2011
Gescheiden door een overstroming, verenigd door gebed
maart 2011


Gescheiden door een overstroming, verenigd door gebed

Terwijl een deel van de familie Torres in een slaapkamer vastzat, gebarricadeerd door meubels, en een ander deel zich vastklampte aan de takken van een boom, deden ze allemaal het enige dat hun redding kon brengen.

25 september 2005 begon als een rustige, vredige zondag voor Victor Manuel Torres Quiros, zijn vrouw, Yamileth Monge Ureña, en hun kinderen. Na de kerk waren ze thuis op hun gemak wat aan het uitrusten, lezen en genieten van een rustige, regenachtige middag in de bergen van Costa Rica.

Het regende al bijna het hele weekend, wat voor die streek en de tijd van het jaar heel gewoon was. Rond een uur of vijf die middag zag broeder Torres dat de nabijgelegen rivier hoger stond dan gewoonlijk en dat het water dichter bij het huis kwam. Hij waarschuwde kalm de rest van het gezin en begon samen met zijn elfjarige zoon, Erick, uit voorzorg dekens tegen de deur te leggen om het binnensijpelende water tegen te houden.

Even later stond het water ruim anderhalve meter hoog rondom het huis. Binnen enkele seconden sloeg het water door de ramen naar binnen. (Het gezin kwam er later achter dat een aardverschuiving de oorzaak van de plotselinge watervloed was.) Broeder Torres schreeuwde tegen zijn vrouw en kinderen dat ze naar de achtertuin moesten rennen, waar zich enkele bomen en hogere grond bevonden. Zijn drie tienerdochters, Sofia, Korina en Monica, renden direct het huis uit.

Maar zuster Torres kon zich niet uit de voeten maken. Dus snelde ze met Elizabeth, een meisje dat dat weekend bij het gezin logeerde, naar een van de slaapkamers. Ze gingen snel op een bed zitten, dat, verrassend genoeg, bleef drijven. De gezinsleden wisten niet van elkaar waar en of ze in veiligheid waren. De kleine Elizabeth zei tegen zuster Torres: ‘Niet huilen. U weet toch dat God van ons houdt?’ Toen begonnen ze te bidden.

Broeder Torres was zijn dochters naar buiten gevolgd, tot hij zich realiseerde dat hij niet wist waar Erick was. Hij worstelde zich tegen de stroom in weer naar binnen. Hij vond Erick op een berg puin — een omgevallen muur, wat meubels, rommel en diverse takken die door het water tegen een dichte deur waren geduwd. Ze gingen samen naar de keuken, waar broeder Torres Erick ergens op veilige hoogte neerzette. Broeder Torres kwam daar tot de ontdekking dat het water een nylon koord om zijn benen had gewikkeld, waardoor hij zich met moeite kon verplaatsen. Toch wist hij de koelkast en wat meubels weg te duwen, zodat de deur niet dicht zou vallen en hij en zijn zoon opgesloten zouden zijn.

Vanuit de keuken konden Erick en broeder Torres de meisjes in de achtertuin zien, maar ze wisten niet hoe zuster Torres en Elizabeth eraantoe waren. Broeder Torres stelde voor dat ze samen onze hemelse Vader om hulp zouden vragen.

Intussen waren de meisjes buiten in een guaveboom ook aan het bidden. Sofia, Korina en Monica zagen het water door hun huis stromen. Het leek er sterk op dat niemand die binnen was nog in leven kon zijn. Vol zorgen om hun familie en angstig en verkleumd begonnen de meisjes samen lofzangen te zingen en te bidden.

‘We vroegen onze hemelse Vader om het water te laten zakken’, zegt Sofia. ‘We wisten dat we geloof moesten hebben; anders kon er geen wonder gebeuren. We waren zo blij dat het water inderdaad was gezakt toen we onze ogen opendeden.’

En het bleef zakken. Even later kwam hun vader naar buiten en vroeg of alles goed met ze was. Inmiddels was het donker geworden, dus ging hij weer naar binnen, zocht een kaars op en gebruikte wat benzine om een fakkel te maken zodat de buren konden zien dat ze zich in het huis bevonden.

Een van de buren zag de fakkel branden en kwam het gezin te hulp. Hij hielp de meisjes uit de boom en haalde samen met broeder Torres de voorwerpen weg die de deur van de slaapkamer versperden waar zuster Torres en Elizabeth zich bevonden. Het gezin bracht die nacht bij een familielid door.

Omdat het donker was toen ze het huis verlieten, had de familie Torres de omvang van de schade niet opgenomen. Toen ze op maandagochtend terugkeerden, bleek dat ze alles kwijt waren.

Desondanks kwam er geen klacht over hun lippen. ‘We wisten dat de Heer geeft en dat de Heer neemt’, zegt broeder Torres (zie Job 1:21). Hoewel er van hun huis en spullen weinig meer over was, zei zuster Torres dat ‘we gewoonweg dankbaar waren omdat we de vensters van de hemel voor ons hebben zien opengaan’, zowel bij het sparen van hun leven als bij de daaropvolgende zegeningen.

Veel van die zegeningen kwamen door de vrijgevigheid van leden van de kerk in heel Costa Rica. Tegen donderdag nam het gezin bedden en andere meubels, voedsel, kleding en andere benodigdheden in ontvangst van leden uit de verschillende ringen in en rondom San José. Vier dagen later had het gezin andere woonruimte gevonden.

‘We hebben gemerkt dat God zijn liefde voor ons via andere mensen toont’, zegt zuster Torres. ‘Er waren zoveel mensen, zoveel broeders en zusters, die ons destijds hebben geholpen. We hebben zoveel liefde gevoeld. We hadden geen reden om te vragen: “Waarom wij?”’

‘Het was een wonder dat we het allemaal hebben overleefd’, zegt broeder Torres. ‘Het geloof van ons gezin is zeker toegenomen. Ik weet zonder twijfel dat God leeft en ons liefheeft.’

Zuster Torres voegt daaraan toe: ‘We hebben als gezin altijd het volgende motto gehad: “God is in de details van ons leven te vinden.” Na onze ervaring weten we dat zeker. Onze Vader in de hemel kent ons. Hij beantwoordt onze gebeden.’

Illustraties Bjorn Thorkelson