2020
Het Melchizedeks priesterschap en de sleutels
Mei 2020


2:3

Het Melchizedeks priesterschap en de sleutels

In de kerk wordt het gezag van het priesterschap uitgeoefend op aanwijzing van een priesterschapsleider die het sleutelgezag van dat priesterschap draagt.

Ik heb ervoor gekozen om ook over het priesterschap van God te spreken, het onderwerp dat al door drie andere sprekers is behandeld. Zij hebben ons verteld hoe het priesterschap vrouwen, jongevrouwen en jongemannen tot zegen is.

Het priesterschap is de macht en het gezag van God. Het wordt ons toevertrouwd om Gods werk ten behoeve van al zijn kinderen te verrichten. Priesterschap slaat niet op degenen die tot een priesterschapsambt zijn geordend of die priesterschapsgezag uitoefenen. Mannen die het priesterschap dragen, zijn niet het priesterschap. We behoren geordende mannen ook niet de priesterschap te noemen; zij zijn daarentegen dragers van het priesterschap.

De macht van het priesterschap bestaat zowel in de kerk als in het gezin. Maar de macht en het gezag van het priesterschap functioneren anders in de kerk dan in het gezin. Dit alles berust op de beginselen die de Heer heeft ingesteld. Het doel van Gods plan is zijn kinderen naar het eeuwige leven te leiden. Het aardse gezin is van essentieel belang voor dat plan. De kerk verschaft de leer, het gezag en de noodzakelijke verordeningen om de gezinsbanden te vereeuwigen. Het gezin en de Kerk van Jezus Christus hebben dus een wederzijds versterkende verhouding. De zegeningen van het priesterschap – zoals de volheid van het evangelie, en verordeningen waaronder de doop, de bevestiging, de gave van de Heilige Geest, de tempelbegiftiging en het eeuwig huwelijk – zijn zowel voor mannen als vrouwen beschikbaar.1

Het priesterschap waarover ik het heb, is het Melchizedeks priesterschap, dat aan het begin van de herstelling van het evangelie is hersteld. Joseph Smith en Oliver Cowdery werden door Petrus, Jakobus en Johannes geordend, die verkondigden ‘dat zij de sleutels bezitten van het koninkrijk en van de bedeling van de volheid der tijden’ (Leer en Verbonden 128:20). Die senior apostelen hadden dat sleutelgezag van de Heiland ontvangen. Alle andere bevoegdheden of functies in het priesterschap zijn toevoegingen aan het Melchizedeks priesterschap (zie Leer en Verbonden 107:5), want het ‘omvat het recht van presideren en bezit de macht en het gezag over alle ambten in de kerk, in alle tijdperken van de wereld’ (Leer en Verbonden 107:8).

In de kerk wordt het gezag van het grotere of Melchizedeks priesterschap en het lagere of Aäronisch priesterschap uitgeoefend op aanwijzing van een priesterschapsleider, zoals een bisschop of president, die het sleutelgezag van dat priesterschap draagt. Willen we de uitoefening van priesterschapsgezag in de kerk begrijpen, dan moeten we eerst het beginsel van priesterschapssleutels begrijpen.

De Melchizedekse-priesterschapssleutels van het koninkrijk werden door Petrus, Jakobus en Johannes verleend, maar daarmee was de herstelling van de priesterschapssleutels niet compleet. Sommige sleutels van het priesterschap werden later verleend. Na de inwijding van de eerste tempel in deze bedeling in Kirtland (Ohio, VS) herstelden drie profeten – Mozes, Elias en Elia – ‘de sleutels van deze bedeling’, waaronder de sleutels van de vergadering van Israël en van het tempelwerk (zie Leer en Verbonden 110). Daar heeft president Eyring het net over gehad.

Het bekendste voorbeeld van hoe sleutelgezag werkt, is het verrichten van priesterschapsverordeningen. Een verordening is een plechtige handeling waarbij we verbonden aangaan en ons zegeningen worden beloofd. In de kerk worden alle verordeningen verricht met volmacht van de priesterschapsleider die de sleutels voor die verordening draagt.

