Jongvolwassenen
De opdracht van de Heer om kennis te zoeken
Een opleiding is niet alleen een goed idee met het oog op de toekomst, maar is ook een gebod van God.
Foto, Robyn Jones
In het Oude Testament zegt Hanna: ‘De Heere is een alwetend God’ (1 Samuel 2:3). En volgens hedendaagse openbaring is dat nog steeds zo. God heeft ons deze opdracht gegeven: ‘Put woorden van wijsheid uit de beste boeken; zoek kennis, ja, door studie en ook door geloof’ (Leer en Verbonden 88:118).
Maar als we het over zoeken naar kennis hebben, bedoelen we niet alleen een formele vervolgopleiding (hoewel die er ook onder valt) – het is zoveel meer! Zoeken naar kennis omvat formeel onderwijs, specialisatieopleidingen, evangelieonderwijs en informeel onderwijs.
Er is een reden waarom de kerk universiteiten bezit, een online programma voor hoger onderwijs sponsort (BYU–Pathway Worldwide) en een programma evangelieonderwijs voor jongvolwassenen (instituut voor godsdienstonderwijs) heeft. Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Voor leden van de kerk is onderwijs niet alleen een goed idee – het is een gebod.’1
Seculier onderwijs: in alle dingen voorbereid zijn
Al vanaf de begindagen van de kerk heeft onderwijs een hoge prioriteit. Toen de heiligen zich in de jaren 1830 in Kirtland (Ohio) vestigden, stichtten zij onderwijsinstellingen zoals de school der profeten (voornamelijk gebruikt om zendelingen voor te bereiden), een school voor de ouderlingen, een Hebreeuwse school, een middelbare school, en het allerbelangrijkste, de Kirtlandtempel, die ‘een huis van leren’ moest worden (Leer en Verbonden 109:8). Later stichtten zij in Nauvoo de universiteit van de stad Nauvoo, het Nauvoo Seminary, en particuliere en openbare scholen. Ze waren ervan overtuigd dat ‘het vergaren van kennis, zowel seculier als heilig, een nobel streven was’.2
Toen de heiligen naar het westen trokken, bleven ze in hun nederzettingen scholen of academies bouwen. Maar ze waren zo leergierig dat ze bij mensen thuis, in tenten, of zelfs buiten lessen organiseerden. President George A. Smith (1817–1875), eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft opgetekend dat de eerste kolonisten in Iron County (Utah, VS) in de vrieskou van februari rond een kampvuur bijeenkwamen om naar zijn lezing over Engelse grammatica te luisteren, waarbij ze onder elkaar een grammaticaboek doorgaven omdat ze er maar één hadden.3
Een dergelijke leergierigheid is het erfgoed van de leden van de kerk! Profeten en andere kerkleiders hebben ons voortdurend aangeraden een opleiding te volgen. President Russell M. Nelson heeft gezegd:
‘Vanwege onze heilige achting voor het menselijk intellect zien wij het volgen van een opleiding als een godsdienstige taak. […]
‘Ik geef je de raad […] je opleiding af te maken, waar je ook bent en wat je interesses en mogelijkheden ook zijn. Maar jij beslist hoe je je gezin en de samenleving het beste kunt dienen.’4
Er zijn veel redenen om onderwijs te volgen: daardoor krijgen we meer inzicht in de mensen en de wereld om ons heen, en kunnen we onze kinderen onderwijzen, in de kerk en de gemeenschap dienen, en in het onderhoud van onszelf en ons gezin voorzien. President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd:
‘Je hebt de opdracht van de Heer om je verstand, je hart en je handen te scholen. De Heer heeft gezegd: “Onderwijs ijverig […] aangaande dingen zowel in de hemel als op de aarde en onder de aarde […]; dingen die binnenslands zijn, dingen die buitenslands zijn; de oorlogen en de verwikkelingen van de natiën, en de oordelen die op het land rusten; en ook kennis van landen en van koninkrijken – opdat u in alle dingen voorbereid zult zijn” (Leer en Verbonden 88:78–80).
