Huisonderwijs en huisbezoek: in dienst van je naaste
maart 2011
Huisonderwijs en huisbezoek: in dienst van je naaste
Is huisonderwijs of huisbezoek nieuw voor je? Neem dan de volgende negen punten in overweging.
‘Ik weet dat de maand bijna om is, en het spijt me dat we geen kans hebben gehad de huisbezoekboodschap te bespreken’, zei de huisbezoekster van zuster Julie B. Beck. Maar terwijl ze dat zei, verliet ze het huis van de algemeen ZHV-presidente met een mand vol strijkgoed dat ze later gestreken en wel naar zuster Beck zou terugbrengen. ‘Kunnen we dit als huisbezoek beschouwen?’, vroeg ze aarzelend aan zuster Beck.
Bij haar relaas van het voorval zegt zuster Beck met tranen in de ogen: ‘Hoe kon deze lieve vriendin en toegewijde huisbezoekster ooit denken dat ze niet bij me op huisbezoek was geweest en over me had gewaakt? Het was ook niet de eerste keer dat ze die maand was langsgekomen om ergens mee te helpen. Waarom kon ze niet inzien dat ze me voortdurend een dienst bewees en mijn gezin tot zegen was? Haar liefde en zorg voor mij omvatten juist de essentie van huisbezoek. Natuurlijk kon ze rapporteren dat ik huisbezoek had ontvangen!’
Zoals uit zuster Becks ervaring blijkt, zijn geïnspireerd huisbezoek en huisonderwijs meer dan een formeel bezoek en nooit helemaal voltooid. Huisonderwijs en huisbezoek hebben meer te maken met de zorg voor andere mensen dan het volgen en afvinken van bepaalde procedures. Ze zijn bedoeld om over elkaar te waken en elkaar te dienen zoals de Heiland dat deed. Hier zijn wat ideeën om je daarbij te helpen:
Weet aan wie je bent toegewezen en wie je collega is. De priesterschapsleiders of ZHV-leidsters in je wijk of gemeente kunnen je de namen en contactgegevens verstrekken van de gezinnen of personen die onder je hoede vallen. Stel jezelf voor aan je collega en aan de mensen die je bezoekt, en bouw een band met elkaar op.
Ga op bezoek. Bezoek de persoon thuis als dat mogelijk is. Als dat niet mogelijk is, kun je bijvoorbeeld in de buurt van iemands werk afspreken, samen een wandeling maken of elkaar voor of na de kerk op zondag treffen. Onderwijs en inspireer elkaar — door bijvoorbeeld met de boodschap van het Eerste Presidium of de huisbezoekboodschap te beginnen. Geef je getuigenis. Vertel elkaar wat er allemaal gebeurt in je leven. Schep een liefdevolle band door vriendelijkheid en zorgzaamheid. Luister oprecht. Houd vertrouwelijke zaken die je hoort voor je. Blijf een goede vriend(in), in de loop der tijd ontstaat dan vaak een nog betere vertrouwensband.
Bid met en voor de mensen die je bezoekt. Aan het eind van je bezoek kun je gerust vragen: ‘Zullen we samen bidden?’ Het hoofd van het huishouden vraagt iemand om het gebed uit te spreken. Blijf dagelijks bidden voor degenen bij wie je op huisbezoek of huisonderwijs gaat. Vraag je hemelse Vader hoe je over hen kunt waken en ze kunt liefhebben.
Wees dienstbaar. Zie en voorzie noden en behoeften. Als een zuster die je bezoekt bijvoorbeeld binnenkort een tentamen heeft, zou je haar die week een maaltijd kunnen brengen zodat ze wat meer tijd heeft om te studeren. Als de broeder bij wie je op huisonderwijs gaat een baan zoekt, breng hem dan in contact met mensen die hem wellicht kunnen helpen.
Stel goede vragen. Vragen kunnen aanleiding geven tot troostrijke woorden, de bespreking van relevante evangeliebeginselen en zinvol dienstbetoon. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Wat zijn je/uw grootste zorgen?’ ‘Hebt u vragen over het evangelie?’ Je kunt ook specifieker zijn: ‘Waar kunnen we je/u praktisch mee helpen?’ ‘Kunnen we u naar de winkel of de dokter brengen?’ Met vragen kom je vaak verder dan simpelweg te zeggen: ‘Laat maar weten als we iets voor je/u kunnen doen.’
Zoek inspiratie. De Geest kan je influisteren wat je voor anderen kunt betekenen. Je krijgt misschien een ingeving over onderwerpen die je kunt bespreken of hulp die je kunt bieden. Naarmate je ze beter leert kennen, zou je zelfs het gevoel kunnen krijgen om ze aan te moedigen de verdere verordeningen, verbonden en zegeningen van het evangelie te ontvangen.
Rapporteer de juiste informatie. Breng verslag uit over het materiële en geestelijke welzijn van de mensen die je bezoekt, over de hulp die je hebt geboden en de noden die er zijn. Rapporteer vertrouwelijke zaken indien nodig rechtstreeks aan de ZHV-presidente of quorumpresident.
Overleg met je collega. Verdeel de voorkomende taken naar behoefte met je collega, zoals afspraken maken en hulp bieden. Je kunt zonodig om de beurt een bezoek afleggen, hulp bieden en verslag uitbrengen over het welzijn van de betreffende persoon of personen.
Wees attent. Wees op de hoogte van belangrijke datums of gebeurtenissen in het leven van wie je bezoekt en onderwijst, zoals verjaardagen en andere belangrijke gebeurtenissen of ontwikkelingen.