2015
Onze goddelijke aard ontdekken
November 2015


Onze goddelijke aard ontdekken

We komen naar deze aarde om de zaadjes van onze goddelijke aard te voeden en ontdekken.

Zusters, we houden van u! Ik getuig dat het leven een geschenk is. God heeft voor iedereen een plan en onze individuele bestemming was lang voordat we naar deze aarde kwamen bekend.

Onlangs besefte ik welk een wonder de geboorte van een baby in de sterfelijkheid als deel van het plan van de Heer is. Wij hebben ons allemaal lichamelijk in de baarmoeder van onze moeder ontwikkeld en waren maandenlang van haar lichaam afhankelijk voor ons welzijn. Uiteindelijk scheidde het proces van geboorte — dramatisch voor moeder en kind — ons.

Pasgeborenen

Als een baby in deze wereld verschijnt, veroorzaken de verandering van temperatuur en licht en het plotselinge loslaten van druk op de borst, dat de baby voor het eerst naar lucht snakt. De kleine longen vullen zich voor het eerst met lucht, de organen gaan aan het werk en de baby begint te ademen. Als de navelstreng wordt doorgeknipt, is die reddingslijn tussen moeder en kind voor altijd verbroken en het leven van de baby op aarde begint.

Job heeft gezegd: ‘De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt.’1

We komen naar deze wereld ‘op wolken van heerlijkheid’.2 In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ staat dat ieder van ons ‘een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders’ is en dat ieder van ons ‘een goddelijke aard en bestemming’ heeft.3 Onze hemelse Vader laat ons genereus in een deel van zijn goddelijke aard delen. Die goddelijke aard is een geschenk van Hem gegeven met een liefde die slechts een ouder kan voelen.

We komen naar deze aarde om de zaadjes van onze goddelijke aard te voeden en ontdekken.

Wij weten waarom

Elaine Cannon, voormalig algemeen jongevrouwenpresidente, heeft gezegd: ‘Er zijn twee belangrijke dagen in het leven van een vrouw: de dag waarop ze geboren wordt en de dag waarop ze ontdekt waarom.’4

Wij weten waarom. Wij zijn naar deze aarde gekomen om zijn koninkrijk op te helpen opbouwen en ons op de wederkomst van zijn Zoon, Jezus Christus, voor te bereiden. Bij iedere ademtocht proberen we Hem te volgen. Onze goddelijke aard wordt verfijnd en versterkt doordat we ons best doen om dichter tot onze Vader en zijn Zoon te komen.

Onze goddelijke aard heeft niets te maken met onze persoonlijke prestaties, de status die we bereiken, het aantal marathons dat we lopen of onze populariteit of gevoel van eigenwaarde. Onze goddelijke aard komt van God. Zij kreeg vorm in een bestaan dat aan onze geboorte voorafging en zal voor eeuwig blijven bestaan.

Wij zijn geliefd

Wij identificeren ons met onze goddelijke aard als we de liefde van onze Vader in de hemel voelen en doorgeven. We zijn vrij om die te voeden en te laten bloeien en groeien. Petrus heeft gezegd dat ons ‘kostbare beloften’ zijn geschonken, opdat we ‘deel [zouden] krijgen aan de goddelijke natuur.’5 Als we begrijpen wie we zijn, dochters van God, gaan we die kostbare beloften voelen.

Als we door een raam kijken, niet alleen in een spiegel, kunnen we onszelf als de zijnen zien. We richten ons dan vanzelf in gebed tot Hem en we lezen zijn woord graag en willen zijn wil doen. We zijn in staat om naar Hem op te kijken voor goedkeuring, verticaal, en niet horizontaal, van de wereld om ons heen of van vrienden op facebook of instagram.

Als u ooit aan die vonk van goddelijkheid in u twijfelt, kniel dan in gebed neer en vraag hemelse Vader: ‘Ben ik werkelijk uw dochter en houdt U van mij?’ Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Een van de mooiste boodschappen die de Geest ons zendt, is wat de Heer voor u voelt.’6

Wij zijn de zijnen. Paulus heeft gezegd: ‘De Geest zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’7 Vaak is het eerste jeugdwerkliedje dat we leren ‘Ik ben een kind van God.’8 Nu wordt het tijd om op die geliefde zin ‘Ik ben een kind van God’ de vraag te laten volgen: ‘Dus wat ga ik doen?’ We kunnen ook vragen stellen als: ‘Wat ga ik doen om als een kind van God te leven? Hoe kan ik de goddelijke aard in mij ontwikkelen?’

President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd: ‘God heeft u hier naartoe gezonden om u voor te bereiden op een toekomst die grootser is dan u zich nu voor kunt stellen.’9 De toekomst verwezenlijkt zich, dag voor dag, als u meer doet dan bestaan, ja, als u leeft om aan het doel van uw schepping te beantwoorden. Dan nodigt u de Heer bij u uit en laat u zijn wil de uwe worden.

Vanwege onze goddelijke aard leren we

Onze goddelijke aard fluistert ons het verlangen in om deze eeuwige waarheden zelf te kennen.

