2020
Diep in ons hart
Mei 2020


2:3

Diep in ons hart

De Heer probeert ons allen te helpen om het evangelie diep in ons hart te laten doordringen.

Zusters en broeders, we leven in een geweldige tijd. Nu we het begin van de herstelling vieren, is het ook gepast om de voortgaande herstelling te vieren waar we getuige van zijn. Ik verheug me met u dat we in deze tijd leven. 1 Door middel van zijn profeten voorziet de Heer ons steeds van al het nodige om ons op zijn wederkomst voor te bereiden. 2

Een van die dingen is het nieuwe programma voor kinderen en jongeren. Velen van u zijn op de hoogte van dat programma, met doelstellingen, nieuwe emblemen en FSY-conferenties. Maar we moeten oppassen dat het programma de beginselen en het doel ervan niet gaat overschaduwen, namelijk om het evangelie van Jezus Christus diep in het hart van onze kinderen en jongeren te laten doordringen. 3

Wanneer we die beginselen beter gaan begrijpen, zullen we inzien dat het meer is dan een programma voor leden van 8 tot 18. Dan gaan we inzien dat de Heer ons allen probeert te helpen om zijn evangelie diep in ons hart te laten doordringen. Ik bid dat de Heilige Geest ons zal helpen om gezamenlijk te leren.

Relaties – ‘Wees bij hen’ 4

Het eerste beginsel is relaties. Omdat ze zo’n natuurlijk deel van De Kerk van Jezus Christus uitmaken, vergeten we soms hoe belangrijk relaties in onze voortdurende reis richting Christus zijn. Er wordt niet van ons verwacht dat we het verbondspad alleen vinden en volgen. We hebben de liefde en steun nodig van ouders, andere familieleden, vrienden en leidinggevenden die het pad ook volgen.

Dergelijke relaties kosten tijd. Tijd om bij elkaar te zijn. Tijd om samen te lachen, te spelen, te leren en te dienen. Tijd om elkaars interesses en moeilijkheden te begrijpen. Tijd om open en eerlijk tegen elkaar te zijn terwijl we ons best doen om samen vooruitgang te maken. Die relaties zijn een van de belangrijkste redenen waarom we als gezin, quorum, klas en kerkunit bij elkaar komen. Ze zijn het fundament van doeltreffende bediening. 5

Ouderling Dale G. Renlund heeft ons een sleutel gegeven voor het ontwikkelen van die relaties: ‘Als we anderen doeltreffend willen dienen [moeten we] hen […] door de ogen van onze hemelse Vader [zien]. Alleen dan zullen we de echte waarde van een ziel gaan beseffen. Alleen dan zullen we ons bewust worden van de liefde die onze hemelse Vader voor al zijn kinderen voelt.’ 6

Anderen zien zoals God hen ziet, is een gave. Ik moedig ons allen aan om naar die gave te streven. Als onze ogen worden geopend om te zien, 7 zijn we ook in staat om anderen duidelijk te maken dat ze zichzelf moeten zien zoals God hen ziet. 8 President Henry B. Eyring heeft nadruk op de kracht hiervan gelegd: ‘Wat [anderen] van [u] leren betreffende wie ze zijn en wat ze kunnen worden, is het belangrijkst. Ik denk dat ze dat niet zozeer van een preek leren. Maar ze leren van hun gevoelens over wie u bent, wie zij volgens u zijn en wie zij volgens u kunnen worden.’ 9 Als we ertoe bijdragen dat anderen hun ware aard en doel gaan begrijpen, is dat een van de grootste gaven die we kunnen geven. 10 Door anderen en onszelf te zien zoals God ons ziet wordt ons hart in eenheid en in liefde jegens elkaar verweven. 11

Met de toenemende wereldse invloeden die aan ons trekken, hebben we de kracht nodig die uit liefdevolle relaties voortkomt. Dus als we activiteiten, vergaderingen en andere bijeenkomsten plannen, laten we dan niet het overkoepelende doel vergeten om liefdevolle relaties op te bouwen die ons verenigen en waardoor het evangelie van Jezus Christus dieper in ons hart doordringt. 12

Openbaring, keuzevrijheid en bekering – ‘Verbind ze met de hemel’ 13

Het is natuurlijk niet voldoende om alleen met elkaar verbonden te zijn. Er zijn veel groepen en organisaties die door allerlei doelen eenheid bevorderen. Maar de eenheid waar wij naar streven, is één in Christus te worden, ons met Hem te verbinden. 14 Als we ons hart met de hemel willen verbinden, hebben we zelf geestelijke ervaringen nodig, zoals ouderling Anderson net zo welsprekend heeft uitgelegd. 15 We krijgen die ervaringen wanneer de Heilige Geest de woorden en liefde van God in ons verstand en hart brengt. 16

