2020
Wonderen van genezing dankzij tempelverordeningen
September 2020


Wonderen van genezing dankzij tempelverordeningen

Naar een toespraak aan tempelpresidenten en -maters op 17 oktober 2019.

Onze hemelse Vader kan ons door ons familiehistorisch werk en ons tempelwerk genezen.

Oakland California Temple

Foto van de Oaklandtempel (Californië), Mason Coberly

Alle kinderen van God die toerekeningsvatbaar zijn – waar, hoe en wanneer ze ook leven of geleefd hebben – moeten de kans krijgen om geloof in Jezus Christus te oefenen, zich te bekeren en zijn evangelie aan te nemen, aan beide kanten van de sluier. Ieder kind van God heeft behoefte aan geestelijke genezing. Wij zijn als discipelen van Hem geroepen om dat mogelijk te maken.

Dankzij het zoenoffer van de Heiland kunnen wij en onze voorouders door heilbrengende tempelverordeningen wedergeboren worden. Zo kunnen we door God verlost als nieuwe schepselen een staat van rechtvaardigheid bereiken (zie Mosiah 27:25–26).

President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De tempel is het doel van iedere activiteit, iedere les en iedere stap voorwaarts in de kerk. Al ons werk voor de verkondiging van het evangelie, de vervolmaking van de heiligen en de verlossing van de doden leidt naar de tempel. De tempelverordeningen zijn uitermate belangrijk. Zonder die verordeningen kunnen we niet in Gods heerlijkheid terugkeren.’1

Toen de Schriftgeleerden en Farizeeën tegen zijn discipelen morden, antwoordde Jezus Christus hun: ‘Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.’ (Lukas 5:31–32).

President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft verklaard: ‘De Heer heeft veel manieren verschaft om [zijn] genezende invloed te ontvangen. [Hij] heeft het tempelwerk op aarde hersteld. Het is een belangrijk deel van het verlossingswerk voor zowel de levenden als de doden. Onze tempels zijn toevluchtsoorden waar wij veel wereldse zorgen naast ons kunnen neerleggen. Onze tempels zijn plekken van vrede en rust. In die gewijde heiligdommen “geneest [God] de gebrokenen van hart, Hij verbindt hen in hun leed” (Psalmen 147:3).’2

We horen overal op onze reizen verhalen over wonderen van genezing in heilige tempels. We horen over trouwe leden die in bussen naar de tempel gaan, en van de morgen tot de avond verlossende verordeningen voor hun voorouders verrichten. We horen over toegewijde jongeren die de tempel vroeg in de ochtend bezoeken voordat ze naar school gaan, om zich voor de doden te laten dopen en bevestigen, en bij verschillende aspecten van die heilige verordeningen te assisteren. We horen over groepen jongevrouwen en jongemannen die één dag in de week na schooltijd het openbaar vervoer nemen om hun voorouders de kans te geven geestelijk wedergeboren te worden. We horen over gezinnen die urenlang in een boot zitten, onderweg naar de tempel, om verlossende tempelverordeningen voor zichzelf te ontvangen, zodat ze dankzij de verzoening van Jezus Christus een staat van rechtvaardigheid kunnen bereiken. We horen over leden en gezinnen die op de sabbat namen van dierbare voorouders opzoeken, en die namen vervolgens meenemen naar de tempel om die familieleden de kans op verlossing door God te geven. We horen over jongens en meisjes van 11 jaar die graag naar de tempel gaan en die in de doopvont op de onderste trede moeten staan omdat het water te diep voor ze is – allemaal om hun voorouders de kans te geven nieuwe schepselen te worden.

We gaan eigenlijk allemaal naar de tempel om geestelijk genezen te worden en mensen aan de andere kant van de sluier die kans op genezing ook te bieden. Als het om genezing gaat, hebben we de Heiland allemaal hard nodig. Ik wil dat toelichten met het verhaal van twee voorouders van mij.

Sister Aburtos grandmother

Mijn grootmoeder, Isabel Blanco

Genezing van mijn grootmoeder en van mijn vader

Mijn grootmoeder, Isabel Blanco, is in Potosí (Nicaragua) geboren. Ik herinner me haar als een lieve, hardwerkende en gelovige vrouw. Ze zaaide in mijn jeugd het zaadje van geloof in mijn hart. Ik zag haar vaak vol vuur tot God bidden en ze nam me elke zondag mee naar de mis om Jezus te aanbidden. Ze had echter geen makkelijk leven. Zo had ze onder meer op jonge leeftijd als dienstmeisje bij een welgestelde familie gewerkt. Ze raakte zwanger van haar werkgever, iets wat treurig genoeg niet ongewoon was. Toen ze haar zwangerschap niet langer kon verbergen, werd ze de laan uitgestuurd.

Ze beviel later van mijn vader, Noel. Hoewel Potosí een klein plaatsje was en iedereen, ook Noel, wist wie zijn vader was, had Noel nooit rechtstreeks contact of een band met hem.

Isabel is nooit getrouwd en ze kreeg nog twee buitenechtelijke kinderen. Ze verhuisde na enige tijd met haar drie kinderen naar de hoofdstad van het land, Managua, waar ze betere werk- en onderwijsmogelijkheden hoopte te vinden.

