was er helemaal geen sprake van een voltijdse evangelisatiezending’, zegt Donovan. ‘En dat vond ik niet erg. Ik had het geaccepteerd.’

Maar toen hoorden Donovan en zijn gezin van servicezendingen.

‘We namen contact op met de coördinator van servicezendingen in ons gebied. We vertelden hem wat ik zou kunnen doen’, zegt Donovan. ‘Hij hielp me om de juiste soort zending te vinden. Daarna coördineerde hij met mijn ringpresident en bisschop om de procedure verder af te werken.’

Het duurde niet lang voordat Donovan zijn zendingsaanvraag indiende. Al gauw kreeg hij zijn oproep voor een zending in de Seattletempel (Washington, VS). Vervolgens werd hij aangesteld en werkte hij vijf dagen per week in de tempel.

‘Eerst was ik wel wat zenuwachtig. Voordat ik aan mijn zending begon, had ik een gesprek met de tempelpresident en de griffier. Ik werd als verordeningswerker aangesteld, en de griffier liet me een paar dingen zien die ik zou doen. Dat kalmeerde mij al aardig. En toen ik eenmaal begon, had ik niets meer om me zorgen over te maken. Ik heb van elk moment genoten.’

Maar hij moet voor zijn dienstbetoon wel offers brengen en moeilijkheden overwinnen.

‘Wakker worden is al lastig, maar ik zorg ervoor dat ik niet te laat naar bed ga. Meestal kan ik redelijk makkelijk opstaan, naar de tempel gaan en doen wat ik moet doen.’ Wakker worden, is echter nog maar het begin. Dan komt de bushalte, waar Donovan begint aan een traject met het openbaar vervoer om naar de tempel te reizen. Dat kost hem zo’n drie uur per dag. En soms meer, afhankelijk van het weer.

‘Hij ziet dat niet als een offer’, zegt zijn moeder. ‘Hij gaat, weer of geen weer. Hij wil geen dag overslaan, want hij weet dat men op hem rekent, en hij weet hoe belangrijk het werk is dat hij doet.’

‘Ik geef mensen graag het gevoel dat ze welkom zijn’, zegt Donovan. ‘Veel mensen bedanken me voor wat ik doe, en hoewel ik iets doe dat elke andere verordeningswerker zou kunnen doen, geeft het me een goed gevoel om te weten dat ik aan hun blije gevoel heb bijgedragen.’

Donovan en Austin kunnen weliswaar niet de zending vervullen die ze oorspronkelijk in gedachten hadden, maar ze dienen allebei precies op de manier die de Heer voor ze in gedachten had: op zijn manier.

De auteur woont in Washington (VS).