We krijgen die openbaring door de Schriften en in het bijzonder het Boek van Mormon, door geïnspireerde woorden van hedendaagse profeten en andere getrouwe discipelen, en door de Heilige Geest. 17 Die woorden zijn meer dan inkt op papier, geluidsgolven in onze oren, of gedachten of gevoelens in ons verstand en hart. Het woord van God is geestelijke kracht. 18 Het is waarheid en licht. 19 Het is de manier waarop we Hem horen! Het woord initieert en vergroot ons geloof in Christus en is de brandstof voor ons verlangen om meer op de Heiland te lijken, ons te bekeren en het verbondspad te volgen. 20

Vorig jaar april heeft president Russell M. Nelson ons de centrale rol van bekering in deze openbarende reis duidelijk gemaakt. 21 Hij zei toen: ‘Als we ons willen bekeren, moeten we veranderen! We staan de Heiland toe om ons in de beste versie van onszelf te veranderen. […] Dan besluiten we om meer zoals Jezus Christus te worden!’ 22 Door dat proces van verandering, waarvan het woord van God de brandstof is, krijgen we contact met de hemel.

Het beginsel keuzevrijheid ligt ten grondslag aan de uitnodiging van president Nelson om ons te bekeren. We moeten zelf voor bekering kiezen. We kunnen ons hart niet dwingen het evangelie te aanvaarden. Ouderling Renlund heeft gezegd: ‘Het doel van onze hemelse Vader voor de opvoeding is niet zozeer om zijn kinderen het goede te laten doen, als wel om zijn kinderen voor het goede te laten kiezen.’ 23

In de programma’s die door het programma voor kinderen en jongeren zijn vervangen, bevonden zich ruim vijfhonderd verschillende vereisten om bepaalde blijken van erkentelijkheid te ontvangen. 24 Nu is er eigenlijk nog maar één. Het is een aanmoediging om ervoor te kiezen meer op de Heiland te gaan lijken. Dat doen we als we het woord Gods via de Heilige Geest ontvangen en Christus toestaan om ons in de ‘beste versie van onszelf’ te veranderen.

Dat is veel meer dan een oefening op het gebied van doelen stellen of zelfverbetering. Doelen zijn eenvoudigweg een hulpmiddel waarmee we ons door openbaring, keuzevrijheid en bekering met de hemel verbinden – om tot Christus te komen en zijn evangelie dieper in ons hart te laten doordringen.

Betrokkenheid en opoffering – ‘Laat ze leidinggeven’ 25

En als we het evangelie van Jezus Christus ten slotte diep in ons hart willen verankeren, moeten we ons inzetten – moeten we onze tijd en talenten opofferen. 26 We willen allemaal een zinvol leven leiden, en dat geldt vooral voor de opkomende generatie. Zij willen graag een goed doel nastreven.

Het evangelie van Jezus Christus is het grootste doel op aarde. President Ezra Taft Benson heeft gezegd: ‘Wij hebben van God de opdracht gekregen om het evangelie aan de hele wereld te prediken. En voor dat doel moeten we ons verenigen. Alleen het evangelie zal de wereld van zelfvernietiging kunnen redden. Alleen het evangelie zal de mensen van alle rassen en nationaliteiten in vrede verenigen. Alleen door het evangelie kan de mensheid vreugde, geluk en eeuwig heil ontvangen.’ 27

Ouderling David A. Bednar heeft beloofd: ‘Als we de jongeren bepaalde bevoegdheden geven door ze aan te moedigen en ze mogelijkheden te bieden, zal de kerk op wonderbaarlijke wijze vooruitgang maken.’ 28 Te vaak hebben we de jongeren niet aangemoedigd of de kans gegeven om offers voor dit grote werk van Christus te brengen. Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Als [onze] jongeren niet voldoende [door Gods werk] overweldigd zijn, zullen ze eerder door de wereld overweldigd worden.’ 29

Het doel van het nieuwe programma is kinderen en jongeren bepaalde bevoegdheden geven. Zij kiezen hun eigen doelen. Quorum- en klaspresidiums spelen hun gepaste rol. De jongerenwijkraad richt zich op het werk van heil en verhoging. 30 Quorums en klassen bespreken in hun bijeenkomsten hoe ze het werk van God kunnen doen. 31

