Wie de geboden van God onderhouden, worden gezegend en zijn gelukkig
De barrières die de Heer heeft opgeworpen, zorgen voor een veilige haven, die ons beschermt tegen boze en vernietigende invloeden.
Toen ik enige tijd geleden in Australië was, bezocht ik de prachtige Horseshoe Bay, een vermaard surfparadijs. Toen ik langs het strand liep, was ik diep onder de indruk van de hoge, aanrollende golven die vlak buiten de baai braken en de kleinere golven die dichter bij het strand binnenrolden.
Toen ik verder liep, kwam ik een groep Amerikaanse surfers tegen. Ze waren duidelijk ontstemd over iets. Ze spraken luid en wezen naar de zee. Toen ik vroeg wat er aan de hand was, wezen ze naar de hoge golven die vlak buiten de baai braken.
‘Kijk daar eens’, zei een van hen boos. ‘Ziet u die barrière?’ Toen ik aandachtiger keek, zag ik inderdaad een barrière in de monding van de baai, precies op het punt waar de grote golven braken. De barrière was van stevig vlechtwerk gemaakt en werd door boeien op zijn plaats gehouden. Volgens de surfers reikte de barrière tot de bodem van de oceaan.
De Amerikaanse surfer zei verder: ‘We zijn hier op een eenmalige reis om op deze hoge golven te surfen. We kunnen op de kleinere golven in de baai surfen, maar de barrière maakt het onmogelijk om dat op die grote golven te doen. We hebben geen idee waarom die barrière daar is. We weten alleen maar dat dit onze reis verknalt.’
Terwijl de Amerikaanse surfers steeds meer misbaar maakten, trok een andere surfer mijn aandacht, een oudere man die blijkbaar in de buurt woonde. Het leek wel of hij wat geïrriteerd raakte door de steeds luidere klachten over de barrière.
Uiteindelijk stond hij op en liep naar de groep toe. Zonder iets te zeggen haalde hij een verrekijker uit zijn rugzak en gaf die aan een van de surfers. Toen wees hij naar de barrière. Alle surfers keken om de beurt door de verrekijker. Toen ik aan de beurt was, zag ik met behulp van de verrekijker iets wat ik eerder niet had gezien: rugvinnen — grote haaien die aan de andere kant van de barrière op het rif aan het foerageren waren.
De groep werd meteen stil. De oude surfer vroeg zijn verrekijker terug en liep weg. Terwijl hij wegliep, zei hij iets wat ik nooit zal vergeten: ‘Ik zou maar niet al te kritisch op de barrière zijn’, zei hij. ‘Zonder die barrière zouden jullie al lang verslonden zijn.’
Daar op dat prachtige strand dachten we er opeens heel anders over. De barrière die star en beperkend leek — die het plezier en de opwinding van surfen op de hoge golven leek te beperken — was nu iets heel anders geworden. Met ons nieuwe begrip van het gevaar dat op de loer lag, bood de barrière nu bescherming, veiligheid en gemoedsrust.
Voor u en mij die ons levenspad bewandelen en onze dromen achternalopen, kunnen Gods geboden en normen — net als de barrière — soms moeilijk te begrijpen zijn. Ze lijken wellicht star en onbuigzaam, en weerhouden ons van het plezier en de opwinding die heel veel anderen lijken te hebben. Volgens de apostel Paulus kijken wij ‘door middel van een spiegel in een raadsel’1 met zo’n beperkt zicht dat we vaak niet de grote gevaren begrijpen die op de loer liggen.
Maar Hij die ‘alle dingen doorgrond[t]’2, weet precies waar die gevaren zich bevinden. Hij geeft ons goddelijke leiding, door middel van zijn geboden en liefdevolle aanwijzingen, zodat wij die gevaren zullen mijden en een levenskoers zullen kiezen die bescherming biedt tegen geestelijke roofdieren en de opengesperde kaken van zonde.3
We geven blijk van onze liefde voor God en van ons geloof in Hem als we elke dag ons best doen om op het pad te blijven dat Hij voor ons heeft uitgestippeld en zijn geboden te onderhouden. We geven vooral blijk van ons geloof en onze liefde in situaties waarin we de reden voor Gods bevelen of het pad dat Hij ons vraagt te nemen niet volledig begrijpen. Het is relatief makkelijk om achter de veilige barrière te blijven als we weten dat er aan de andere kant van de barrière roofdieren op de loer liggen. Het is moeilijker om dat te doen als we alleen maar de opwindende en aanlokkelijke golven aan de andere kant zien. Maar het is juist op die momenten — de momenten waarop we ervoor kiezen om ons geloof te oefenen, op God te vertrouwen en onze liefde voor Hem te tonen — dat we groeien en de meeste vooruitgang maken.