Een verordening wordt meestal verricht door broeders die tot een ambt in het priesterschap zijn geordend, op aanwijzing van iemand die priesterschapssleutels bezit. Bijvoorbeeld: broeders die een ambt in het Aäronisch priesterschap dragen, bedienen het avondmaal onder het sleutelgezag en op aanwijzing van de bisschop, die de sleutels van het Aäronisch priesterschap draagt. Datzelfde beginsel geldt voor de priesterschapsverordeningen waarin vrouwen in de tempel officiëren. Hoewel vrouwen geen ambt in het priesterschap dragen, verrichten ze heilige tempelverordeningen onder het gezag van de tempelpresident, die de sleutels voor de tempelverordeningen draagt.

Een ander voorbeeld van priesterschapsgezag op aanwijzing van iemand met sleutelgezag is het onderwijs door broeders en zusters die zijn geroepen om in het evangelie te onderwijzen, hetzij in hun thuiswijk of in het zendingsveld. Nog een voorbeeld zijn leidinggevenden in de wijk die uit hoofde van hun roeping priesterschapsgezag uitoefenen, en die daartoe zijn aangesteld op aanwijzing van de priesterschapsleider die het sleutelgezag in de wijk of de ring bezit. Zo worden het gezag en de macht van het priesterschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen tot ieders zegen uitgeoefend.2

Het gezag van het priesterschap wordt ook in het gezin van heiligen der laatste dagen uitgeoefend, waardoor zij de zegeningen ervan genieten. Met ‘gezin’ bedoel ik een priesterschapsdrager en zijn echtgenote en hun kinderen, maar ook variaties op de ideale gezinssituatie, die bijvoorbeeld door een overlijden of echtscheiding ontstaan.

Het beginsel dat priesterschapsgezag alleen kan worden uitgeoefend op aanwijzing van wie het sleutelgezag voor die functie draagt, is van essentieel belang in de kerk. Maar dat gaat niet op in het gezin. Bijvoorbeeld: een vader presideert en gebruikt het priesterschap in zijn gezin krachtens het gezag van het priesterschap dat hij draagt. Hij heeft geen aansturing of toestemming van iemand met sleutelgezag nodig om zijn diverse gezinstaken uit te voeren. Daaronder rekenen we: gezinsleden raad geven, gezinsbijeenkomsten houden, zijn vrouw en kinderen een priesterschapszegen geven, en gezinsleden of anderen een zalving geven.3 Leidinggevenden in de kerk onderwijzen gezinsleden, maar geven geen leiding aan de uitoefening van priesterschapsgezag in het gezin.

Hetzelfde beginsel is van toepassing als de vader afwezig is en de moeder het gezin leidt. Zij presideert thuis en speelt door haar tempelbegiftiging en -verzegeling een grote rol in het beschikbaar stellen van priesterschapsmacht en -zegeningen in haar gezin. Hoewel ze geen priesterschapszegens mag geven die alleen door iemand met een bepaald ambt in het priesterschap kunnen worden gegeven, kan zij alle andere leiderschapstaken in het gezin vervullen. Zo oefent ze priesterschapsmacht uit voor het welzijn van de kinderen die zij als leidster in het gezin presideert.4

Als vaders het priesterschap in hun eigen gezin grootmaken, komt dat de zending van de kerk evenzeer ten goede als al het andere dat ze misschien in de kerk doen. Een vader die het Melchizedeks priesterschap draagt, moet zijn gezag ‘door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde’ uitoefenen (Leer en Verbonden 121:41). Die hoge norm voor de uitoefening van alle priesterschapsgezag is thuis van het grootste belang. Een priesterschapsdrager dient de geboden in acht te nemen, zodat hij zijn gezinsleden met de macht van het priesterschap een zegen kan geven. Hij moet een liefdevolle band in het gezin bevorderen, zodat zijn gezinsleden hem om een zegen willen vragen. En ouders moeten meer priesterschapszegens in het gezin aanmoedigen.5

We hebben in deze conferentie, waarin we tijdelijk toevlucht zoeken van onze zorgen over de verschrikkelijke pandemie, belangrijke, eeuwige beginselen geleerd. Ik spoor u allen aan om uw oog ‘zuiver’ te maken, en zo deze eeuwige waarheden te ontvangen, zodat ‘uw gehele lichaam vol licht [zal] zijn’ (3 Nephi 13:22).

