‘Geroepen om zijn voorouders te dienen’, Voor de kracht van de jeugd, februari 2022.
Geroepen om zijn voorouders te dienen
Ouderling Morris zou ver van huis op zending gaan. Maar toen veranderde alles.
‘Doe het niet, jongen’, zeiden zijn ouders. ‘Je vergooit je leven.’
Dat zijn niet de woorden die de meeste zendelingen verwachten – op het vliegveld – vlak voordat ze vertrekken om naar het opleidingscentrum voor zendelingen te gaan.
Ouderling Morris uit Nieuw-Zeeland weet hoeveel zijn ouders van hem houden. Ze hebben hem door dik en dun gesteund. Ze hebben hem bij zijn rugbywedstrijden aangemoedigd. Ze hebben zijn beslissing om rechten te studeren toegejuicht. Ze hebben hem met liefde opgevoed, met de hoop dat hij een voorspoedig leven zou leiden.
Hun pleidooi kwam uit liefde voort. Het idee dat hun dierbare zoon twee jaar lang voor zijn nieuwe geloof op zending zou gaan, was niet alleen verwarrend voor hen, maar ook een bedreiging voor de doelen waar hij zo hard zijn best voor had gedaan.
Ouderling Morris was namelijk een begaafd sportman, op weg om professioneel rugbyspeler te worden. Wat zijn opleiding betreft, begon zijn juridische carrière net op gang te komen.
O, en hij overwoog om te trouwen!
Ouderling Morris had er al vaak met hen over gesproken. Zijn reactie was typisch voor hem. ‘Ik vertelde ze hoeveel ik van ze hou. Ik sloeg mijn armen om hen heen. En ik gaf mijn getuigenis dat ik wist dat ik dit moest doen.’
Toen nam hij afscheid van ze en stapte hij in het vliegtuig naar het opleidingscentrum voor zendelingen in Provo (Utah, VS) om zich op zijn zending in de Filipijnen voor te bereiden.
Op dat moment stak COVID-19 de kop op en werd de wereld ondersteboven gegooid.
Veranderingen aan de horizon
Voordat ouderling Morris naar het opleidingscentrum vertrok, had COVID-19 al wekenlang wereldwijd de krantenkoppen gehaald. Zijn groep was in feite de laatste reeks zendelingen die zich in 16 maanden bij het opleidingscentrum zou melden. De groepen na hem kregen te horen dat ze thuis moesten blijven om op verdere instructies te wachten.
Om te zeggen dat de situatie op het opleidingscentrum onzeker was, is zachtjes uitgedrukt. ‘Veel mensen maakten zich zorgen over wat er zou gebeuren’, zegt ouderling Morris. ‘Maar ik was rustig. Ik wist nog steeds niet hoe alles zou verlopen. Ik wist alleen dat alles op zijn pootjes terecht zou komen.’
Toen het bericht kwam dat ouderling Morris terug naar zijn vaderland Nieuw-Zeeland zou gaan, was zijn reactie misschien vrij onverwacht.
Hij was enthousiaster dan ooit!
‘Ik begrijp dat veel zendelingen hopen in een ver land te dienen’, zegt ouderling Morris. ‘Maar ik dacht altijd dat het een voorrecht zou zijn om mijn eigen volk in mijn eigen land te onderwijzen. Ik wilde het evangelie in Nieuw-Zeeland verkondigen.’
Toen wist hij nog niet wat dit zou betekenen voor zijn eigen leven, en voor het leven van een vrouw die heel belangrijk voor hem is.
Nans nieuwe doel
De grootmoeder van ouderling Morris (zijn ‘nan’) kampte met ernstige gezondheidsproblemen. ‘Ze was zo ziek dat ze zei dat ze klaar was om te sterven. Ze vond dat ze niets meer had om voor te leven.’
Vóór zijn zending had ouderling Morris de kans gehad om zijn nan in het evangelie te onderwijzen. Maar nu bevond hij zich als voltijdzendeling precies in het gebied waar zijn nan woonde.
‘Ik houd heel veel van mijn nan’, zegt ouderling Morris. ‘En ik heb haar door het evangelie helemaal zien veranderen.’
Zijn nan heeft zich laten dopen en is lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen geworden. Zij is het eerste lid van de naaste familie van ouderling Morris (buiten hijzelf) dat lid van de kerk is geworden.
Haar leven is volgens ouderling Morris nu heel anders. ‘Toen mijn nan het evangelie vond, begreep ze waarom ze nog leefde. Nu wil ze leven! Ze wordt elke ochtend tussen vier en vijf wakker en zingt dan lofzangen. Ze bidt en bestudeert de Schriften elke dag. Dat doet ze omdat het evangelie haar een doel heeft gegeven.’
Ouderling Morris ziet keer op keer het licht van het evangelie in het leven van de mensen die hij onderwijst. Hij heeft de kans gehad om andere vrienden en familieleden te onderwijzen. Hij heeft van dichtbij gezien hoe ze veranderen. ‘Het evangelie van Jezus Christus geeft ons een doel’, zegt ouderling Morris. ‘Ik heb zo’n medelijden met de mensen die het evangelie niet hebben. Ze weten niet wat hun ware identiteit is.’
Zelfs zijn ouders beginnen de veranderingen in de nan van ouderling Morris op te merken. Zij kunnen nu zien dat het evangelie haar op veel manieren zegent.
Ouderling Morris moedigt de jongeren aan
Ouderling Morris heeft geen enkele twijfel dat zijn zending de juiste keuze was. Al aan het begin van zijn zending, toen COVID-19 zich over de hele wereld verspreidde, wist hij dat God zijn werk nog steeds zou leiden. ‘Het werk van de mens zal worden belemmerd, maar Gods werk zal niet mislukken’, zegt hij.
Wanneer hij maar de kans krijgt, moedigt hij jongeren aan om waardig te leven zodat ze op zending kunnen gaan. Er was voor ouderling Morris geen andere beslissing die meer invloed op zijn toekomst zou hebben gehad – vooral op zijn eeuwige toekomst. ‘Het beste advies dat ik jongeren kan geven, is om zich op een zending voor te bereiden. Je leven zal erdoor veranderen.’
Hij geeft toe dat de beslissing om op zending te gaan opoffering kan vergen. Maar hij weet dan ook het een en ander over opoffering en de zegeningen die daaruit voortvloeien.