Eerbied voor de tempel
Jonge heiligen der laatste dagen in Zuid-Afrika weten dat het huis des Heren hun diepste respect verdient.
Naledi Mqokozo komt al van jongs af aan naar het tempelterrein. Nu ze ouder is en vaak in de tempel komt, kun je ook zeggen dat de tempel zich in haar bevindt — in haar hart en in haar gedachten. ‘In mijn kamer hangt een foto van de Johannesburgtempel’, zegt Naledi (17). ‘Ik heb de foto op mijn muur gehangen zodat ik altijd reine gedachten kan hebben en de Heilige Geest kan voelen.’
Vanmorgen is het regenachtig in Johannesburg (Zuid-Afrika). Maar de regen bederft niet het goede humeur van Naledi en de andere jongeren uit de gemeente Ennerdale, in de ring Johannesburg-Zuid, die naar de tempel zijn gekomen om zich voor de doden te laten dopen. Naledi is hier vandaag omdat zij ‘opnieuw de tempel wilde zien en de Geest van de Heer wilde voelen.’ Voor Naledi is een dag naar de tempel niet zomaar een dag. Ze zegt: ‘Dit is een bijzondere gelegenheid, dus moeten we ons gepast kleden en gedragen.’
Naledi begrijpt dat de tempel een heilige plaats is: ‘We moeten heel eerbiedig in de tempel zijn omdat het een huis van God is waar de Heilige Geest vertoeft. Dus moeten we voorbereid komen en ons deugdzaam, rein en eerbiedig gedragen.’
De Here gewijd
De tempel is letterlijk een huis van de Heer. Op iedere tempel staat: ‘Het huis des Heren. De Here gewijd.’ De tempel is de heiligste plek op aarde om God te aanbidden. Omdat de tempel heilig is en het werk dat daar wordt verricht heilig is, moet iedereen die de tempel ingaat rein en deugdzaam zijn. In een openbaring aan de profeet Joseph Smith heeft de Heiland beloofd:
‘En voor zoverre mijn volk een huis voor Mij bouwt in de naam des Heren, en niet duldt dat er iets onreins binnengaat, (…) zal mijn heerlijkheid erop rusten;
‘ja, en mijn tegenwoordigheid zal daar zijn, want Ik zal er binnengaan, en alle reinen van hart die er binnengaan, zullen God zien’ (LV 97:15–16).
Houdt dat in dat iedereen die naar de tempel gaat God zal zien? Ouderling David B. Haight (1906–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd:
‘Het is waar dat sommige mensen inderdaad de Heiland hebben gezien, maar als we in een woordenboek kijken, zullen we zien dat er veel andere betekenissen van het woord zien zijn, zoals Hem leren kennen, Hem onderscheiden, Hem en zijn werk erkennen, inzien hoe belangrijk Hij is, of Hem leren begrijpen.
‘Dergelijke hemelse leringen en zegeningen staan ons allen ter beschikking.’1
Louis Groenewald, president van de Johannesburgtempel, zegt dat de jongeren van de kerk in dit heilige gebouw meer over de Heiland en zichzelf kunnen leren. ‘De tempel is niet alleen een heilige mogelijkheid om werk voor de doden te verrichten’, zegt hij. ‘Onze jongeren worden ook voorbereid op een volheid van leven, in dit leven en in het hiernamaals.’ Er zijn veel zegeningen aan het werk in de tempel verbonden.
Vier grote zegeningen
Ten eerste, zegt president Groenewald, kunnen de jongeren die naar de tempel gaan dichter bij onze hemelse Vader en de Heiland in hun huis komen. Dat bedoelde ouderling Haight toen hij zei dat de tempel een plek is om de Heer te leren kennen.
Ten tweede, de mogelijkheid om onzelfzuchtig te dienen. President Groenewald zegt dat dergelijk dienstbetoon ‘de basis van naastenliefde en de Geest van Christus is.’ Hij zegt verder: ‘Hopelijk zullen de jongeren geregeld naar de tempel komen om zich voor de doden te laten dopen. Uiteindelijk zullen zij hun eigen begiftiging ontvangen en aan een eeuwige partner verzegeld worden. Deze verordeningen zijn de weg naar onbeperkte zegeningen in de eeuwigheid.’
De tempelverordeningen zijn de derde grote zegen die president Groenewald noemt: ‘Zonder deze verordeningen kunnen we geen volheid van leven of verhoging ontvangen.’ De begiftiging en het eeuwig huwelijk zijn twee van deze verordeningen. De begiftiging bestaat uit een serie instructies, en omvat verbonden, of beloften, die we sluiten om rechtschapen te leven en de leringen van de Heiland te volgen. Het celestiale huwelijk is de tempelverordening waarbij man en vrouw met hun kinderen aan elkaar verzegeld worden.
Ten vierde, zegt president Groenewald, ‘past alles in de tempel als een puzzel in elkaar.’ Hij zegt dat alles wat de jongeren in de kerk leren, in de tempel wordt bekrachtigd en bijeengebracht. En al die leringen hebben te maken met de verzoening van Jezus Christus en het heilsplan. In de tempel ‘wordt het evangelie een grote, algehele ervaring.’
