Bekering tot de wil van God
Onze persoonlijke bekering omvat de verantwoordelijkheid om het evangelie van Jezus Christus met de wereld te delen.
Ik ben dankbaar voor de krachtige profetische oproep van president Russell M. Nelson om zendingswerk te doen, en voor de inspirerende zendingsboodschappen van president M. Russell Ballard en ouderling Marcos A. Aidukaitis vanochtend.
Eind vorig jaar was ik voor een zendingstaak in Groot-Brittannië, en had ik de kans om na te denken over de prachtige geestelijke gebeurtenissen die het fundament waren van mijn keuze om als zendeling te dienen.1 Toen ik 15 jaar was, was mijn geliefde oudere broer, Joe, 20 jaar. Dat was destijds de leeftijd om op zending te gaan. Door het conflict in Korea mochten maar weinig Amerikaanse leden op zending gaan. Per jaar kon er maar één zendeling per wijk worden geroepen.2 Onze bisschop verraste ons toen hij Joe vroeg om deze mogelijkheid met onze vader te bekijken. Joe was zich op een opleiding geneeskunde aan het voorbereiden. Onze vader, die niet actief was in de kerk, had daarvoor geld opzijgelegd en wilde niet dat Joe op zending ging. Papa zei dat Joe meer goeds kon doen als dokter. Dat zorgde voor verhitte discussies in ons gezin.
In een bijzonder gesprek met mijn wijze, voorbeeldige oudere broer kwamen we tot de conclusie dat zijn keuze om wel of niet op zending te gaan en zijn opleiding uit te stellen, van drie vragen afhing: (1) Is Jezus Christus goddelijk? (2) Is het Boek van Mormon het woord van God? En (3) Is Joseph Smith de profeet van de herstelling? Als het antwoord op deze vragen ‘ja’ was, was het duidelijk dat Joe meer goeds kon doen door het evangelie van Jezus Christus aan de wereld te verkondigen, dan door eerder dokter te worden.3
Die avond heb ik vurig gebeden, met een eerlijke bedoeling. De Geest heeft toen op een onbetwistbaar krachtige manier aan mij bevestigd dat het antwoord op deze drie vragen ‘ja’ was. Dat was een cruciaal moment voor mij. Ik besefte dat elke keuze die ik de rest van mijn leven zou maken, door deze waarheden zou worden beïnvloed. Ik wist ook dat ik op zending zou gaan, als ik de kans kreeg. Ik heb van een leven van dienstbaarheid en geestelijke ervaringen geleerd dat ware bekering het resultaat is van de bewuste aanvaarding van Gods wil, en dat we in ons handelen door de Heilige Geest kunnen worden geleid.
Ik had al een getuigenis van de goddelijkheid van Jezus Christus als Heiland van de wereld. Die avond heb ik een geestelijk getuigenis van het Boek van Mormon4 en de profeet Joseph Smith ontvangen.
Joseph Smith was een werktuig in de handen van de Heer
Uw getuigenis zal worden versterkt wanneer u door uw gebeden in uw hart weet dat de profeet Joseph Smith een werktuig in de handen van de Heer was. In de afgelopen acht jaar was het een van mijn taken in het Quorum om alle fascinerende documenten van en over Joseph Smith, en het onderzoek dat tot de publicatie van de verschillende delen van Heiligen5 heeft geleid, te evalueren en lezen. Mijn getuigenis van en bewondering voor de profeet Joseph Smith zijn enorm versterkt en toegenomen nadat ik de inspirerende details van zijn leven en voorgeordende profetische bediening had gelezen.
Josephs vertaling van het Boek van Mormon door de gave en de macht van God heeft de grondslag voor de herstelling gelegd.6 Het Boek van Mormon is intern consistent, prachtig geschreven, en bevat antwoorden op levensvragen. Het is eveneens een testament aangaande Jezus Christus. Ik getuig dat Joseph Smith een rechtschapen, diep gelovig mens was, en een werktuig in de handen van de Heer om het Boek van Mormon tevoorschijn te brengen.