‘De Heer wil dat je je verstand en je handen oefent om de rest van je leven een goede invloed uit te oefenen. […] Daarnaast zal je opleiding aan je dienstbetoon in de kerk bijdragen.’5
Geestelijk onderwijs: de verborgenheden en de vredige dingen kennen
Hoe belangrijk formeel onderwijs ook is, onze geestelijke ontwikkeling is nog belangrijker voor onze levensreis.
Als commissaris van de kerkelijke onderwijsinstellingen heeft ouderling Kim B. Clark, emeritus algemeen zeventiger, gezegd:
‘De belangrijkste kennis die je moet opdoen, is kennis van de dingen van God. […]
‘Als je geestelijke kennis in je hart en verstand prioriteit geeft, zul je bij het leren op de Heer en de Heilige Geest vertrouwen. Dan zul je alles wat je leert in het licht van zijn evangelie zien en je hele leven diepgaand blijven leren.’6
Tegenwoordig hebben we zoveel middelen tot onze beschikking om ons te helpen bij ons evangelieonderwijs. Wij hebben niet alleen de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten tot onze beschikking, we hebben ook Kom dan en volg Mij, de algemene conferentie, zondagsschoollessen en thuisavonden, die allemaal mogelijkheden bieden om geregeld het evangelie te bestuderen. Heilige tempels zijn ook bedoeld om ons in Gods wegen te onderwijzen.
Jongvolwassenen kunnen tevens gebruikmaken van het instituut voor godsdienstonderwijs, dat cursussen over allerlei onderwerpen biedt, van de Schriften tot de kerkgeschiedenis, zodat ze een productief leven kunnen leiden. Door deelname aan het instituut zul je vertrouwd raken met de Schriften, zul je vriendschap sluiten en, als je aan een hogeschool of universiteit studeert, kun je balans in je seculiere onderwijs brengen.
Als we geestelijk onderwijs prioriteit geven, zullen we ‘openbaring op openbaring, kennis op kennis ontvangen, opdat [we] de verborgenheden en de vredige dingen [zullen] kennen – datgene wat vreugde brengt, datgene wat het eeuwige leven brengt’ (Leer en Verbonden 42:61).
God en Jezus Christus kennen
In al ons onderwijs – seculier of geestelijk – is er één stuk kennis waarnaar we boven al het andere moeten streven. Ouderling Michael John U. Teh van de Zeventig heeft gezegd: ‘Ten eerste moeten we erkennen dat het leren kennen van de Heiland het belangrijkste doel van ons leven is. Het moet voorrang boven al het andere krijgen.’7
In de Schriften staat hetzelfde:
‘Groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus’ (2 Petrus 3:18).
‘Ware kennis – hetgeen de kennis is van hun Verlosser’ (Helaman 15:13).
‘Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt’ (Johannes 17:3).
Als wij tijd vrijmaken om onze hemelse Vader en Jezus Christus echt te leren kennen, zullen wij meer op Hen gaan lijken. En door dat te doen, zullen we ook zin en doel aan ons leven geven. President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd: ‘Van alle schatten van kennis is de kennis van God, van zijn bestaan, zijn macht, zijn liefde en zijn beloften, het allerbelangrijkst.’8
Een leven lang leren
Als jongvolwassenen moeten wij elke gelegenheid aangrijpen om te leren en een opleiding te volgen – zowel op school als in het evangelie. Zuster Mary N. Cook, voormalig eerste raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium, heeft onderwijs vergeleken met voorbereid zijn door olie in onze lamp (zie Mattheüs 25:1–13): ‘Nu is het de tijd om jezelf ijverig toe te leggen op het vergroten van je geestelijke kennis, druppel voor druppel, door middel van gebed, Schriftstudie en gehoorzaamheid. Nu is het de tijd om je te ontwikkelen – druppel voor druppel.’9
Bedenk dat onze hemelse Vader ons heeft opgedragen om te leren. En het vermogen om te leren is een echte gave van Hem. Als formeel onderwijs buiten je bereik ligt, kun je om leiding en advies bidden.
Een leven lang leren kan een van de belangrijkste aspecten van ons leven zijn. Als wij nu in ons onderwijs investeren, cultiveren wij een patroon van een lerend leven, zodat wij betere ouders kunnen worden, betere werknemers, betere burgers in de samenleving, betere dienstknechten voor onze medemensen, en betere discipelen van Christus.