Onder heiligen der laatste dagen
Kom alsjeblieft terug
Tegen de tijd dat we drie kinderen hadden, zei Vanessa: ‘We hebben godsdienst in dit huis nodig.’
Toen ik 12 jaar was, kwam mijn oudste broer met de voltijdzendelingen bij ons thuis aanzetten. Zij vertelden ons over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Mijn moeder nam mijn twee broers, mijn zus en mij al snel mee naar de kerk. We lieten ons niet lang daarna allemaal dopen.
We gingen echter steeds minder en uiteindelijk helemaal niet meer naar de kerk. Ik vond de kerk altijd wel oké, maar op mijn 17e nam mijn leven een andere wending. Ik probeerde een goed mens te zijn en had nooit slechte bedoelingen. Maar ik dwaalde af en begon naar wereldse maatstaven te leven. Zonder dat ik het doorhad, kreeg de wereld me in haar greep.
Toen leerde ik Vanessa kennen. Toen we al een aantal jaren bij elkaar waren, zei ze op een dag: ‘We hebben godsdienst in dit huis nodig.’ Tegen die tijd hadden we drie kinderen.
Met de wereld zoals die is, maakten we ons zorgen wat voor geestelijke bagage we onze kinderen moesten meegeven. Mijn idee was dat ik voor godsdienst het liefst naar mijn kerk terug wilde keren. In mijn herinnering was het een plek met goede mensen.
Ik sprak met een lid van de kerk en vertelde hem dat ik overwoog om naar de kerk terug te keren.
‘Kom alsjeblieft terug!’ zei hij.
Mijn grootste zorg was dat mijn kinderen de kerk saai en vervelend zouden vinden, maar ze vonden het wel fijn. We bleven zo een tijdje naar de kerk gaan, waarop Vanessa concludeerde dat niets gezinsleden zo met elkaar verbindt als de kerk. En dat was precies wat ze zocht. Vanessa en ik zijn toen getrouwd, en zij en onze kinderen hebben zich ook laten dopen.
Nu bewandelen we het evangeliepad als gezin. Ons doel is dat we in de tempel aan elkaar verzegeld worden.
Tijdens de bouw van de Rio de Janeirotempel (Brazilië) wandelde ik er bijna dagelijks langs. Ik zei steevast tegen mijn vrienden: ‘Op een dag ga ik in deze tempel trouwen.’
‘Man, je zegt elke dag hetzelfde!’ zeiden ze dan.
Ik zei dat elke dag omdat ik wist dat de tempel binnenkort klaar zou zijn. Ik wilde mezelf er zo aan herinneren om het goede te blijven doen, zodat we als gezin verzegeld konden worden. Dat is het verlangen van mijn hart.
Ik besef dat mijn kinderen meer over de wereld te weten gaan komen. Ze gaan ook sommige dingen meemaken die ik heb meegemaakt. Maar ik vertel ze over mijn ervaringen met de waarschuwing: ‘Blijf alsjeblieft ver weg van de dingen die ik heb gedaan, want ze zijn het niet waard.’
Ik moedig mijn kinderen aan om het evangelie van Jezus Christus te bestuderen en nu al zendingswerk te doen, zodat ze iets voor anderen kunnen betekenen. Ze begrijpen niet alles, maar zijn wel aan het leren. Dat is mijn wens voor ze.