2011
De conferentie toepassen in ons leven
maart 2011


De conferentie toepassen in ons leven

Vlak na de algemene conferentie van oktober 2010 besloten Jared en Kathleen Smith uit Utah om met hun drie kinderen een ritje te maken en van de kleurrijke herfstpracht te genieten. Voordat ze vertrokken, deed broeder Smith een flesje met gewijde olie in zijn zak. Hij had de aanmoediging van president Henry B. Eyring tijdens de priesterschapsbijeenkomst om altijd voorbereid te zijn om het priesterschap te gebruiken ter harte genomen. (Zie ‘Dienen met de Geest’, Liahona, november 2010, p. 59.)

Onderweg naar huis zag de familie Smith een groep mensen om een meisje geschaard dat op de grond lag. Ze had ogenschijnlijk een hoofdletsel opgelopen. Ze hoorden een vrouw roepen: ‘Heeft iemand gewijde olie bij zich? Alstublieft!’ Broeder Smith parkeerde snel de auto en gaf zijn olie aan de vader van het meisje. Na de zalving kwam het meisje weer bij bewustzijn en begon ze met haar ouders te praten. Even later kwam de ambulance en werd ze meegenomen naar het ziekenhuis.

‘We kregen een warm en vredig gevoel omdat we op de juiste tijd op de juiste plek waren, omdat we olie bij ons hadden en omdat we het advies van president Eyring om voorbereid te zijn, ter harte hadden genomen’, aldus broeder Smith. ‘Onze kinderen zagen de macht van het priesterschap in werking, en we konden de liefde van onze hemelse Vader voor ons en voor dat meisje en haar familieleden voelen.’

Net als de familie Smith worden veel gezinnen gezegend omdat ze de raad opvolgen die tijdens de algemene conferentie wordt gegeven. Nu we ons weer op een algemene conferentie voorbereiden, kunt u de volgende drie verhalen lezen van gezinnen die gehoor hebben gegeven aan de profeten.

Voor meer verhalen (in het Engels) of om iets over uw eigen ervaring (in elke taal) te vertellen, kunt u de volledige versie van dit artikel lezen in het gedeelte Church News and Events van LDS.org op lds.org/church/news/how-general-conference-changed-my-life.

Anne Te Kawa, Tararua (Nieuw-Zeeland)

In het begin van 2010 had ik nogal wat persoonlijke problemen. Mijn bisschop raadde me aan om met een professionele therapeut te praten. Daar schrok ik wel van. Ik werk en volg een opleiding op het gebied van drugs- en alcoholverslaving, dus ik dacht: ‘Ik ben eigenlijk zelf bijna een therapeut! Ik heb geen hulp nodig.’

Ik worstelde nog steeds met mijn problemen — en met mijn hoogmoed — toen de aprilconferentie begon. Ouderling James B. Martino van de Zeventig hield een toespraak over het omgaan met tegenspoed, getiteld: ‘Alle dingen werken mede ten goede’ (zie Liahona, mei 2010, p. 101.)

Zijn boodschap sprak me heel erg aan, en ik besloot om leiding te bidden om erachter te komen wat ik moest doen. Ik verliet de conferentie met het verlangen om voldoende geloof en vertrouwen in de Heiland te hebben om me door de Heilige Geest te laten leiden.

Twee weken lang dacht ik erover na en bad ik, waarna ik uiteindelijk besloot om toch maar therapie te proberen. Het is een nuttige, succesrijke ervaring geweest. Daarnaast heb ik blijvende zekerheid ontvangen door de toespraak van ouderling Martino te herlezen, door tot mijn hemelse Vader te bidden en door te vertrouwen op de verzoening van zijn Zoon, Jezus Christus. Ik getuig dat we altijd onze beproevingen kunnen overwinnen als we nederig op de Heer vertrouwen. Hij zal ons leiden zodat we erachter kunnen komen wat we moeten doen.

Andrea Roueche, Texas (VS)

Mijn man, Collin, en ik zijn in oktober 2009 ouders geworden. Tegen de tijd dat onze dochter, Eliza, vijf maanden oud was, bespraken we wanneer we haar bij de gezinsavond en onze schriftstudie zouden betrekken. Was het nuttig om gezinsavond te houden als ze wakker was? Kon ze er iets aan hebben als wij haar uit het Boek van Mormon voorlazen?

Tijdens de algemene conferentie van april 2010 heeft ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd: ‘Kinderen van alle leeftijden, met inbegrip van peuters, staan open voor de kenmerkende geest van het Boek van Mormon.’ (‘Wakende met alle volharding’, Liahona, mei 2010, pp. 41–42.)

We hebben geleidelijk enkele eenvoudige veranderingen aangebracht. We spelen geregeld een cd met jeugdwerkliedjes voor Eliza. Na het avondeten lezen we haar een paar teksten uit het Boek van Mormon voor. We zijn begonnen om vlak voordat Eliza naar bed gaat gezinsgebed te houden. Als we buiten wandelen, wijs ik naar de vogels en zeg ik: ‘Jezus heeft die vogels voor ons gemaakt.’ Dat begrijpt ze nu nog niet, maar uiteindelijk wel.

Ik heb gemerkt dat hierdoor veel onzekerheid over de toekomst wordt weggenomen. Ik heb het gevoel dat als ik op mijn beurt Eliza leer wat ze moet weten en de raad van onze profeten opvolg, zij in de toekomst zal worden gezegend.

Sela Fakatou, West Midlands (Engeland)

Bij ons thuis heeft iedereen het druk. Soms nemen we niet eens de tijd om aandachtig naar elkaar te luisteren of elkaar vriendelijk en beleefd te behandelen. Dus in voorbereiding op de algemene conferentie zijn we in gebed gegaan om erachter te komen hoe we in ons gezin naar elkaar toe kunnen groeien.

Onze gebeden en vragen werden beantwoord in de toespraak van ouderling Robert D. Hales, ‘Onze plicht jegens God: de zending van ouders en leidinggevenden onder het opkomende geslacht’ (zie Liahona, mei 2010 p. 95).

Ik werd getroffen door het verhaal waarin de kleinzoon van ouderling Hales vroeg: ‘Opa! Bent u er wel?’ Ouderling Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen legde uit: ‘Er zijn betekent: weten wat er in het hart van onze jeugd leeft en contact met ze hebben. En contact met ze hebben betekent: niet alleen met ze praten, maar ook dingen met ze doen.’

We hebben ons best gedaan om onze omgang met elkaar te verbeteren. Tijdens het avondeten praten we over de voorbije dag. We praten over moeilijkheden die we zijn tegengekomen en wat we uit de Schriften hebben geleerd om die moeilijkheden het hoofd te bieden.

Het heeft wel moeite gekost om voor dergelijke gesprekken tijd vrij te maken. Maar nu we ons die goede gezinsgewoonten eigen maken, voel ik veel meer liefde voor mijn gezinsleden. En omdat ik me heb laten leiden door de raad van de profeten op de algemene conferentie, heb ik ook antwoord op andere vragen ontvangen. En ik heb manieren ontdekt waarop ik meer op onze Heiland, Jezus Christus, kan lijken. Meer dan ooit tevoren voel ik me rustig, in plaats van bezorgd.

Een conferentietoespraak van ouderling James B. Martino was voor Anne Te Kawa uit Nieuw-Zeeland de aanleiding om in gebed de nodige hulp te vragen.

Collin en Andrea Roueche vonden de antwoorden op hun vragen in een conferentietoespraak van ouderling David A. Bednar.