Zion te midden van Babylon
We hoeven de normen, gebruiken en waarden van Babylon niet te aanvaarden. We kunnen Zion te midden van Babylon vestigen.
Vorig jaar zomer waren mijn vrouw en ik in San Diego (Californië) om in het Old Globe Theater het toneelstuk MacBeth van Shakespeare te zien. We zagen twee uitvoeringen, omdat onze dochter Carolyn een van de drie heksen in het toneelstuk speelde. Uiteraard vonden we het leuk om haar in het toneelstuk te zien, en we waren nog meer opgetogen toen we haar de volgende beroemde woorden hoorden spreken: ‘’t Jeuken van mijn duim zegt mij: Iets dat boos is, komt nabij.’ (Vierde bedrijf, eerste toneel, regels 40–41.)
Toen ik dat hoorde, overwoog ik hoe nuttig het zou zijn om een waarschuwingssysteem te hebben om ons tegen naderend kwaad te waarschuwen, zodat we ons kunnen voorbereiden. Het kwaad komt op ons af, of we nu een waarschuwingssysteem hebben of niet.
Een andere keer reden mijn vrouw en ik op een avond richting een grote stad. Toen we over de heuvels kwamen en de heldere lichten aan de horizon zagen, stootte ik mijn vrouw aan en zei: ‘Kijk, de stad Babylon!’
Uiteraard is er geen specifieke stad die Babylon symboliseert. Babylon was een stad in het oude Israël die wellustig, genotzuchtig en corrupt was geworden. Het voornaamste gebouw in de stad was een tempel van een afgod, die vaak Bel of Baäl werd genoemd.
Maar de genotzucht, corruptie, wellust en de aanbidding van afgoden is in veel steden over de hele wereld te zien, groot en klein. De Heer heeft gezegd: ‘Zij zoeken niet de Heer om zijn gerechtigheid te vestigen, maar ieder mens wandelt op zijn eigen weg, en naar het beeld van zijn eigen god, wiens beeld naar de gelijkenis der wereld is’ (LV 1:16).
Door hun eigen weg te gaan lijken te veel mensen op het Babylon vanouds. Zij volgen een God wiens beeld naar de gelijkenis der wereld is.
Een van de grootste problemen waar we mee te maken hebben is dat we wel in de wereld moeten wonen, maar niet van de wereld mogen worden. We moeten Zion te midden van Babylon vestigen.
‘Zion te midden van Babylon.’ Wat een duidelijke en heldere woorden, als een licht in de geestelijke duisternis. Wat een denkbeeld om goed te onthouden nu we Babylon steeds groter zien worden. We zien Babylon in onze steden en samenlevingen. We zien Babylon overal.
En omdat Babylon zo in opmars is, moeten we Zion te midden ervan opbouwen. We mogen onszelf niet door de kwade invloeden om ons heen laten overweldigen. We beseffen maar zelden hoe zeer we een voortvloeisel zijn van de cultuur van onze omgeving en tijd.
In de tijd van het oude Israël was het volk van de Heer als een eiland van de ware God, omgeven door een oceaan van afgoderij. De golven van die oceaan sloegen onophoudelijk tegen de kust van Israël. Ondanks het gebod om geen gesneden beelden te maken en te aanbidden, kon Israël de verleiding ogenschijnlijk niet weerstaan, onder invloed van de tijd en omstandigheden. Steeds opnieuw ging Israël op zoek naar vreemde goden om te aanbidden, ondanks het gebod van de Heer en de woorden van de profeten en priesters.
Hoe kon Israël de Heer vergeten die hen uit Egypte had geleid? Ze stonden voortdurend onder druk door de omgeving waarin ze leefden.
Het is verraderlijk om in deze tijd en omstandigheden te leven. Onze omgeving wordt ervan doordrongen, en we denken dat we redelijk en logisch zijn, terwijl we maar al te vaak gevormd worden door de ethos, wat de Duitsers de Zeitgeist noemen, ofwel de omstandigheden van plaats en tijd.
