Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben
We zullen ook moeten leren herkennen wanneer ‘de Geest des Heren [Zich aan ons] onttrekt’ (…) en aandacht moeten schenken aan en leren uit de keuzes en invloeden die ons afzonderen van de Heilige Geest.
Vandaag wil ik iedereen die lid is van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het geheugen opfrissen en een stimulans geven. Ik bid dat de Heilige Geest u en mij te hulp wil komen, zodat we samen iets kunnen leren.
De doop door onderdompeling tot vergeving van zonden is ‘de inleidende verordening van het evangelie’ van Jezus Christus, die voorafgegaan moet worden door geloof in de Heiland en oprechte, volledige bekering. De doop in water moet gevolgd worden door de doop met de Geest om volledig te zijn (zie Gids bij de Schriften: doop, dopen, p. 36). De Heiland heeft tegen Nicodemus gezegd: ‘Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan’ (Johannes 3:5). Mijn boodschap concentreert zich vanmiddag op de doop met de Geest en de zegeningen die het gezelschap van de Heilige Geest met zich meebrengt.
De doop: verordening en verbond
Toen wij ons lieten dopen, gingen we een plechtig verbond met onze hemelse Vader aan. Een verbond is een overeenkomst tussen God en zijn kinderen op aarde, en het is van belang te begrijpen dat God de voorwaarden van alle evangelieverbonden stelt. U en ik hebben geen zeggenschap over de aard of de onderdelen van een verbond. Integendeel, met gebruik van onze morele keuzevrijheid, accepteren we de voorwaarden en vereisten van een verbond zoals onze eeuwige Vader die heeft vastgesteld (zie Gids bij de Schriften: verbond, pp. 201–202).
De heilsverordening van de doop moet worden verricht door iemand die het juiste gezag van God heeft. De fundamentele voorwaarden van het verbond dat wij aangingen in de wateren van de doop zijn deze: wij getuigden dat we bereid waren de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden. De beloofde zegen voor naleving van dit verbond is dat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben (zie LV 20:77). Met andere woorden, door de doop in water zijn we gemachtigd om voortdurend het gezelschap van het derde lid van de Godheid te hebben.
Bevestiging en de doop van de Geest
Na onze doop hebben mannen met het gezag van het priesterschap hun handen op ons hoofd gelegd en ons bevestigd tot lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en ons de Heilige Geest verleend (zie LV 49:14). De vermelding ‘ontvang de Heilige Geest’ in onze bevestiging was een opdracht om de doop met de Geest na te streven.
De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘Je kunt net zo goed een zak zand dopen als op de doop niet de vergeving van zonden volgt en de Heilige Geest niet wordt ontvangen. De doop in water is slechts een halve doop, en stelt niets voor zonder de andere helft — namelijk de doop met de Heilige Geest.’ (History of the Church, deel 5, p. 499.) We zijn gedoopt door onderdompeling in water tot vergeving van zonden. We moeten ons ook laten dopen met, en worden ondergedompeld in, de Geest des Heren ‘en dan komt de vergeving van uw zonden door vuur en door de Heilige Geest’ (2 Nephi 31:17).
Door ervaring op te doen met de Heilige Geest leren wij dat we de invloed van de Geest niet altijd even intens voelen. We hebben niet al te vaak indringende, aangrijpende geestelijke impressies. Zelfs als we zoveel mogelijk getrouw en gehoorzaam zijn, zijn er gewoon tijden dat de invloed, rust en vrede van de Geest niet op slag herkenbaar zijn in ons leven. In het Boek van Mormon wordt er zelfs gesproken over getrouwe Lamanieten die ‘ten tijde van hun bekering werden gedoopt met vuur en met de Heilige Geest; en zij wisten het niet’ (3 Nephi 9:20).
De invloed van de Heilige Geest wordt in de Schriften omschreven als het gefluister van ‘een zachte koelte’ (1 Koningen 19:12; zie ook 3 Nephi 11:3) en een ‘zachte stem van een volmaakte mildheid’ (Helaman 5:30). De Geest des Heren communiceert dus doorgaans op stille, zachte en nauwelijks merkbare manieren met ons.
Ons aan de Geest des Heren onttrekken
In onze evangeliestudie en -lessen stellen we vaak dat het uitermate belangrijk is om de ingevingen waarmee de Geest des Heren ons inspireert, te herkennen. En dat is een correcte en nuttige benadering. Herkenning en opvolging van de ingevingen die we krijgen verdienen onze volle aandacht. Er is echter een belangrijk aspect in de doop met de Geest dat we niet bij onze geestelijke ontwikkeling betrekken.
