2014
Tonga: een land gewijd aan God
Augustus 2014


Pioniers in het buitenland

Tonga een land gewijd aan God

Evening shot of the Nuku'alofa Tonga Temple.

Minder dan tien jaar nadat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in de Amerikaanse staat New York was opgericht, wendde een eilandenkoninkrijkje op duizenden kilometers afstand in de Grote Oceaan zich tot het christendom. In 1839 vertrouwde koning George Tupou I van Tonga zijn land, zijn volk en zijn nageslacht toe aan de bescherming van God. De proclamatie ‘God en Tonga zijn mijn erfgoed’ werd het motto van Tonga. Door dat erfgoed speelt godsdienst een grote rol in Tonga: elke Tongaan houdt de sabbat heilig als een dag van aanbidding.

De eerste zendelingen

De ouderlingen Brigham Smoot en Alva Butler, werkzaam in het zendingsgebied Samoa, werden aangewezen om het herstelde evangelie te verkondigen op de eilanden van Tonga. Na hun aankomst in 1891 gingen zij op audiëntie bij koning George Tupou I, die hun toestemming gaf om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Omdat de vooruitzichten goed waren, werdener meer zendelingen naar de eilanden geroepen en verkondigden zij ijverig het evangelie. Helaas was de groei van de kerk niet zo voorspoedig in Tonga als op de andere Polynesische eilanden van Tahiti, Hawaï, Nieuw-Zeeland en Samoa. In 1897 werden de zendelingen teruggehaald naar Samoa en werden de weinige bekeerlingen in Tonga een tijdlang zonder leiders gelaten.

Elders Brigham Smoot and Alva John Butler shaking hands with the king of Tonga as they ask permission to preach the gospel among his people.

In 1891 gingen de ouderlingen Brigham Smoot en Alva Butler op audiëntie bij koning George Tupou I en kregen toestemming om het evangelie te verkondigen aan zijn volk.

Door de Heer niet vergeten

‘Weet gij niet dat Ik, de Heer, uw God, […] hen gedenk die zich op de eilanden der zee bevinden […]?’ (2 Nephi 29:7.)

De Heer vergat de heiligen in het eilandenkoninkrijk Tonga niet. In 1907 kwamen de ouderlingen Heber J. McKay en W. O. Facer aan in Neiafu (Vava‘u), waar ze een gemeente en een schooltje oprichtten. Al gauw bloeide het zendingswerk op. In de daaropvolgende jaren werden er enkele gemeenten en scholen van de kerk opgericht op de eilanden.

Net als in andere delen van de wereld ondervond de kerk in Tonga de nodige weerstand, maar dit keer zou het evangelie er blijven. Door de opbloei van het zendingswerk konden er plaatselijke Tongaanse leden als kerkleider worden geroepen. Daardoor kon de kerk blijven gedijen toen de buitenlanders in periodes zoals de Tweede Wereldoorlog werden geëvacueerd.

Opbouw van een christelijke samenleving

Met de verbreiding van het evangelie over de eilanden werden er ook diverse scholen van de kerk gevestigd. In 1947 huurde de kerk een groot stuk grond en bouwde er een nieuwe school, het Liahona College, de huidige Liahona High School.

The Liahona High School in Tonga

De school, waarvan het gebouw in 1953 door ouderling LeGrand Richards (1886–1983) van het Quorum der Twaalf Apostelen werd ingewijd, zou ieder die er kwam een richtsnoer voor het leven verschaffen en jonge mensen voorbereiden om leiders te worden en anderen ten goede te beïnvloeden. De inwijding werd bijgewoond door koningin Salote Tupou III, die de school een middel noemde om een ‘christelijke samenleving’ op te bouwen om mensen uit alle lagen van de bevolking te verenigen. Sinds de vestiging van de school zijn duizenden afgestudeerde leerlingen zendeling, kerkleider en vooraanstaand lid van de gemeenschap geworden.

Tegenwoordig zijn er twee middelbare scholen van de kerk in Tonga: de Liahona High School, op het voornaamste eiland, Tongatapu, en de Saineha High School, op het eiland Vava‘u. Er zijn ook vijf middenscholen van de kerk: drie op Tongatapu, een op ‘Eua en een op Ha‘apai.

Een vervulde profetie

Toen president David O. McKay (1873–1970) in 1955 met zijn vrouw, Emma Ray, een bezoek bracht aan Tonga, behandelden de heiligen hen als koninklijke gasten. Dit was de eerste keer dat een president van de kerk een bezoek bracht aan de eilanden. Tijdens hun korte bezoekjes aan Tongatapu en Vava‘u hielden ze bijeenkomsten met de leden en gaven de Tonganen blijk van hun liefde en toewijding door muziek en dans, redevoeringen en feesten. Tijdens het bezoek van president McKay aan de heiligen in Vava‘u werd hij geïnspireerd om te onthullen dat hij een visioen had gehad van ‘een tempel op een van deze eilanden, waar de kerkleden heen kunnen gaan om de zegeningen van Gods tempel te ontvangen.’ Een van de leden tekende de reactie van de Tonganen op: ‘Alle aanwezigen braken in tranen uit.’1