Een jonge vrouw, Amy genaamd, maakte mij dat duidelijk toen ze schreef: ‘Het is tegenwoordig moeilijk om tiener te zijn. Het pad wordt smaller. Satan doet zijn best. Er is alleen goed of slecht; tussenin bestaat niet.’

Ze vervolgde: ‘Het is soms moeilijk om goede vriendinnen te vinden. Zelfs al je denkt dat je heel goede vriendinnen hebt, die blijven, kan dat zomaar veranderen. Daarom ben ik erg blij dat ik familie, mijn hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest heb, die allemaal bij mij kunnen zijn als het misgaat met vriendinnen.’

Amy zei verder: ‘Op een avond was ik erg bezorgd. Ik vertelde mijn zus dat ik niet wist wat ik doen moest.’

Later die avond stuurde haar zus haar een berichtje en haalde daarin ouderling Jeffrey R. Holland aan, die had gezegd: ‘Geef het niet op. […] Stop niet. Loop door. Blijf het proberen. Er komt hulp en er komt weer geluk. […] Het komt uiteindelijk allemaal goed. Vertrouw op God en geloof in goede dingen die zullen komen.’10

Amy vertelde: ‘Ik wist nog dat ik dat las en bad dat ik Gods liefde mocht voelen als Hij echt voor me klaarstond.’

Ze zei: ‘Zodra ik dat vroeg en geloofde dat Hij er was, kreeg ik een ongelooflijk gelukkig, warm gevoel. Ik heb er geen woorden voor. Ik wist dat Hij er was en dat Hij van me hield.’

Omdat u zijn kind bent, weet Hij wat u kunt worden. Hij kent uw angsten en dromen. Hij ziet uit naar de ontplooiing van uw potentieel. Hij wacht tot u in gebed tot Hem komt. Omdat u zijn kind bent, hebt u Hem nodig, maar Hij heeft u ook nodig. De zusters die nu in deze bijeenkomst om u heen zitten hebben u nodig. De wereld heeft u nodig en uw goddelijke aard maakt u tot een betrouwbare discipel voor al zijn kinderen. Als we het goddelijke in onszelf eenmaal zien, kunnen we het ook in anderen zien.

Vanwege onze goddelijke aard dienen we

Onze goddelijke aard roept het verlangen om anderen te dienen in ons op.

Moeder en kind tijdens hongersnood in Ethiopië

Onlangs vertelde Sharon Eubank, voorzitter van Humanitarian Services and LDS Charities, een verhaal dat ze van ouderling Glenn L. Pace had gehoord. Er heerste halverwege de jaren tachtig een algehele droogte en ernstige hongersnood in Ethiopië. Er werden hulpposten voor voedsel en water opgezet voor hen die ernaar toe konden komen. Een oude man die aan het verhongeren was liep een heel eind om zo’n hulppost te bereiken. Toen hij langs een dorp liep, hoorde hij een baby huilen. Hij zocht tot hij de baby op de grond naast zijn dode moeder vond. Hij nam de baby op en liep nog 40 kilometer naar de hulppost. Toen hij aankwam, waren zijn eerste woorden niet ‘Ik heb honger’ of ‘Help mij’, maar ‘Wat kunt u voor deze baby doen?’11

Onze goddelijke aard ontsteekt ons verlangen om anderen de hand te reiken en zet ons aan tot handelen. Onze hemelse Vader en Jezus Christus kunnen ons de kracht daarvoor helpen vinden. Kan het zijn dat de Heer ons vraagt: ‘Wat kun je doen voor deze dochter, deze broeder, deze vader, deze vriend?’

Door de influistering van de Geest kan de goddelijke aard van een twijfelaar, na een diep snakken naar lucht, vrede vinden en weer ademen.

Als de profeet spreekt weerklinken zijn woorden in ons door onze goddelijke aard en geven ons kracht om hem te volgen.

Als we wekelijks onze Heiland, Jezus Christus, bij het avondmaal gedenken, wakkeren we de hoop op het goddelijke in ons aan.

Ik beloof u dat u, als u de diepte van uw goddelijke aard ontdekt, uw kostbare geschenk zult gaan vergroten. Laat het u leiden om zijn dochter te worden en het pad naar Hem terug te bewandelen — waar we ‘worden teruggebracht bij die God die [ons] de levensadem heeft gegeven.’12 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Job 33:4.

  2. ‘Ode: Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood’, The Complete Poetical Works of William Wordsworth (1924), 359.

  3. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.

  4. Elaine Cannon, ‘“Let Me Soar”, Women Counseled’, Church News, 17 oktober, 1981, 3.

  5. 2 Petrus 1:4.

  6. M. Russell Ballard, ‘Women of Righteousness’, Liahona, december 2002, 42.

  7. Romeinen 8:16.

  8. Zie ‘Ik ben een kind van God’, Lofzangen, nr. 195.

  9. Dieter F. Uchtdorf, ‘Het evangelie met vreugde naleven’, Liahona, november 2014, 121.

  10. Jeffrey R. Holland, ‘Hogepriester van goede dingen die zullen komen’, Liahona, januari 2000, 45.

  11. Zie Glenn L. Pace, ‘Infinite Needs and Finite Resources’, Ensign, juni 1993, 52.

  12. 2 Nephi 9:26.