We zullen ook moeten leren herkennen wanneer ‘de Geest des Heren [Zich aan ons] onttrekt, waardoor deze in [ons] geen plaats kan vinden om [ons] op de paden der wijsheid te leiden, opdat [wij zullen] worden gezegend, voorspoedig gemaakt en bewaard’ (Mosiah 2:36). Juist omdat de beloofde zegen is dat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben, dienen we aandacht te schenken aan en te leren uit de keuzes en invloeden die ons afzonderen van de Heilige Geest.
De maatstaf is duidelijk. Als iets wat wij denken, zien, horen of doen ons vervreemdt van de Heilige Geest dan moeten we ophouden met dat te denken, zien, horen of doen. Als er bijvoorbeeld iets is dat voor amusement wil doorgaan, maar dat ons vervreemdt van de Heilige Geest, dan is die vorm van amusement stellig niets voor ons. Daar de Geest zich niet inlaat met vulgaire, grove of onfatsoenlijke zaken kunnen wij ons daar absoluut niet mee inlaten. Daar we de Geest des Heren van ons vervreemden als we meedoen aan activiteiten waarvan we weten dat we ze links moeten laten liggen, hebben we er beslist niets te zoeken.
Ik erken dat we gevallen mannen en vrouwen in een vergankelijke wereld zijn en dat we wellicht niet elke seconde of elke minuut of elk uur of elke dag het gezelschap van de Heilige Geest voelen. De Heilige Geest kan echter wel vaak, of de meeste tijd, bij ons vertoeven — en de Geest kan stellig meer wél dan niet bij ons zijn. Hoe meer wij ons onderdompelen in de Geest des Heren des te meer wij ons zullen willen openstellen voor de ingevingen en ons bewust worden van de invloeden en gebeurtenissen die ons afhouden van het gezelschap van de Heilige Geest.
Het is mogelijk en noodzakelijk dat we, willen we overleven in een wereld die steeds slechter wordt, ‘de Heilige Geest tot [onze] gids’ (LV 45:57) nemen. Soms doen de heiligen der laatste dagen het voorkomen alsof de invloed van de Heilige Geest voelen meer uitzondering dan regel is. We dienen echter te bedenken dat de verbondsbelofte is dat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. Deze hemelse zegen geldt voor elk lid van de kerk dat zich heeft laten dopen en bevestigen en de aanwijzing ‘ontvang de Heilige Geest’ heeft gekregen.
De Liahona een zinnebeeld en afschaduwing voor onze tijd
In onze tijd is het Boek van Mormon de belangrijkste bron waaruit wij kunnen putten en kunnen leren hoe wij voortdurend het gezelschap van de Heilige Geest kunnen hebben. In het Boek van Mormon wordt de Liahona, de wegwijzer of het kompas dat Lehi en zijn gezin gebruikten toen zij door de wildernis trokken, specifiek genoemd als een zinnebeeld en afschaduwing voor onze tijd en als een essentiële les in wat we moeten doen om de zegeningen van de Heilige Geest te ontvangen.
Door onze opvattingen en daden in overeenstemming te brengen met rechtschapenheid wordt de Heilige Geest voor ons wat de Liahona voor Lehi en zijn gezin was. De factoren die de Liahona voor Lehi in werking stelden, zullen de Heilige Geest in ons leven nodigen. En de factoren die de Liahona in die tijd buiten werking stelden, zullen ons nu evenzeer vervreemden van de Heilige Geest.
De Liahona: doel en beginselen
Ik getuig tot u dat wij, door het doel van de Liahona en de beginselen waarop die werkte te bestuderen en te overdenken, inspiratie zullen ontvangen die is afgestemd op onze individuele situatie en behoeften en die van ons gezin. We kunnen en zullen constant gezegend worden met de leiding van de Heilige Geest.
De Liahona was door de Heer vervaardigd en aan Lehi en zijn gezin gegeven, nadat zij Jeruzalem hadden verlaten en door de wildernis trokken (zie Alma 37:38; LV 17:1). Dit kompas, deze wegwijzer wees in de richting die Lehi en zijn karavaan moesten gaan (zie 1 Nephi 16:10) namelijk ‘een rechte koers (…) naar het beloofde land’ (Alma 37:44). De wijzers in de Liahona werkten ‘volgens het geloof en de ijver en de aandacht’ (1 Nephi 16:28) van de reizigers, maar weigerde dienst als de gezinsleden ruzieachtig, grof, traag of nalatig waren (zie 1 Nephi 18:12, 21; Alma 37:41, 43).