De Heiland heeft in de Bijbel en in het Boek van Mormon tot menigten gezegd dat ons sterfelijk lichaam vol licht of vol duisternis kan zijn. Wij willen uiteraard vol licht zijn. De Heiland heeft ons geleerd hoe we dat kunnen bewerkstelligen. We moeten naar boodschappen over eeuwige waarheden luisteren. Hij gaf het voorbeeld van ons oog, waardoor we licht in ons lichaam opnemen. Als ons oog ‘zuiver’ is – als we ernaar streven om licht en inzicht te verkrijgen – dan, zegt Hij, ‘zal uw gehele lichaam vol licht zijn’ (3 Nephi 13:22; zie ook Mattheüs 6:22). Maar als ons oog ‘slecht’ is – als we het kwaad opzoeken en dat in ons lichaam opnemen – dan, waarschuwt Hij, ‘zal uw gehele lichaam vol duisternis zijn’ (vers 23). Met andere woorden, het licht of de duisternis in ons lichaam hangt af van de manier waarop we eeuwige waarheden zien of aannemen.

We moeten aan de uitnodiging van de Heiland gehoor geven: zoek eeuwige waarheden en vraag om begrip ervan. Hij belooft dat onze Vader in de hemel bereid is om iedereen de waarheden te leren die we zoeken (zie 3 Nephi 14:8). Als we dat verlangen en als ons oog zuiver is, dan belooft de Heiland dat eeuwige waarheden ons zullen worden ontvouwd (zie 3 Nephi 14:7–8).

Satan daarentegen wil onze gedachten verwarren of ons op een dwaalspoor brengen over belangrijke kwesties, zoals de werking van Gods priesterschap. De Heiland heeft ons gewaarschuwd voor ‘valse profeten die in schaapskleren tot u komen, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn’ (3 Nephi 14:15). Hij heeft ons deze toetssteen gegeven waarmee we de waarheid uit verschillende verwarrende leringen kunnen filteren: ‘U zult hen kennen aan hun vruchten’ (3 Nephi 14:16). ‘Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, evenmin kan een zieke boom goede vruchten voortbrengen’ (vers 18). Daarom moeten we naar de resultaten kijken – ‘de vruchten’ – van beginselen waarin wordt onderricht en de personen die ze onderwijzen. Dat is het beste antwoord op veel bezwaren die men tegen de kerk en haar leer, beleid en leiders uit. Pas de toetssteen van de Heiland toe. Kijk naar de vruchten – de resultaten.

Als we bij de vruchten van het evangelie en de herstelde kerk van Jezus Christus stilstaan, dan verheugen we ons dat de kerk tijdens ons leven zo sterk gegroeid is. Vroeger was de kerk alleen in het westen van de Verenigde Staten vertegenwoordigd; nu woont het merendeel van onze ruim zestien miljoen leden buiten de Verenigde Staten. Naast het ledental is ook het vermogen van de kerk toegenomen om haar leden te steunen. We helpen elkaar om de geboden te onderhouden, onze taak te vervullen om het herstelde evangelie te verkondigen, Israël te vergaderen en wereldwijd tempels te bouwen.

We worden geleid door een profeet, president Russell M. Nelson. De Heer heeft zijn leiderschap gebruikt om de vooruitgang tot stand te brengen die we in de ruim twee jaar van zijn presidentschap hebben gevoeld. Nu hebben we het voorrecht om naar president Nelson te luisteren, die ons zal uitleggen hoe we in deze moeilijke tijden meer vooruitgang in de herstelde kerk van Jezus Christus kunnen maken.

Ik getuig van de waarheid van deze dingen en bid samen met u voor onze profeet, die ons nu zal toespreken. In de naam van Jezus Christus. Amen.