Omdat mijn vrouw en ik in tien verschillende landen hebben gewoond, hebben we de invloed van de ethos op het gedrag van de mens gezien. Gebruiken die volkomen aanvaardbaar in de ene cultuur zijn, zijn onaanvaardbaar in een andere. Taalgebruik dat op sommige plaatsen beleefd is, kan op andere plaatsen volledig ongepast zijn. In iedere cultuur leven de mensen in een omhulsel van zelfvoldaan zelfbedrog, er volledig van overtuigd dat wat zij zien, ook de realiteit is.
Onze cultuur lijkt te bepalen wat voor voedsel we lekker vinden, hoe we ons kleden, wat beleefd is, welke sporten we moeten volgen, naar wat voor muziek we moeten luisteren, hoe belangrijk een opleiding is, en wat onze houding ten opzichte van eerlijkheid moet zijn. Ook worden mannen beïnvloed wat recreatie en godsdienst betreft, en vrouwen wat een carrière en het krijgen van kinderen betreft. Er wordt veel invloed uitgeoefend op onze zienswijze wat voortplanting en zedelijke kwesties betreft. Maar al te vaak zijn we als marionetten, terwijl onze cultuur bepaalt wat ‘populair’ is.
Er is uiteraard een Zeitgeist waar we aandacht aan moeten besteden, en dat is de ethos van de Heer, de cultuur van het volk van God. Petrus heeft gezegd: ‘Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht’ (1 Petrus 2:9).
Het is de ethos van hen die de geboden van de Heer onderhouden, zijn wegen bewandelen en ‘leven naar ieder woord dat uit de mond Gods uitgaat’ (LV 84:44). Als we daarom eigenaardig zijn, zo zij het.
Door mijn betrokkenheid bij de bouw van de Manhattantempel was ik in de gelegenheid om voorafgaand aan de inwijding vrij vaak in de tempel te zijn. Het was heerlijk om in de celestiale zaal te zitten, en daar van de volmaakte rust te genieten, zonder een enkel geluid van de drukke straten van New York City. Hoe was het mogelijk om de tempel zo eerbiedig stil te krijgen, met het lawaai van de wereldstad op slechts enkele meters afstand?
Het antwoord schuilt in de constructie van de tempel. De tempel is binnen de muren van een bestaand pand gebouwd, en de binnenmuren zijn op slechts enkele plaatsen met de buitenmuren verbonden. Op die manier heeft de tempel (Zion), maar weinig last van Babylon, ofwel de buitenwereld.
Dat kan voor ons een belangrijke les zijn. Wij kunnen het ware Zion onder ons creëren, door de invloed van Babylon te beperken.
Toen Nebukadnessar zeshonderd jaar voor Christus vanuit Babylon kwam om Juda te veroveren, liet hij het volk van de Heer afvoeren. Nebukadnessar koos enkele jonge mannen voor een speciale opleiding en training.
Onder hen bevonden zich Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. Zij waren bevoorrecht onder de jongeren die naar Babylon werden gebracht. De dienstknecht van de koning gebood hen dat zij het vlees en de wijn van de koning moesten eten en drinken.
We moeten goed begrijpen hoeveel druk er op de vier jonge mannen werd uitgeoefend. Ze waren door de vijand in gevangenschap afgevoerd, en bevonden zich in het paleis van de koning die macht over hun leven en dood had. En toch weigerden Daniël en zijn broers om te doen wat volgens hen verkeerd was, maar wat volgens de Babylonische cultuur juist gepast was. En voor die trouw en moed zegende de Heer hen en gaf Hij hun ‘kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid’ (Daniël 1:17).
Verleid door onze cultuur herkennen wij onze afgoderij vaak niet, terwijl er aan onze touwtjes wordt getrokken door wat populair in Babylon is. De dichter Wordsworth heeft gezegd: ‘De wereld is te sterk bij ons.’ (‘The World Is Too Much with Us; Late and Soon,’ in The Complete Poetical Works of William Wordsworth [1924], p. 353).