Gemoedsrust in de tempel
‘Dit is het huis van de Heer, dus moeten we er eerbiedig en rustig zijn’, zegt Vincent Maiete (17) uit de wijk Ridgeway. Vincent kwam vanmorgen vroeg naar de tempel met enkele jongeren uit zijn wijk, waaronder Roxanne Cockrell, Jimmy Plaatjies en Kyle Zeeman.
Roxanne (14) zegt: ‘Het was mijn eigen keuze om naar de tempel te komen in plaats van uit te slapen.’ Maar het was de moeite waard om vroeg op te staan. Ze is blij dat ze zich met haar vriendinnen voor de doden kon laten dopen. ‘We hebben mensen geholpen. Het was een goede ervaring.’
Kyle (17) kijkt om zich heen op het tempelterrein. Alles is wat vochtig na de regen in de vroege ochtend. ‘Je voelt hier een bepaalde rust die je nergens anders voelt’, zegt hij. ‘Soms moeten we kleine offers brengen om hierheen te komen, maar het is de moeite waard. Ik wil graag in de tempel trouwen.’
‘Ik vind het heel fijn dat we een tempel in Zuid-Afrika hebben’, zegt Jimmy (20). ‘We zijn in staat om deze bijzondere verordening te verrichten: ons voor overleden familieleden laten dopen. Het is een grote zegen. Vooral in de tempel is de Geest sterk aanwezig. Maar ook buiten op het tempelterrein heb je dat vredige gevoel.’
Gepaste kleding
Palesa Mqokozo (14) uit de gemeente Ennerdale, draagt altijd haar beste kleding als ze naar de tempel gaat. ‘Ik kleed me zo omdat ik respect voor onze hemelse Vader heb’, legt ze uit. Ze heeft dat respect ontwikkeld door de gevoelens die ze in de tempel heeft. ‘Als je het huis van de Heer binnengaat, voel je geen verleidingen en weet je dat daarbinnen niets fout kan gaan. Dan neem je geen verkeerde beslissingen.’
President Groenewald glimlacht als hij zegt: ‘De jongeren komen netjes gekleed naar de tempel. Wat is netjes? In hun zondagse kleding.’ Ze dragen dezelfde kleding die ze in een avondmaalsdienst zouden dragen. ‘Hun kleding behoort netjes te zijn, gepast voor de zondag, het beste dat ze hebben’, zegt hij. ‘Dat is de norm.’
Henry Mkhonza (18), ook uit de gemeente Ennerdale, staat met zijn handen gevouwen als hij over de tempel praat. Hij ziet eruit als een zendeling — een roeping waar hij zich al lang op voorbereidt. ‘Aan de manier waarop je je kleedt en gedraagt, zien de mensen dat je eerbiedig bent. Het is een weerspiegeling van jezelf’, legt hij uit. ‘Als je je netjes kleedt, hoef je niet veel te zeggen. Dan kunnen de mensen aan je zien wat je belangrijk vindt.’
Stephanie Madhav (16) uit de gemeente Ennerdale is het daarmee eens: ‘Het is belangrijk hoe we ons kleden, omdat de tempel zo belangrijk is. Het is het huis van de Heer, daarom moeten we ons kleden alsof we in de tegenwoordigheid van de Heer zijn.’
Wat deze jongeren zijn gaan begrijpen, is dat de juiste kleding en verzorging een uiting van respect en eerbied zijn. ‘Het zijn symbolen van een groot erfgoed’, zegt president Groenewald. ‘Het gaat bijvoorbeeld niet om het witte overhemd, het gaat om het symbool van reinheid. Mensen die dat niet goed begrijpen, zien het symbool als de essentie. Een wit overhemd is gewoon een symbool van reinheid. Het heeft niets met mode of stijl te maken; het is een uiting van mijn voornemen om met heel mijn hart en verstand de hedendaagse profeten te volgen.’
Op de toekomst voorbereid
Van de gezichten van deze jongeren uit Johannesburg (Zuid-Afrika) kun je de gemoedsrust, het zelfvertrouwen en de vreugde aflezen die het gevolg zijn van onbaatzuchtig tempelwerk. Omdat ze de aard en geest van deze heilige huizen goed begrijpen, weten ze hoe belangrijk het is om zichzelf en de tempel van de Heer met de juiste eerbied te bejegenen.
De zegeningen van de tempel zijn duidelijk waarneembaar als je naar de jongeren in Zuid-Afrika kijkt. En dat heeft president Groenewald ook beloofd. ‘De jongeren ontwikkelen een goed begrip van hun uitverkoren zusterschap en broederschap’, zegt hij. ‘Ze gaan met meer zelfvertrouwen aan de slag om het werk van de Heer te verrichten. Dat gevoel zal ze door dik en dun heen helpen. Ja, in de tempel bereidt de Heer de jongeren op hun toekomst voor.’
‘Maak gebruik van de gelegenheid om je voor de doden te laten dopen. En laat die heilige ervaring een anker in je leven worden, zodat je je altijd en overal goed zult gedragen. Dan zul je op enig moment een speciaal pasje van de Heer ontvangen, een aanbeveling om zijn heilige huis te betreden en daar alle zegeningen en voorrechten in ontvangst te nemen.’
Zie president Gordon B. Hinckley, ‘De tempel niet ontwijden’, De Ster, juli 1990, p. 46.