2015
Was mijn maaltijd te eenvoudig?
Juni 2015


Was mijn maaltijd te eenvoudig?

Jennifer Klingonsmith (Utah, VS)

illustration of casserole dish with hands clasping in front of it

De volgende middag kreeg ik de ingeving om het avondeten dat ik aan het koken was naar zuster Morgan en haar man te brengen voor hun trouwdag.

Illustraties Bradley H. Clark

Een paar jaar lang was ik huisbezoekster van een buurvrouw en vriendin, zuster Morgan. Ze was een generatie ouder dan ik, dus leerde ik minstens zoveel van haar en haar leven als zij van mijn huisbezoekboodschappen.

In de periode dat ik haar huisbezoekster was, werd bij zuster Morgan kanker vastgesteld. Ik stond versteld hoe dapper ze haar medische behandelingen onderging en vrijwel altijd een glimlach op haar gezicht had.

Op een van mijn bezoeken vertelde ze dat de volgende dag haar trouwdag zou zijn. Ons gesprek ging al snel over op andere zaken en het bezoek liep ten einde.

De volgende middag kreeg ik de ingeving om het avondeten dat ik aan het koken was naar zuster Morgan en haar man te brengen voor hun trouwdag. Ik wuifde die ingeving eerst weg omdat ik maar een gewone doordeweekse maaltijd aan het bereiden was. Zo’n eenvoudig gerecht was toch niet geschikt voor zo’n speciale gelegenheid.

Maar de ingeving bleef. Ik belde mijn man op het werk, hopend dat hij het ook geen goed idee vond. Maar hij moedigde me juist aan zuster Morgan te bellen en te zeggen dat ik avondeten kwam brengen.

Ik durfde mijn vriendin uit schaamte voor mijn eenvoudige maaltijd en door de gedachte om aanmatigend over te komen niet te bellen, maar kon het gevoel niet van me afzetten dat ik mijn avondeten moest delen. Dus deed ik het eten in een schotel en liep nerveus naar de overkant van de straat.

Bij de tuin aangekomen, zag ik broeder en zuster Morgan hun auto instappen. Ik zei dat ik avondeten voor hun trouwdag had meegenomen en hoopte dat ze dat niet erg vonden.

Er verscheen een glimlach op zuster Morgans gezicht. Ze legde uit dat ze hun trouwdag maar in een snackbar in de buurt wilden vieren, omdat ze door de kankerbehandelingen te moe was om zelf te koken of ergens anders heen te gaan. Ze leek opgelucht dat ze thuis kon blijven om daar te eten.

Ik voelde me opgelucht en blij dat ze mijn eenvoudige maaltijd aannamen.

Nog geen twee maanden later, toen zuster Morgan haar kankerbehandelingen net achter de rug had, overleed haar lieve man aan een plotselinge ziekte. Hun trouwdag die paar weken daarvoor was de laatste die ze samen hadden gevierd.

Ik heb die zomer veel geleerd over het volgen van de stille, zachte stem van de Geest ten dienste van anderen. De hulp die aan ons wordt gevraagd — of ingegeven — kan in onze ogen ongemakkelijk, ongelegen of bescheiden zijn, maar wel precies wat nodig is. Door deze gebeurtenis heb ik de moed gekregen om te dienen in welke vorm de Heer me ook nodig heeft. Ook is mijn geloof toegenomen ‘om hemelse hulp’ te verlenen (‘Wij zusters in Zion’, Lofzangen, nr. 200).