Bijna dertig jaar later, in augustus 1983, werd de Nuku‘alofatempel ingewijd door president Gordon B. Hinckley (1910–2008), die destijds raadgever in het Eerste Presidium was. Ik herinner me dat ik als tienermeisje meemaakte dat er heiligen der laatste dagen van andere eilanden en Tonganen die overzee woonden voor deze mooie gelegenheid naar het eiland kwamen. Ik woonde een van de inwijdingsdiensten bij en zong in het koor. Ik herinner me het warme gevoel dat ik kreeg toen ik president Hinckley hoorde spreken. Ik wist toen dat hij door God was geroepen. Toen we het Hosanna zongen, begreep ik bovendien hoezeer de Heer zijn kinderen liefheeft.

De Heer heeft altijd aan de mensen op de eilanden der zee gedacht, en op die dag ging de profetie van president McKay in vervulling.

Herinwijding van het huis des Heren

Vanwege de toenemende groei van de kerk in Tonga werd de tempel wegens renovatie voor twee jaar gesloten. Er werden onder meer ruimtes vergroot, er werd een extra verzegelkamer toegevoegd en er werden Polynesische motieven aangebracht op muren en plafonds.

Begin 2007 werden mijn man en ik geroepen om een culturele viering op touw te zetten tere ere van de herinwijding van de tempel. Die viering zou op 3 november worden gehouden, de dag voor de herinwijdingsdiensten.

Het was ons doel om zoveel mogelijk jongeren uit de ringen in Tongatapu erbij te betrekken en een presentatie voor te bereiden die de heiligen geestelijk zou voorbereiden op de herinwijding van de tempel de volgende dag. Het evenement zou live op de televisie worden uitgezonden en ook op de andere eilanden en elders in de wereld te zien zijn, dus dit was een grote opgaaf.

De productie had de titel ‘De blijvende schat’. De presentatie bestond uit volksdansen uit Tonga, Hawaï, Tahiti, Nieuw-Zeeland, Fiji en Samoa. Het verhaal ging over een echtpaar dat hun kleinste kind had verloren en op de vele Polynesische eilanden op zoek was naar een schat die hun verlies zou verzachten. Ze vonden op elk eiland geschenken, maar geen daarvan verlichtte hun verdriet. Toen ze terugkeerden naar Tonga, vertelden de zendelingen ze over het evangelie en vernamen ze dat er een ‘blijvende schat’ was — het eeuwige gezin en de zegen om ooit herenigd te worden met hun overleden kind.

In de week van de herinwijding was er zware regenval. Bij onze generale repetitie op 2 november was het bewolkt. Ik vroeg de jongeren om thuis voor goed weer te bidden zodat ze zouden kunnen optreden voor Tonga, voor de kijkers via satelliettelevisie, en vooral voor de profeet. Die avond regende het pijpenstelen, en de volgende ochtend was de lucht nog steeds dreigend.

Op zaterdagavond kwamen drieduizend jonge mensen bijeen in het Teufaivastadion om naar ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen te luisteren, die wegens de slechte gezondheid van president Hinckley was gestuurd om de tempel opnieuw in te wijden. Ik zal de opvoering nooit vergeten. Alles kwam op zijn pootjes terecht. Het weer was precies goed, de geluidsinstallatie die eerder niet werkte deed het uitstekend, en de jongemannen en jongevrouwen dansten naar hartenlust.

We hadden een wonder gezien. Onze hemelse Vader had de gebeden van zijn kinderen verhoord en de regen geweerd. We konden tegelijkertijd de stemming bepalen voor de tempelinwijding de volgende dag door de leden eraan te herinneren dat een eeuwig gezin een blijvende schat is, en dat de tempel is gebouwd om die zegening mogelijk te maken.

Een volk toegewijd aan de Heer

De kerk groeit nog steeds in Tonga, en de leiderschapsfuncties worden bezet door plaatselijke leden. De eilanden zijn bezaaid met kerkgebouwen, en door de toename van het aantal zendelingen wordt het werk bespoedigd. De scholen van de kerk hebben een gevestigde reputatie en blijven kloekmoedige zendelingen, toekomstige leiders en goede vaders en moeders voortbrengen.

De heiligen hoeven geen lange bootreis naar het vasteland meer te maken om de algemene conferentie te beluisteren. Door de techniek kunnen de leden in hun eigen ring naar de algemene conferentie kijken, en naar de gebiedsconferenties die vanuit Nieuw-Zeeland worden uitgezonden.

Te midden van de beroering die de veranderingen in Tonga opleveren, houden de heiligen hun erfgoed van geloof in stand. Zij zijn een volk dat 175 jaar geleden al aan God toegewijd was. Nu zijn zij een volk dat hun leven en alles wat zij bezitten blijft toewijden aan de Heer.

Noot

  1. R. Lanier Britsch, Unto the Islands of the Sea: A History of the Latter-day Saints in the Pacific (1986), p. 472.