President Nelson heeft tegen de jongeren van de kerk gezegd: ‘Als je ervoor kiest, als je wilt, kun je […] deel uitmaken van iets groots, iets indrukwekkends, iets majestueus! […] ‘Jullie behoren tot de besten die de Heer ooit naar deze wereld heeft gestuurd. Jullie hebben het vermogen om slimmer en wijzer te zijn en meer invloed op de wereld te hebben dan alle voorgaande generaties!’ 32 Bij een andere gelegenheid heeft president Nelson tegen de jongeren gezegd: ‘Ik vertrouw jullie volledig. Ik hou van jullie en dat doet de Heer ook. Wij zijn zijn volk – samen bezig met zijn heilige werk.’ 33 Jongelui, voelen jullie dat president Nelson jullie vertrouwt en hoe belangrijk je voor dit werk bent?

Ouders en volwassen leidinggevenden, ik moedig u aan om de jongeren te zien zoals president Nelson dat doet. Wanneer de jongeren voelen dat wij ze liefhebben en vertrouwen, en als wij ze aanmoedigen en bijbrengen hoe ze leiding kunnen geven – en ze dan de ruimte geven – zullen ze ons met hun inzicht, vaardigheid en toewijding aan het evangelie verbazen. 34 Dan voelen ze de vreugde die ze krijgen als ze deelnemen aan en offers brengen voor het grote doel van Christus. Dan wortelt zijn evangelie zich dieper in hun hart, en dan zal het werk op wonderbaarlijke wijze vooruitgang maken.

Belofte en getuigenis

Ik beloof dat, als wij ons op die beginselen concentreren – relaties, openbaring, keuzevrijheid, bekering en opoffering – het evangelie van Jezus Christus dieper in ons hart zal doordringen. Dan zullen we zien dat het uiteindelijke doel van de herstelling bereikt zal worden, namelijk de verlossing van Israël en de vestiging van Zion 35 , waar Christus als Koning der koningen zal regeren.

Ik getuig dat God al het noodzakelijke zal blijven doen om zijn volk op die dag voor te bereiden. Mogen wij zijn hand in dit glorierijke werk zien terwijl we er allen naar streven om tot ‘Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden’. 36 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Leer en Verbonden 45:12. President Nelson heeft gezegd: ‘Bedenk even hoe spannend en urgent dit allemaal is: elke profeet vanaf Adam heeft onze tijd gezien. En iedere profeet heeft gesproken over onze tijd, wanneer Israël zou worden vergaderd en de wereld op de wederkomst van de Heiland zou worden voorbereid. Zie je het voor je? Van alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, zijn wij degenen die een rol in deze laatste, grote vergadering mogen spelen. Hoe geweldig is dat?’ (Zie ‘Hoop van Israël’ [wereldwijde devotional voor jongeren, 3 juni 2018], HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org.)

    Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd:

    ‘Wij leven in een geweldige tijd.

    ‘Het evangelie van Jezus Christus [is] de zekerste, veiligste, betrouwbaarste en lonendste waarheid in de hemel en op aarde, in tijd en eeuwigheid. […] Niets – helemaal niets, niemand, geen enkele invloed – [zal] deze kerk weerhouden van het vervullen van haar zending en het bereiken van haar bestemming, die vanaf de grondlegging der wereld bekend was. [We] hoeven niet bang, of bezorgd, over [de] toekomst te zijn.

    ‘In tegenstelling tot alle eerdere tijdperken zal er in deze bedeling géén institutionele afval plaatsvinden; er zal geen verlies van priesterschapssleutels plaatsvinden; en openbaring van de stem Gods zal niet staken. […] Wat een tijd om in te leven!

    ‘[…] Dus als u het nog niet had gemerkt, ik ben optimistisch over de laatste dagen. […] Geloof. Sta op. Wees getrouw. Maak het meeste van de opmerkelijke tijd waarin we leven!’ (Facebook-post, 27 mei 2015; zie ook ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen’ [toespraak tot godsdienstleerkrachten van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 6 februari 2015], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)

  2. Zie Johannes 1:12.

  3. Vlak nadat we als algemeen jongemannenpresidium waren geroepen, besprak president Henry B. Eyring de unieke moeilijkheden en mogelijkheden van de jongeren van de kerk met ons. Hij adviseerde ons om ons te concentreren op zaken waardoor het evangelie van Jezus Christus diep in hun hart kan doordringen. Die raad is een baken voor ons als jongemannenpresidium.

