2011
Tel je zegeningen
maart 2011


Tel je zegeningen

Naar een toespraak gehouden tijdens de algemene oktoberconferentie van 2007.

President Henry B. Eyring

Vanaf het begin van de wereld is het een probleem dat Gods kinderen Hem vergeten. Denk eens aan de tijd van Mozes, toen God manna gaf en zijn kinderen op wonderbaarlijke en zichtbare wijzen leidde en beschermde. Toch waarschuwde de profeet het volk. ‘Neem u ervoor in acht (…) dat gij de dingen die gij met eigen ogen gezien hebt, niet vergeet’ (Deuteronomium 4:9).

Zoek manieren om Gods goedheid te herkennen en die te herinneren. Dan zal ons getuigenis sterker worden. Misschien ken je het lied dat we soms zingen: ‘Tel dan al uw zegeningen één voor één, en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen’ (‘Tel uw zegeningen’, lofzang 163).

Toen onze kinderen nog klein waren, begon ik het een en ander op te schrijven van wat er dagelijks gebeurde. Ik heb geen enkele dag overgeslagen, hoe moe ik ook was of hoe vroeg ik de volgende dag moest beginnen. Voordat ik schreef, dacht ik na over de volgende vraag: ‘Heb ik vandaag de hand van God ons, onze kinderen of onze familieleden zien aanraken?’ Als ik terugkeek op de dag, zag ik bewijzen van wat God voor iemand van ons had gedaan en wat ik in de drukte van de dag niet had herkend. Ik besefte dat ik, door daar aandacht aan te besteden, God in staat had gesteld om mij te tonen wat Hij had gedaan.

De Heilige Geest helpt ons om te zien wat God voor ons heeft gedaan. Ik getuig dat God ons liefheeft en dat Hij ons zegent, meer dan de meesten van ons tot nu toe hebben beseft. Ik weet dat dit waar is, en het geeft mij vreugde om Hem te gedenken.

  • 1. D; 2. A; 3. E; 4. C; 5. F; 6. B.

Foto-illustratie Weston Colton; illustraties Keith Christensen