Noel raakte als oudere tiener verslaafd aan alcohol. Hij ontmoette op een gegeven moment mijn moeder, Delbi. Ze trouwden en kregen vier kinderen. Hun huwelijk had door de jaren heen onder zijn alcoholisme te lijden. Nadat ze als vijftigers naar San Francisco (Californië, VS) waren verhuisd, gingen ze uit elkaar. Hij pleegde een paar jaar later helaas zelfmoord.

Mijn moeder en ik werden een paar jaar vóór mijn vader stierf lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Enkele jaren na zijn dood werden alle plaatsvervangende tempelverordeningen voor hem verricht, op één na: de verzegelverordening. Ik durfde mijn moeder destijds niet te vragen of ze aan hem verzegeld wilde worden, want ik wist hoe hun relatie onder spanning had gestaan.

Sister Aburtos parents

Mijn ouders, Noel en Delbi Blanco

Toen gebeurde er een wonder. Mijn moeder droomde dat ze haar man, Noel, buiten aan de keukendeur zag staan van hun huis in Managua. Hij nodigde haar met uitgestrekte hand uit om met hem mee te gaan. Ze werd met een fijn gevoel in haar hart wakker. Ze belde me op een dag niet lang daarna en zei rustig: ‘Ik laat me aanstaande zaterdag aan je vader verzegelen. Je mag ook komen als je wilt.’

Ik reageerde enthousiast: ‘Natuurlijk wil ik erbij zijn!’ Ik besefte na ons telefoongesprek met blijdschap dat ik me ook aan hen kon laten verzegelen.

Mijn moeder, mijn man en ik knielden op een stralende zaterdagmorgen aan een heilig tempelaltaar en verrichtten de eigen en plaatsvervangende verzegelverordeningen waardoor mijn ouders en ik eeuwig samen kunnen zijn. Mijn zoon trad als plaatsvervanger voor mijn broer op, die jaren eerder overleden was. Op dat heilige moment waren alle pijn en verdriet vergeten. We voelden allemaal de verzachtende en helende balsem die onze Heiland, Jezus Christus, ons aan beide kanten van de sluier door zijn verzoening biedt.

Jaren later had ik een droom waarin ik mijn vader achter een soort spreekgestoelte in een van onze kerkgebouwen zag staan. Hij droeg een wit overhemd en een stropdas, en verkondigde een inspirerende boodschap. Ik merkte in mijn droom dat hij een ervaren leider van de kerk was. Ik weet niet precies wat die droom betekent, maar ik put er de hoop uit dat hij het evangelie van Jezus Christus misschien in de geestenwereld heeft aangenomen.

We hebben ook het tempelwerk voor mijn grootmoeder, Isabel, verricht, behalve de verzegeling aan een huwelijkspartner, omdat ze bij leven niet getrouwd was. Sta hier eens bij stil: een vrouw als Isabel, die door mannen niet met respect was behandeld en veel moeilijkheden in haar leven had gekend, krijgt aan de andere kant van de sluier de gelegenheid om haar keuzevrijheid uit te oefenen en door een plaatsvervangende verordening in de tempel een heilig verbond met God te sluiten. Zij heeft net als ieder van ons behoefte aan meer geloof, behoefte aan bekering, behoefte aan liefde, behoefte aan heiliging – kortom, behoefte aan genezing.

Nu ik terugkijk, zie ik dat Noel weliswaar met een moeilijke jeugd en een verwoestende verslaving kampte, maar dat zijn liefde voor zijn kinderen sterker was dan zijn zwakheden. Wanneer hij bij ons was, kwamen zijn beste eigenschappen naar boven. Hij was altijd aardig tegen ons, en ik kan me geen voorval herinneren waarbij hij zijn geduld met zijn kinderen verloor. God is barmhartig. Daarom krijgt Noel ook de kans om geloof te oefenen, zich te bekeren en Jezus Christus als zijn Verlosser aan te nemen door heilbrengende tempelverordeningen die in de heilige tempel worden verricht. Noel heeft net als ieder van ons behoefte aan genezing.

Dit zijn maar twee voorbeelden van de eeuwige zegeningen van genezing die personen en gezinnen in alle tempels van de Heer over de hele wereld aangeboden krijgen. President Nelson heeft gezegd: ‘We nodigen alle kinderen van God aan beide zijden van de sluier uit om tot de Heiland te komen, de zegeningen van de heilige tempel te ontvangen, blijvende vreugde te genieten en in aanmerking te komen voor het eeuwige leven.’3

Als ik bedenk wat er allemaal bij Isabel en Noel moest gebeuren om dat eeuwige geschenk te ontvangen, besef ik dat we dit wonder aan onze liefhebbende hemelse Vader en onze Heiland te danken hebben. Zij houden volmaakt van ons en roepen ieder op om Gods werk en heerlijkheid mede tot stand te brengen.

