599 dopen
I k was de eerste in de familie — 18 was ik toen — die het herstelde evangelie vond. Na mijn doop was het voor mij glashelder hoe het evangelie mijn familie tot zegen kon zijn.
Als gevolg van dat inzicht begon ik met familiegeschiedenis. Doordat ik in geloof naar hen op zoek ging, begon ik steeds meer liefde voor mijn voorouders te voelen. Ik wilde hen zo graag vinden dat ik zelfs een paar keer in de plaatsen geweest ben, waar zij waren geboren. Elke reis bracht mij nieuwe ervaringen, waardoor mijn hart zich op mijn voorouders ging richten. (Zie Maleachi 4:5–6.)
Een tijdje later werd ik in de wijk als consulent familiegeschiedenis geroepen. Mijn hart begon zich te openen. Ik begon de voorouders van elk lid in de wijk lief te hebben. Door mijn onderzoek in kerkelijke en gemeentelijke archieven en bibliotheken begon ik het doel van de verlossing der doden beter te begrijpen.
Toen ik mijn familiegeschiedenis eindelijk op een cd-rom had staan, besefte ik dat het belangrijkste deel van het werk nog gedaan moest worden. Ik moest nog naar de tempel om mijn familie in het geestenrijk te voorzien van de verordeningen waarmee ze gered kunnen worden en in de eeuwigheid in de generaties van mijn familie kunnen worden opgenomen.
Ik ben naar de tempel gegaan toen ik op zending was in Cochabamba (Bolivia). Ik ben in oktober 2000 begonnen met mijn zendingswerk. Een paar maanden later bezochten mijn collega en ik de tempel met de jongeren uit de wijk waar wij waren gestationeerd. Ik nam mijn cd-rom mee en kon zo 599 namen voor het verordeningswerk aanbieden.
Terwijl ik getuige was, doopte mijn collega de jongeren ten behoeve van mijn voorouders. Ik voelde grote vreugde. De Geest getuigde tot mij dat het werk dat we deden waar is. Ik kon de vreugde en de dankbaarheid van mijn voorouders voelen.
Maar er waren meer verordeningen die nog moesten worden gedaan. Omdat ik zoveel namen had, droeg ik ze over aan de tempel. Maar de namen van mijn overgrootouders en hun kinderen hield ik zelf, en later die maand hebben mijn collega en ik, met de hulp van andere zendelingen, het werk voor hen gedaan.
Ik ben mijn hemelse Vader dankbaar dat ik, hoewel ik ver van huis was en dacht alleen de levenden te dopen, kon deelnemen aan de verlossing van de doden.
Ik probeer nog steeds zielen tot Christus te brengen en anderen aa te moedigen op zoek te gaan naar hun voorouders. Ik hou van dit werk, ik weet dat het waar is en dat Jezus Christus leeft en van ons houdt.
Wilson Arley Ocampo is lid van de wijk Envigado in de ring Medellín-Belen (Colombia).