2020
We stonden oog in oog met het parlement
September 2020


We stonden oog in oog met het parlement

In 2012 woonden mijn man en ik in Nieuw-Zeeland. In die tijd behandelde het parlement een wetsvoorstel dat het huwelijk en het gezin op losse schroeven zou zetten. We lazen het wetsvoorstel en maakten ons zorgen dat het inbreuk zou maken op de godsdienstvrijheid en de heiligheid van het moederschap, vaderschap en het huwelijk.

Als onderdeel van het wetgevingsproces nodigde het parlement iedereen in het land uit om hun mening over het wetsvoorstel te geven. Wat deze kwestie betrof, was Gods leer aangaande het huwelijk en het gezin volkomen duidelijk. We besloten onze stem te laten horen. Op het formulier bevond zich een vakje dat we konden aanvinken als we ons standpunt in het parlement wilden verdedigen. Mijn man en ik keken elkaar aan en zeiden: ‘Vooruit, we vinken het vakje aan!’

Enkele maanden later kregen we bericht dat we ons standpunt mochten komen uiteenzetten aan een parlementscommissie. Na veel bidden en vasten kreeg mijn man de ingeving om de woorden van ouderling Dieter F. Uchtdorf1 in zijn betoog te verwerken, en ik voelde heel duidelijk dat ik het moest hebben over ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, die in 1995 door president Gordon B. Hinckley (1910–2008) was gepresenteerd in de algemene ZHV-bijeenkomst.2 We hadden beiden het gevoel dat we werden geleid; dat konden we niet ontkennen. Ook wisten we dat het zwaar zou worden. We besloten alles in de handen van God te leggen en zeiden: ‘We gaan daar waarheen U ons zendt; we spreken dan wat U ons te spreken geeft’,3 zelfs als dat niet erg populair is. Wat er in de hemel zou worden opgetekend, werd voor ons belangrijker dan wat er in het parlement zou worden genotuleerd.

Toen de dag aanbrak en ze onze namen afriepen, werd ons medegedeeld dat we konden kiezen tussen afzonderlijk of samen een presentatie geven. Het ging onmiddellijk door ons heen: wat een symboliek! Vanzelfsprekend zullen we de leer over het gezin samen verdedigen.

Nadat we ons standpunt uiteen hadden gezet, begonnen parlementsleden vragen te stellen. Ze leken niet echt blij met wat we gezegd hadden. Het was dan ook niet eenvoudig om hun vragen te beantwoorden. Al snel was onze spreektijd voorbij, maar voordat we vertrokken, overhandigden we aan ieder parlementslid en aan de pers een kopie van onze verklaringen en een exemplaar van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.

Al met al was het heftig, maar het heeft wel ons leven veranderd. We leerden dat het mogelijk (en zelfs noodzakelijk) is om met anderen over Gods leer aangaande het huwelijk en het gezin te praten – en ook dat het moedig, helder en minzaam kan worden gedaan. Onze band met onze hemelse Vader is erdoor gesterkt en ons getuigenis van de leer aangaande het gezin is erdoor gegroeid. We getuigen van de enorme zegeningen en blijdschap die we dankzij deze ervaring kregen.

Noten

  1. Broeder Fallentine citeerde uit ‘What Is Truth?’ van Dieter F. Uchtdorf (CES-devotional, 13 januari 2013), broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.

  2. Zuster Fallentine citeerde in haar verklaring de eerste, tweede, zevende, achtste en negende alinea van de gezinsproclamatie.

  3. Zie ‘Ik ga daar waarheen Gij mij zendt’, Lofzangen, nr. 179.