President Nelson heeft het volgende over de vergadering van Israël gezegd: ‘Ieder kind van onze hemelse Vader, aan beide kanten van de sluier, verdient het om de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus te horen. Ze bepalen zelf of ze er meer van willen weten.’ Daar voegde hij aan toe: ‘Elke keer dat je iets doet waarmee je iemand – aan deze of de andere kant van de sluier – helpt om een stapje te zetten in de richting van hun verbonden met God en hun noodzakelijke doop- en tempelverordeningen, help je Israël vergaderen. Zo makkelijk is het.’4

Ik weet niet of mijn oma Isabel, mijn papa Noel, en mijn andere voorouders voor wie het tempelwerk is verricht, het evangelie van Jezus Christus in de geestenwereld hebben aangenomen. Maar ik kan wel hoop koesteren, ik kan geloof oefenen, ik kan verbonden met God sluiten en nakomen, en ik kan zó leven dat ik eenmaal samen met mijn voorouders mag verkeren ‘in een staat van geluk die geen einde heeft’ (Mormon 7:7).

En wanneer ik aan de andere kant van de sluier kom en ze het evangelie van Jezus Christus nog niet aangenomen hebben, ga ik ze er zeker in onderwijzen! Ik sta te popelen om ze te omhelzen, om ze te vertellen hoeveel ik van ze houd, om een goed gesprek met ze te hebben waar het op aarde niet van gekomen is, en om tot ze te getuigen ‘dat Jezus de Christus is, de Eeuwige God’.5

temple

Foto van de Mount Timpanogostempel (Utah), James Whitney Young; achtergrond: foto van de Panama-Stadtempel (Panama), Matt Reier

De macht om te genezen

Soms denkt de natuurlijke man of vrouw in ons dat we geroepen zijn om andere mensen ‘bij te schaven’. We zijn niet geroepen om anderen ‘bij te schaven’, en we zijn ook niet geroepen om ze de les te lezen of te minachten. We zijn geroepen om anderen te inspireren, op te beuren en uit te nodigen, om vissers van mensen, vissers van zielen te zijn, zodat zij de kans krijgen om geestelijk genezen te worden door Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser.

In Jesaja 61 staan de woorden van de Heer, die Hij ook aanhaalde toen Hij zijn bediening in Jeruzalem begon (zie Lukas 4:18–19). Hij verklaarde:

‘De Geest van de Heere Heere is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis;

‘om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de Heere en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten;

‘om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de Heere, om Hem te verheerlijken.

‘Zij zullen verwoeste plaatsen van weleer herbouwen, de woeste plaatsen van vroeger weer oprichten, de verwoeste steden vernieuwen, die verwoest lagen, van generatie op generatie’ (Jesaja 61:1–4).

Ouderling Dale G. Renlund heeft gezegd: ‘Familiegeschiedenis en tempelwerk [hebben] de macht om te genezen wat genezing behoef[t]. […] God verzegelt en geneest in zijn oneindige macht personen, gezinnen en families ondanks tragedies, verlies en moeilijkheden.’6

President Nelson heeft gezegd: ‘De ware macht tot genezing […] is een gave van God’,7 en: ‘De opstanding is de ultieme genezende daad van de Heer. Dankzij Hem wordt ieder lichaam hersteld tot zijn juiste en volmaakte gedaante. Dankzij Hem is geen enkele toestand hopeloos. Dankzij Hem ligt er een betere toekomst voor ons in het verschiet, zowel hier als in het hiernamaals. Ieder van ons wacht ware vreugde – aan de andere kant van het verdriet.’8

Ik getuig dat onze hemelse Vader zoveel van ieder van ons houdt, dat Hij ‘een weg’9 heeft bereid zodat wij naar lichaam en geest genezen kunnen worden als we geloof in Jezus Christus oefenen, onze verbonden met God sluiten en nakomen, en zijn geboden onderhouden. Ik getuig dat Christus op aarde kwam ‘om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken’ (Lukas 4:18–19), opdat ieder van ons hopelijk ‘heilig wordt, zonder smet’ (Moroni 10:33).

Noten

  1. Russell M. Nelson, ‘Ons op de zegeningen van de tempel voorbereiden’, Liahona, oktober 2010, 41.

  2. James E. Faust, ‘Spiritual Healing’, Ensign, mei 1992, 7.

  3. Russell M. Nelson, ‘Wij gaan voort, steeds voort’, Liahona, mei 2018, 118–119.

  4. Russell M. Nelson, ‘Hoop van Israël’ (wereldwijde devotional voor jongeren, 3 juni 2018), HopeofIsrael.ChurchofJesusChrist.org.

  5. Titelblad van het Boek van Mormon.

  6. Dale G. Renlund, ‘Familiegeschiedenis en tempelwerk: verzegeling en genezing’, Liahona, mei 2018, 46, 48.

  7. Russell M. Nelson, in Sheri Dew, Insights from a Prophet’s Life: Russell M. Nelson (2019), 150.

  8. Zie Russell M. Nelson, ‘Jezus Christus, de grote Geneesheer’, Liahona, november 2005, 87–88.

  9. Zie Jesaja 42:16; 51:10; 1 Nephi 3:7; 9:6; 17:41; 22:20; 2 Nephi 8:10; 9:10; Ether 12:8; Leer en Verbonden 132:50.