De openbaringen en gebeurtenissen die in de Leer en Verbonden zijn vastgelegd, geven ons de sleutels, verordeningen en verbonden die voor ons heil en onze verhoging noodzakelijk zijn. Ze zetten niet alleen de beginselen uiteen die vereist zijn om de kerk te vestigen, maar geven ons ook diepzinnige leer waardoor we het doel van het leven beter begrijpen en een eeuwig perspectief hebben.
Een van de talloze voorbeelden van Joseph Smiths profetische rol is te vinden in afdeling 76 van de Leer en Verbonden. Dat is een gedetailleerd verslag van een hemels visioen, waarmee de profeet Joseph Smith en Sidney Rigdon op 16 februari 1832 werden gezegend. Hierin zagen ze de koninkrijken van heerlijkheid. In die tijd onderwees het overgrote deel van de kerken dat de verzoening van de Heiland aan de meeste mensen geen heil zou bieden. Ze geloofden dat het heil slechts aan enkelen gegeven was, en dat de ruime meerderheid zou worden veroordeeld tot hel en verdoemenis, met een onbeschrijfelijke afschuwelijke eindeloze kwelling.7
De openbaring in afdeling 76 geeft ons een heerlijk visioen van de graden van heerlijkheid, waar de ruime meerderheid van de kinderen van onze hemelse Vader die kloekmoedig waren in hun voorsterfelijke staat, aanzienlijk wordt gezegend na het uiteindelijke oordeel.8 Het visioen van de drie graden van heerlijkheid, waarvan de laagste ‘alle begrip te boven gaat’,9 weerlegt rechtstreeks de leer dat de meerderheid zou worden veroordeeld tot hel en verdoemenis; een leer die toen breed werd gedragen maar wel onjuist was.
Als u weet dat Joseph Smith slechts 26 jaar was, een beperkte opleiding had genoten, en nauwelijks of niet bekend was met de klassieke talen waaruit de Bijbel was vertaald, weet u dat hij werkelijk een werktuig in de handen van de Heer was. In vers 17 van afdeling 76 was hij geïnspireerd om het woord onrechtvaardigen te gebruiken in plaats van verdoemenis, dat in het evangelie van Johannes werd gebruikt.10
Het is interessant dat Frederic W. Farrar, een anglicaanse kerkleider en classicus11 die The Life of Christ12 heeft geschreven, 45 jaar later zei dat de definitie van verdoemenis in de King Jamesbijbel het resultaat was van vertaalfouten uit het Hebreeuws en Grieks naar het Engels.13
Tegenwoordig geloven veel mensen dat we straffeloos mogen zondigen. Zij ondersteunen het onvoorwaardelijk gedogen van zonde zonder bekering. Onze geopenbaarde leer weerlegt niet alleen de idee dat de meeste mensen voor eeuwig veroordeeld zullen worden tot hel en verdoemenis, maar maakt ook duidelijk dat persoonlijke bekering een gebod is dat een noodzakelijke voorwaarde vormt om aan de verzoening van de Heiland deel te hebben en het celestiale koninkrijk te beërven.14 Ik getuig dat Joseph Smith werkelijk een werktuig in de handen van de Heer was om de herstelling van zijn evangelie voort te brengen!
Door de herstelling van het evangelie van Jezus Christus begrijpen we het belang van zowel bekering als de ‘werken van gerechtigheid’.15 We begrijpen het overweldigende belang van de verzoening van de Heiland en van zijn heilsverordeningen en -verbonden, waaronder die in de tempel.
De ‘werken van gerechtigheid’ komen voort uit en zijn de vruchten van bekering. Ware bekering komt tot stand wanneer we Gods wil bewust aanvaarden en ons vast voornemen om zijn wil te volgen.16 Het feestmaal van gevolgen en zegeningen die voortvloeien uit bekering bestaat uit ware en voortdurende vrede, en de persoonlijke verzekering van uiteindelijk geluk17 – ongeacht de stormen in dit leven.