Op het kompas lazen Lehi en zijn gezin ook aanwijzingen die hen ‘inzicht [gaven] in de wegen des Heren’ (1 Nephi 16:29). Het hoofddoel van de Liahona was dus leiding en aanwijzingen te verschaffen gedurende een lange en zware reis. De wegwijzer was een apparaat waarop kon worden afgelezen hoe zij er innerlijk en geestelijk bij God voor stonden. Hij werkte volgens de beginselen van geloof en ijver.
Net zoals Lehi in tijden van weleer werd gezegend, heeft ieder van ons een geestelijk kompas ontvangen dat ons leiding en aanwijzingen kan geven op onze aardse reis. U en ik kregen de Heilige Geest op ons bevestigd toen wij de wereld achter ons lieten en, na doop en bevestiging, aankwamen in de kerk van de Heiland. Met het gezag van het heilige priesterschap zijn wij bevestigd tot lid van de kerk en aangespoord om op zoek te gaan naar het permanente gezelschap van ‘de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn’ (Johannes 14:17).
Nu we ons allemaal op de levensweg bevinden, ontvangen we leiding van de Heilige Geest net zoals Lehi aanwijzingen via de Liahona kreeg. ‘Want zie, ik zeg u nogmaals, dat indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:5).
De Heilige Geest werkt in ons leven precies zoals de Liahona dat voor Lehi en zijn gezin deed, naar hun geloof, ijver en aandacht.
‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden (…)
‘De Heilige Geest zal uw constante metgezel zijn en uw scepter een onveranderlijke scepter van gerechtigheid en waarheid’ (LV 121:45–46).
En de Heilige Geest voorziet ons nu van de middelen waarmee we, ‘door kleine en eenvoudige dingen’ (Alma 37:6), meer begrip in de wegen des Heren krijgen: ‘De Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb’ (Johannes 14:26).
De Geest des Heren kan ons tot gids zijn en ons op onze aardse reis zegenen met leiding, aanwijzingen en spirituele bescherming. We stellen ons leven open voor de Heilige Geest door afzonderlijk en in gezinsverband te bidden, ons te vergasten aan het woord van Christus, ijverig en stipt gehoorzaam te zijn, onze verbonden na te komen en te eren, en door deugdzaam, ootmoedig en zorgzaam te zijn. En we schuwen alles wat onfatsoenlijk, grof, vulgair, zondig of slecht is en ons vervreemdt van de Heilige Geest.
We stellen ons ook open voor het permanente gezelschap van de Heilige Geest wanneer we elke sabbat waardig aan het avondmaal deelnemen: ‘En opdat gij uzelf beter onbesmet van de wereld zult kunnen bewaren, zult gij naar het huis des gebeds gaan en uw offeranden offeren op mijn heilige dag’ (LV 59:9).
Door de verordening van het avondmaal hernieuwen wij ons doopverbond en kunnen wij vergeving van onze zonden ontvangen en behouden (zie Mosiah 4:12, 26). Bovendien worden wij wekelijks herinnerd aan de belofte dat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben. En door onszelf rein en onbesmet van de wereld te bewaren, worden wij een uitverkoren vat, waarin de Geest des Heren altijd kan vertoeven.
In februari 1847 is de profeet Joseph Smith in een droom of een visioen aan Brigham Young verschenen. President Young vroeg of de profeet een boodschap voor de algemene autoriteiten had. De profeet Joseph antwoordde: ‘Zeg tegen de broeders dat ze nederig en trouw moeten zijn, en dat ze de Geest bij zich moeten hebben, want die zal hun leiden. Wees behoedzaam en negeer de stille, zachte stem niet; zij zal u zeggen wat u moet doen en waar u heen moet; dat zal de vruchten van het koninkrijk voortbrengen’ (zie Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], p. 41; cursivering toegevoegd). Van alle waarheden waar de profeet Joseph Smith Brigham Young bij die heilige gelegenheid in had kunnen onderwijzen, koos hij ervoor om te onderstrepen hoe belangrijk het is om de Geest des Heren te ontvangen en vast te houden.
Geliefde broeders en zusters, ik getuig dat God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus, en de Heilige Geest werkelijk bestaan. Moge ieder van ons zo leven dat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben, zodat we in aanmerking komen voor de zegeningen van goddelijke leiding, instructie en bescherming, die zo essentieel zijn in deze laatste dagen. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.