Tot geloof komen aan de einden der aarde
Ushuaia (Argentinië) mag dan wel aan het einde van de aarde liggen, maar voor wie het evangelie hier hebben aangenomen, is er sprake van het begin van een nieuw leven.
De vuurtoren Les Éclaireurs rijst als een wachtpost vanaf het eilandje in het ijskoude Beaglekanaal op. Les Éclaireurs betekent ‘de Scouts’ of ‘de Verlichters’ en zwaait om de tien seconden vanaf zijn eenzame positie met zijn lamp.
Acht kilometer noordwaarts ligt de zuidelijkst gelegen stad van Argentinië, Ushuaia, aan de punt van de archipel Tierra del Fuego. Zo’n 145 kilometer zuidwaarts ligt Kaap Hoorn, en nog verder naar onderen het bevroren zuidpoolgebied.
Voor wie De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hier aanhangen, in wat de plaatselijke bevolking ‘het einde der aarde’ noemt, dient Les Éclaireurs als een metafoor voor het herstelde evangelie. Net als een vuurtoren is het evangelie een baken dat hen vanuit de geestelijke duisternis van de wereld veilig op de oever van geloof en gemeenschapszin heeft gebracht.
Ik heb antwoorden gevonden
Guillermo Javier Leiva denkt terug aan de pijn van zijn scheiding in 2007. Hij moest een eigen flatje zoeken en kon niet meer elke avond thuiskomen bij zijn jongste zoon, Julian. Hij voelde zich leeg en eenzaam.
‘Ik was erg ongelukkig,’ zegt hij, ‘en op momenten dat ik het erg moeilijk had, zocht ik naar God.’
Guillermo begon om antwoord en hulp te bidden. ‘Ik zei: “Vader, ik ben het niet waardig dat U mijn huis binnenkomt, maar een woord van U zal voldoende zijn om me te genezen.”’
Het antwoord op dat gebed kwam enige tijd later toen twee jonge mannen met een wit overhemd en een stropdas hem aanspraken terwijl hij buiten zijn nieuwe flatje met zijn zoontje aan het spelen was.
‘Een van hen groette me en vroeg of ik gelovig was’, zegt hij. ‘Ik beaamde dat, maar zei ook dat ik niet de beste christen was.’ Toen vroeg hij of ik een boek wilde lezen als hij dat achter zou laten, en ik zei ja.’
Guillermo begon de verzen in Alma 32 te lezen die de zendelingen voor hem gemarkeerd hadden. Hij zegt daarover: ‘Ik voelde direct een grote vreugde in mijn ziel die ik al lang niet meer gevoeld had. Het boek raakte mijn hart. Ik kon het niet wegleggen.’
Guillermo ging niet meer naar de kerk waar hij lid van was, maar vertelde de zendelingen dat hij niet van plan was om zich opnieuw te laten dopen. Toch stelde hij hun bezoeken en hun leesopdrachten in het Boek van Mormon op prijs.
Onder het lezen treurde zijn ziel met Nephi toen hij merkte dat de profeet bedroefd was ‘wegens de verzoekingen en zonden die mij zo gemakkelijk overvallen’ (2 Nephi 4:18). ‘Ik wist dat ik ook gezondigd had,’ zegt Guillermo, ‘en ik voelde me er schuldig over.’
Terwijl hij las, voelde hij dat hij uit duisternis en wanhoop gered en in ‘het licht van de heerlijkheid Gods’ gebracht werd (Alma 19:6).
En toen hij over het doopverbond bij de wateren van Mormon las, zag hij het belang van de doop door het juiste priesterschapsgezag in. ‘Als ik erkende dat het zaadje goed was, wat kon ik “er dan op tegen [hebben] in de naam des Heren te worden gedoopt”?’ (Mosiah 18:10), vroeg hij zich af.
‘Ik kreeg steeds een vredig gevoel en meer inzicht wanneer ik las’, zegt Guillermo. ‘Ik besefte dat het Boek van Mormon het woord van God was waar ik in mijn gebeden om gevraagd had.’
Zijn doop in maart 2009 betekende voor hem een geestelijke wedergeboorte en hernieuwde hoop voor de toekomst. ‘De doop was een kans om opnieuw te beginnen’, zegt Guillermo. ‘Ik heb mijn leven veranderd. Ik ben nu erg gelukkig. Ik weet dat dit de ware kerk van Jezus Christus is en dat God gebeden verhoort, omdat Hij het belangrijkste gebed heeft verhoord dat ik ooit heb uitgesproken.’
We hadden een kerk nodig
Als kind had Amanda Robledo geen geestelijke remedie tegen de fysieke pijn die ze na de dood van haar moeder voelde. En haar echtgenoot, Ricardo, vond maar geen antwoord op zijn oprechte vragen op religieus gebied na de dood van zijn broer.
Een van die vragen was of er een kerk op aarde is die de leringen van Jezus Christus volgt. Hun zoektocht naar die kerk en naar antwoord op hun vragen voerde hen uiteindelijk tot het herstelde evangelie.
Ze bezochten verschillende kerkgenootschappen en onderzochten diverse godsdienstige overtuigingen. Ze zochten naar een kerk die niet alleen aan de leringen van Christus voldeed, maar ook hun gezin zou sterken.
‘Ons gezin maakte een moeilijke tijd door en we wisten dat we een kerk nodig hadden’, vertelt Amanda.
Aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw verhuisden Ricardo en Amanda met hun vier kinderen van Mendoza, in het noordwesten van Argentinië, naar Ushuaia. Toen de familie Robledo twee jaar later met de kerk in aanraking kwam, viel hun direct iets bijzonders aan de geest en de leringen van de voltijdzendelingen op.