  4. Zie ‘Be with Them’, ChurchofJesusChrist.org/callings/aaronic-priesthood-quorums/my-calling/leader-instruction/be-with-them.

  5. Zie Mosiah 18:25; Moroni 6:5.

  6. Dale G. Renlund, ‘Door Gods ogen’, Liahona, november 2015, 94; zie ook Mozes 1:4–6.

    President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Wij moeten mensen niet zien zoals ze zijn, maar zoals ze kunnen worden. Ik smeek u om op die manier aan ze te denken.’ (‘Anderen zien zoals zij kunnen worden’, Liahona, november 2012, 70.)

    Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Te vaak zijn de uiterlijke opstandigheid van een jongere tegen de kerknormen, zijn ogenschijnlijk confronterende vragen of zijn twijfels een reden om hem snel te etiketteren. Daardoor kunnen we meer afstand en soms zelfs uittreding veroorzaken. Ware liefde leidt niet tot etiketteren!’ (‘Unto the Rising Generation’, Ensign, april 1985, 9.)

  7. Zie 2 Koningen 6:17.

  8. Stephen L. Richards heeft als lid van het Eerste Presidium gezegd: ‘De hoogste vorm van onderscheid is dat je in anderen hun betere aard, het goede in hen, waarneemt en voor hen aan het licht brengt.’ (Conference Report, april 1950, 162; zie ook David A. Bednar, ‘Vlug van begrip’, Liahona, december 2006, 19.) Zie ook 2 Koningen 6:17.

  9. Henry B. Eyring ‘Teaching Is a Moral Act’ (toespraak aan de Brigham Young University, 27 augustus 1991), 3, speeches.byu.edu; cursivering toegevoegd; zie ook Henry B. Eyring, ‘Leer ze tot grote hoogte te reiken’, Liahona, november 2012, 60–67.

  10. Zie Mozes 1:3–6.

  11. Mosiah 18:21; zie ook Mozes 7:18.

  12. ‘Jongemannen die sterke, positieve relaties hebben met actieve familieleden, leeftijdgenoten en leidinggevenden, mensen die ertoe bijdragen dat zij een relatie met hun hemelse Vader ontwikkelen, hebben de meeste kans om actief te blijven. Bepaalde programma-elementen – zoals zondagse lessen, activiteiten [voor jongemannen], persoonlijke prestaties […] hebben wellicht weinig invloed zonder die relaties. […] De belangrijke vraag is niet hoe nauwkeurig bepaalde programma’s worden toegepast, maar hoe ze bijdragen aan positieve relaties waardoor de religieuze identiteit van de jongemannen [van de kerk] wordt versterkt.’ (‘Be with Them’, ChurchofJesusChrist.org/callings/aaronic-priesthood-quorums/my-calling/leader-instruction/be-with-them.)

  13. Zie ‘Connect Them with Heaven’, ChurchofJesusChrist.org/callings/aaronic-priesthood-quorums/my-calling/leader-instruction/connect-them-with-heaven.

  14. Zie Johannes 15:1–5; 17:11; Filippenzen 4:13; 1 Johannes 2:6; Jakob 1:7; Omni 1:26; Moroni 10:32.

  15. De Schriften staan vol met voorbeelden daarvan. Twee ervan staan in 1 Nephi 2:16 en Enos 1:1–4.

  16. Zie Lukas 24:32; 2 Nephi 33:1–2; Jakob 3:2; Moroni 8:26; Leer en Verbonden 8:2–3.

  17. Zie 2 Timotheüs 3:15–16; Leer en Verbonden 68:3–4; 88:66; 113:10.

  18. Zie 1 Thessalonicenzen 1:5; Alma 26:13; 31:5; Helaman 3:29; 5:17; Leer en Verbonden 21:4–6; 42:61; 43:8–10; 50:17–22; 68:4.

  19. Zie Johannes 6:63; 17:17; Alma 5:7; Leer en Verbonden 84:43–45; 88:66; 93:36.

  20. Zie Johannes 15:3; 1 Petrus 1:23; Mosiah 1:5; Alma 5:7, 11–13; 32:28, 41–42; 36:26; 62:45; Helaman 14:13.

  21. Zie 2 Nephi 31:19–21; 32:3, 5.

  22. Russell M. Nelson, ‘We kunnen meer doen om een beter mens te worden’, Liahona, mei 2019, 67.

  23. Dale G. Renlund, ‘Kies voor u heden’, Liahona, november 2018, 104.

  24. Dit aantal omvat de vereisten van de scoutingprogramma’s, die tot voor kort deel uitmaakten van de activiteitenprogramma’s van de kerk voor jongens en jongemannen, voornamelijk in de Verenigde Staten en Canada. In gebieden die niet aan scouting deelnamen, was het aantal vereisten ruim tweehonderd. Daarnaast waren de verschillende activiteitenprogramma’s voor jongens, meisjes, jongemannen en jongevrouwen anders gestructureerd, zodat het geheel gecompliceerd was voor gezinnen.

