Uit het zendingsveld
God beantwoordde beide gebeden
Toen ik in Durango (Mexico) op zending was, gaf onze zendingspresident alle zendelingen in ons zendingsgebied de uitdaging om een ‘week van offerande’ uit te proberen. Hij vroeg ons om die week harder te werken dan normaal en specifieke doelen te stellen. Mijn collega en ik hadden geloof dat als we op die manier offers brachten, de Heer ons zou zegenen en we vele mensen zouden vinden om te onderwijzen.
Maar tijdens de week van offerande hadden we niet veel succes. We vonden maar geen gezinnen om te onderwijzen en raakten teleurgesteld.
Op een ochtend na die week bekeken mijn collega en ik een kaart van ons gebied. Ons gebied was behoorlijk groot, maar we voelden dat we naar de verst gelegen uithoek moesten gaan.
Toen we daar aankwamen, vroegen we onze hemelse Vader in gebed naar welke straat en welk huis we moesten gaan. Toen we klaar waren, draaiden we ons om en wilden we alle straten uitkammen. We zagen een reling dichtbij en keken eroverheen. We zagen een vrouw zitten met haar ogen dicht en een bezem in haar handen.
Mijn collega zei: ‘Hallo!’ De vrouw hoorde ons, stond op en ging verder met vegen alsof er niets was gebeurd. Toen vertelden we haar dat we zendelingen van de kerk van Jezus Christus waren en dat we een boodschap voor haar hadden. Ze nodigde ons binnen en we hadden een zeer geestelijk gesprek. We spraken met haar over Joseph Smith, dat hij naar een bos ging en bad om de waarheid te vinden, en dat hij als antwoord op zijn gebed bezocht werd door God de Vader en Jezus Christus.
Ze onderbrak ons en zei: ‘Dat is waar. Ik weet dat God onze gebeden verhoort. Toen jullie me aanspraken, was ik aan het bidden en vroeg ik de Heer om iemand te sturen die me naar zijn pad kon leiden, en jullie kwamen direct.’
We voelden de Geest en getuigden dat God ons naar haar had gestuurd, en dat wij op datzelfde moment hadden gebeden om te weten wie van zijn kinderen onze hulp nodig had. Zuster Rufina liet zich al spoedig dopen. In de daaropvolgende weken lieten haar kinderen, kleinkinderen en zelfs enkele van haar buren zich dopen — in totaal twintig bekeerlingen in dat deel van ons gebied. De Heer leidde ons naar zuster Rufina, en via haar kwamen haar familie en buren met het evangelie in aanraking.
Ik weet dat onze hemelse Vader ons zegent als we Hem vragen, maar alleen nadat Hij ons geloof heeft beproefd. Ik ben dankbaar dat mijn collega en ik werktuigen in de handen van de Heer konden zijn en mensen vinden die klaar waren om naar de evangelieboodschap te luisteren. Ik weet dat God ieder van ons liefheeft en ons zal leiden als we erom vragen.