In zijn eerste brief schrijft Johannes:
‘(…) Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk en het woord Gods blijft in u en gij hebt de boze overwonnen.
‘Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is’ (1 Johannes 2:14–15).
We hoeven de normen, gebruiken en waarden van Babylon niet te aanvaarden. We kunnen Zion te midden van Babylon vestigen. We kunnen onze eigen normen hebben op het gebied van muziek, literatuur, dans, film en taalgebruik. We kunnen onze eigen normen hebben voor kleding en gedrag, voor beleefdheid en respect. We kunnen volgens de zedelijke wetten van de Heer leven. We kunnen zelf bepalen hoeveel van Babylon we door de media in ons huis toelaten.
Als we willen, kunnen we als volk van Zion leven. Is dat moeilijk? Ja natuurlijk; want de golven van de Babylonische cultuur slaan voortdurend tegen onze kust. Is er moed voor nodig? Uiteraard.
We worden altijd in vervoering gebracht door verhalen van moed, van mensen die onmogelijke beproevingen hebben overwonnen. Moed is de basis en het fundament van alle andere deugden; het gebrek aan moed verzwakt iedere andere deugd die we hebben. We hebben moed nodig om Zion te midden van Babylon te vestigen.
Hebt u zich ooit voorgesteld dat u een heldendaad verrichtte? Ik wel, als jongeman. Ik stelde me voor dat iemand in gevaar verkeerde en dat ik die persoon met gevaar voor eigen leven redde. Of dat ik een geduchte vijand moest verslaan en dat ik de moed had om te overwinnen. Dat zijn onze jeugdige fantasieën!
Na bijna zeventig jaar op aarde heb ik geleerd dat dergelijke heldendaden weinig of nooit op ons pad komen.
Maar de kansen om pal te staan voor het goede zijn veel groter, als er nauwelijks merkbaar druk op ons wordt uitgeoefend, als zelfs onze vrienden ons aanmoedigen om aan de afgoderij deel te nemen. Er is geen fotograaf om onze heldendaad vast te leggen, geen verslaggever die het op de voorpagina van de krant zet. Slechts in de stille overweging van ons geweten zullen we weten dat onze moed is beproefd: Zion of Babylon?
Vergis u niet: het grootste deel van Babylon is goddeloos. En wij hebben geen jeukende duim om ons te waarschuwen. Maar de ene na de andere golf slaat tegen onze kust. Kiezen we voor Zion, of kiezen we voor Babylon?
Als Babylon de stad van de wereld is, is Zion de stad van God. De Heer heeft over Zion gezegd: ‘Zion kan niet worden opgebouwd, anders dan door de beginselen van de wet van het celestiale koninkrijk’ (LV 105:5) en: ‘Want dit is Zion: de reinen van hart’ (LV 97:21).
Waar we ons ook bevinden, in welke stad we ook wonen, we kunnen ons eigen Zion vestigen door de beginselen van het celestiale koninkrijk na te leven, en er altijd naar te streven om rein van hart te worden. Zion is prachtig, en de Heer houdt haar in zijn hand. Ons gezin kan net als Zion een toevluchtsoord en een bescherming zijn.
We hoeven geen marionetten in de handen van de cultuur van onze omgeving en tijd te zijn. We kunnen moedig zijn, het pad van de Heer volgen, en in zijn voetsporen treden. Als we dat doen, zullen we Zion genoemd worden, en zullen we het volk van de Heer zijn.
Ik bid dat wij gesterkt zullen worden om de aanvallen van Babylon te weerstaan en dat we thuis en in onze gemeenschap Zion zullen vestigen — zodat we ‘Zion te midden van Babylon’ mogen hebben.
We streven naar Zion omdat het de woonplaats van onze Heer, Jezus Christus is, onze Heiland en Verlosser. In Zion en vanuit Zion zal zijn duidelijke en heldere licht schijnen, en zal Hij voor eeuwig regeren. Ik getuig dat Hij leeft, van ons houdt en over ons waakt.
In de naam van Jezus Christus. Amen.