  25. Zie ‘Let Them Lead’, ChurchofJesusChrist.org/callings/aaronic-priesthood-quorums/my-calling/leader-instruction/let-them-lead.

  26. Zie Omni 1:26; 3 Nephi 9:20; 12:19; Leer en Verbonden 64:34. ‘Een godsdienst die geen volledige opoffering van zijn aanhangers vergt, heeft nooit voldoende macht om hen het geloof te laten ontwikkelen dat zij nodig hebben voor het leven en het eeuwig heil.’ (Lectures on Faith [1985], 69.)

  27. Ezra Taft Benson, The Teachings of Ezra Taft Benson (1988), 167; in Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), 2; zie ook Russell M. Nelson, ‘Hoop van Israël’, HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org.

  28. Vergadering met ouderling David A. Bednar; zie ook ‘2020 Temple and Family History Leadership Instruction’, 27 februari 2020, broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.

  29. Neal A. Maxwell, ‘Unto the Rising Generation’, 11. Ouderling Maxwell zei verder: ‘Hoe vaak komt het niet voor dat quorumpresidiums diakenen en leraren in de praktijk alleen maar iemand vragen om een gebed uit te spreken of het avondmaal rond te dienen? Broeders, het zijn echt bijzondere geesten, en ze kunnen veel belangrijk werk doen als we ze een kans geven!’

  30. Zie Algemeen Handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen , 2.2, ChurchofJesusChrist.org.

  31. In de Evangeliebibliotheek staan veel hulpmiddelen om de jongeren te helpen met leidinggeven, zoals ‘Instructiemateriaal voor klas- en quorumpresidiums’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen gebruiken , en in de hulpbronnen voor jongevrouwenklassen en Aäronische-priesterschapsquorums onder ‘Wijk- en gemeenteroepingen’.

  32. Russell M. Nelson, ‘Hoop van Israël’, HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org. In diezelfde devotional heeft president Nelson gezegd: ‘Onze hemelse Vader heeft veel van zijn edelste geesten – of zal ik zeggen: zijn sterkste team – voor deze slotfase bewaard. Die edele geesten – die beste spelers, die helden – zijn jullie!’

  33. Russell M. Nelson, openingswoord in ‘Kinderen en jongeren: een Face-to-facegesprek met ouderling Gerrit W. Gong’, 17 november 2019, broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.

  34. President Nelson heeft gezegd: ‘We moeten onze jonge mensen leiding laten geven, vooral degenen met een roeping in quorum- en klaspresidiums. Er is priesterschapsgezag aan hen gedelegeerd. Ze leren hoe ze inspiratie ontvangen om hun quorum of klas te leiden.’ (‘Introductievideo Kinderen en jongeren, 29 september 2019, ChurchofJesusChrist.org).

    Ouderling Quentin L. Cook heeft gezegd: ‘Onze jongeren wordt gevraagd om op jongere leeftijd meer verantwoordelijkheid op zich te nemen – zonder dat ouders en leidinggevenden overnemen wat jongeren zelf kunnen doen.’ (‘Aanpassingen om jongeren te versterken’, Liahona, november 2019, 40.)

  35. President George Q. Cannon heeft gezegd: ‘God heeft geesten voor deze bedeling bewaard die de moed en vastberadenheid hebben om de wereld en alle machten van de boze, zichtbare en onzichtbare, tegemoet te treden, om het evangelie te verkondigen en de waarheid hoog te houden en het Zion van onze God te vestigen en op te bouwen zonder bang te zijn voor de gevolgen. Hij heeft deze geesten in deze generatie gestuurd om het fundament van Zion te leggen, dat nooit meer omver zal worden geworpen, en om rechtschapen nakomelingen voort te brengen die God uitermate zullen eren en Hem onder alle omstandigheden gehoorzamen.’ (‘Remarks’, Deseret News, 31 mei 1866, 203); zie ook Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 200–201.

  36. Moroni 10:32.