In het Nieuwe Testament begreep Ananias niet waarom de Heer hem gebood om Saulus op te zoeken en hem een zegen te geven — een man die letterlijk bevoegd was om de volgelingen van Christus gevangen te nemen. Maar omdat Hij gehoorzaam aan Gods gebod was, speelde Ananias een belangrijke rol in de geestelijke geboorte van de apostel Paulus.4
Door op de Heer te vertrouwen, ons geloof te oefenen, zijn geboden te onderhouden en het pad te volgen dat Hij voor ons heeft uitgestippeld, worden we steeds meer de persoon die de Heiland in gedachten heeft. Dit ‘worden’ — deze bekering van het hart — is allerbelangrijkst. Ouderling Dallin H. Oaks heeft ons geleerd: ‘Het is niet genoeg als iemand alleen maar plichtmatig doet wat er gedaan moet worden. De geboden, verordeningen en verbonden van het evangelie zijn geen lijst van stortingen op de een of andere hemelse bankrekening. Het evangelie van Jezus Christus is een plan dat ons leert hoe we kunnen worden wat onze hemelse Vader van ons verwacht.’5
Daarom houdt echte gehoorzaamheid in dat we ons volledig aan Hem overgeven en Hem toestaan onze koers te bepalen, zowel op kalme als onstuimige wateren. We moeten begrijpen dat Hij meer van ons kan maken dan wij ooit zelf kunnen doen.
Als we ons aan zijn wil onderwerpen, zullen we meer gemoedsrust en geluk vinden. Koning Benjamin heeft gezegd dat zij die de geboden van God onderhouden, gezegend en gelukkig zijn ‘in alle dingen, zowel stoffelijke als geestelijke.’6 God wil dat wij vreugde hebben. Hij wil dat wij gemoedsrust hebben. Hij wil dat wij succes hebben. Hij wil dat wij veilig zijn en beschermd worden tegen alle wereldse invloeden om ons heen.
Met andere woorden, de geboden van de Heer zijn geen moeilijk onderwaterdoolhof met barrières die we in dit leven moeten verduren om in het volgende leven verhoogd te kunnen worden. De barrières die de Heer heeft opgeworpen, zorgen er juist voor dat er een veilige haven voor ons is, zodat de boze en vernietigende invloeden ons niet naar de diepten van de wanhoop meesleuren. De geboden van de Heer zijn uit liefde en zorg gegeven. Ze zijn bedoeld om ons in dit leven vreugde te geven,7 net zozeer als ze bedoeld zijn om ons in het volgende leven vreugde en verhoging te geven. Ze markeren de weg die wij moeten volgen — en wat nog belangrijker is, ze werpen licht op wie wij moeten worden.
Zoals met alle goede en ware dingen is Jezus Christus het beste voorbeeld. De daad van de grootste gehoorzaamheid ooit vond plaats toen de Zoon Zich aan de wil van de Vader onderwierp. Nadat Hij nederig had gevraagd of de bittere drinkbeker aan Hem voorbij mocht gaan — of Hij wellicht een andere koers mocht volgen — koos Christus voor het pad dat zijn Vader wilde dat Hij nam. Dat was het pad dat Hem via Gethsémané naar Golgotha bracht, waar Hij onvoorstelbaar lijden moest doorstaan en waar Hij volkomen op Zichzelf werd teruggeworpen toen de Geest van zijn Vader Zich aan Hem onttrok. Maar datzelfde pad leidde op de derde dag tot een leeg graf, met vreugdekreten als ‘Hij is opgestaan!’8 in de oren en het hart van hen die Hem liefhadden. Daarbij hoorde onvoorstelbare vreugde en troost, toegespitst op zijn verzoening voor al Gods kinderen in de eeuwigheid. Omdat Hij zijn wil aan die van de Vader onderwierp, gaf Christus ons de mogelijkheid van eeuwige vrede, eeuwige vreugde en het eeuwige leven.
Ik getuig dat wij kinderen van een liefdevolle God zijn. Ik getuig dat Hij wil dat wij gezegend worden en gelukkig en veilig zijn. Daarom heeft Hij voor ons de koers terug naar Hem uitgestippeld, en heeft Hij barrières opgeworpen om ons onderweg te beschermen. Door ons best te doen om die koers te volgen, zullen we veiligheid, geluk en gemoedsrust vinden. En als we ons aan zijn wil onderwerpen, zullen we worden wat Hij wil dat wij worden. In de naam van Jezus Christus. Amen.