Amanda wist maar weinig van de heiligen der laatste dagen af. ‘En ik had er niets goeds over gehoord’, zegt ze. Maar zij, Ricardo en hun kinderen konden zich vinden in wat ze leerden.
‘Ik voelde de Geest toen de zendelingen ons onderwezen’, zegt hun dochter Bárbara, die elf was in die tijd. ‘Ik vond het ook fijn dat ze ons leerden dat we als gezin konden bidden.’
Ricardo zegt dat ze door de zendelingenlessen, het lezen van het Boek van Mormon en het bezoeken van de kerk ‘alle antwoorden kregen die ze zochten — antwoorden over de doop, het vooraardse leven, de goddelijkheid van Christus, de onsterfelijkheid van de mens, evangelieverordeningen, het huwelijk en de eeuwige aard van het gezin’.
Het gezin Robledo was vooral blij met de leer van het herstelde evangelie dat ze als gezin eeuwig samen konden zijn.
‘Het was toen dat ik bekeerd raakte’, zegt Ricardo, die zich binnen drie weken na de eerste les liet dopen en nu als tweede raadgever in het districtspresidium werkzaam is. ‘Ik betreurde het verlies van mijn 49-jarige broer, maar begreep dat ik hem kon terugwinnen door het tempelwerk voor hem te verrichten. Die verzekering gaf me gemoedsrust en vreugde.’
Amanda, die zich samen met een van hun zoons een tijdje later liet dopen, zegt: ‘Ik heb mijn moeder al erg jong moeten missen. Ik dacht altijd dat ik haar kwijt was, wat me veel verdriet deed. Maar toen de zendelingen ons vertelden dat een gezin eeuwig samen kan zijn, raakte dat mij diep. Het is een heerlijke gedachte dat ik haar zal terugzien.’
Nadat Ricardo en Amanda in de Buenos Airestempel (Argentinië) een eeuwig huwelijk hadden gesloten, werden hun kinderen aan hen verzegeld. Het brengt Ricardo en Amanda veel vreugde dat hun gezin is verzegeld, dat het verordeningswerk voor vele overleden familieleden is verricht en dat drie van hun kinderen een voltijdzending hebben vervuld.
‘Een van de grootste zegeningen die we als lid van de kerk ontvangen hebben, is dat onze kinderen God gehoorzamen’, zegt Amanda.
Het begin van alles
Marcelino Tossen geloofde in God, las in de Bijbel en sprak graag over godsdienstige zaken. Toen de zendelingen op een warme januaridag in 1992 bij zijn flat aan de deur kwamen, liet hij ze dan ook binnen. Dat besluit veranderde zijn leven.
‘Ouderling Zanni en ouderling Halls werkten volgens de ingevingen van de Geest’, vertelt Marcelino. Al tijdens de eerste les vertelden de zendelingen hem dat hij zich in de kerk zou laten dopen en zelfs de precieze dag waarop zijn doop zou plaatsvinden.
‘Ik laat me niet dopen’, gaf Marcelino als weerwoord. ‘Ik wil alleen met jullie praten.’
De zendelingen gaven hem een Boek van Mormon en vroegen hem enkele verzen te lezen en die avond over hun boodschap te bidden. Dat deed hij, maar hij voelde er niets bij.
Tijdens een volgende les vroeg ouderling Zanni hem echter: ‘Zullen we bidden, zodat je onze hemelse Vader kunt vragen of de dingen die we je leren waar zijn?’
Marcelino zegt dat hij terwijl hij bad een enorm brandend gevoel in zijn hart kreeg. ‘Zoiets had ik nog nooit eerder meegemaakt. Ik was niet eens in staat om mijn gebed af te maken en ging staan.’
Ouderling Zanni vroeg Marcelino of hij tijdens zijn gebed iets gevoeld had. Toen Marcelino zei van niet, zei de zendeling: ‘Ik voelde de Geest heel sterk. Wat vreemd dat jij niets voelde.’
Marcelino vertelt dat de zendelingen, nadat hij had aangegeven wat hij gevoeld had, ‘uit de Leer en Verbonden voorlazen, waarin staat dat de Heer ons laat weten of iets juist is door ons vrede in ons gemoed te schenken of onze boezem in ons te doen branden [zie LV 6:23; 9:8]. Die dag was voor mij een keerpunt.’
Vanaf dat moment werkte de Geest op hem in en getuigde van de waarheid door middel van talloze geestelijke ervaringen. ‘Ik kreeg dat brandende gevoel opnieuw toen ik alleen thuis was’, zegt Marcelino. ‘Toen ik het raam opende, zag ik de zendelingen op een hoek dichtbij met mensen over de kerk spreken. Ik kon het voelen wanneer ze in de buurt waren en begon serieus over hun leringen na te denken.’
Marcelino werd hartelijk verwelkomd toen hij de kerk ging bezoeken. Hij liet zich vrij snel daarna op 22 april dopen — de precieze dag die de zendelingen drie maanden daarvoor genoemd hadden. Tegenwoordig is hij tweede raadgever in het presidium van het zendingsgebied Buenos Aires-Noord, nadat hij negen jaar als president van het district Ushuaia werkzaam was geweest.
‘Als we lezen dat de Heer “[z]ijn woord naar de einden der aarde [zal] zenden” [LV 112:4], is dat Ushuaia’, zegt president Tossen. ‘Ushuaia’ is het einde der aarde. Maar voor wie net als ik hier tot het evangelie zijn bekeerd, is dit het begin van alles. Hier vind je de vuurtoren aan het einde van de wereld. Maar hier heb ik het geloof en de vuurtoren van de Heer gevonden.’