Bekering tot de Heiland verandert een natuurlijke mens in een geheiligde, wedergeboren, gezuiverde persoon – een nieuwe schepping in Christus Jezus.18
Velen worden van de waarheid afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is
Welke verplichtingen vloeien voort uit bekering? De profeet Joseph zei in de gevangenis van Liberty dat velen ‘alleen van de waarheid worden afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is’.19
In het voorwoord van de Heer voor de Leer en Verbonden legt de Heer in grote lijnen uit wat zijn doel voor ons is. Hij zegt: ‘Welnu, omdat Ik, de Heer, de rampspoed kende die de bewoners van de aarde zou overkomen, heb Ik mij gericht tot mijn dienstknecht Joseph Smith jr. en heb tot hem gesproken vanuit de hemel en hem geboden gegeven.’ Hij onderwijst verder: ‘Opdat de volheid van mijn evangelie door de zwakken en eenvoudigen zou worden verkondigd aan de einden der wereld.’20 Dit gaat over voltijdzendelingen. Dit gaat over ieder van ons. Iedereen die zich tot de wil van God heeft bekeerd zou hier volledig op gefocust moeten zijn. De Heiland nodigt ons vriendelijk uit om zijn stem en zijn handen te zijn.21 De liefde van de Heiland zal het licht zijn dat ons leidt. De Heiland zei tegen zijn discipelen: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken.’22 En aan Joseph Smith verklaarde Hij: ‘Predik mijn evangelie tot ieder schepsel dat het niet heeft ontvangen.’23
Een week na de inwijding van de Kirtlandtempel op 3 april 1836, wat op paaszondag en Pascha viel, verscheen de Heer aan Joseph en Oliver Cowdery in een geweldig visioen. De Heer aanvaardde de tempel en verklaarde: ‘Dit is het begin van de zegening die op het hoofd van mijn volk zal worden uitgestort.’24
Toen dit visioen zich had gesloten, verscheen Mozes ‘en droeg [hij] de sleutels […] over van de vergadering van Israël uit de vier delen van de aarde en van het leiden van de tien stammen uit het land in het noorden.’25
President Russell M. Nelson, onze geliefde profeet die nu dezelfde sleutels draagt, onderwees vanochtend onze jeugd over de vergadering van Israël: ‘Jullie zijn bewaard voor deze tijd waarin de beloofde vergadering van Israël plaatsvindt. Door op zending te gaan speel je een cruciale rol in deze unieke gebeurtenis!’26
Om ons de opdracht van de Heiland om het evangelie te delen eigen te maken, moeten we worden bekeerd tot de wil van God; we moeten onze naasten liefhebben, het herstelde evangelie van Jezus Christus delen en allen uitnodigen om te komen zien. Als leden van de kerk koesteren we het antwoord van Joseph Smith aan John Wentworth, de redacteur van de Chicago Democrat, in 1842. Die man had om informatie over de kerk verzocht. Joseph sloot zijn antwoord af met het ‘waarheidsvaandel’, als voorwoord voor de dertien geloofsartikelen. Het vaandel drukt kort en bondig uit wat we moeten bereiken:
‘Geen onheilige hand kan de vooruitgang van het werk stuiten; al woeden vervolgingen, spannen benden samen, verzamelen er zich legers en viert laster hoogtij, toch zal Gods waarheid moedig, nobel en onafhankelijk voorwaarts gaan, totdat zij in elk werelddeel is doorgedrongen, elke streek heeft bezocht, elk land heeft overspoeld en in elk oor heeft geklonken, totdat Gods oogmerken zijn bereikt en de grote Jehova zegt dat het werk is volbracht.’27
Dit is al generaties lang het motto van heiligen der laatste dagen, in het bijzonder van zendelingen. In de geest van het ‘waarheidsvaandel’ zijn we dankbaar dat getrouwe zendelingen zelfs tijdens een wereldwijde pandemie het evangelie hebben uitgedragen. Zendelingen, we houden van jullie! De Heer vraagt aan ieder van ons om het evangelie in woord en daad te delen. Onze persoonlijke bekering omvat de verantwoordelijkheid om het evangelie van Jezus Christus met de wereld te delen.
Wanneer we het evangelie uitdragen, worden we gezegend met een toenemende bekering tot de wil van God en laten we God zegevieren in ons leven.28 We zegenen anderen met een ‘machtige verandering’ van hart.29 U kunt werkelijk eeuwige vreugde vinden door zielen tot Christus te helpen brengen.30 Aan uw eigen bekering en aan de bekering van anderen werken is de nobele taak.31 Hiervan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.