Laat goed doen ons normaal zijn
Als we standvastig en onverzettelijk in het goede zijn, zullen onze gebruiken ons helpen om op het verbondspad te blijven.
Ik zal altijd dankbaar zijn voor mijn kerktaken waardoor ik de kans kreeg om in andere landen te wonen. We hebben in al die landen veel diversiteit en bijzondere mensen met verschillende gebruiken en tradities aangetroffen.
We hebben allemaal gebruiken en tradities die persoonlijk zijn, bij onze familie horen of van de gemeenschap waarin we wonen komen, en we hopen alle tradities die overeenkomen met de evangeliebeginselen te behouden. Door opbouwende gebruiken en tradities blijven we op het verbondspad. Gebruiken die een obstakel vormen, moeten we verwerpen.
Een gebruik is een manier van doen of een frequente, gewoonlijke denkwijze van een persoon, cultuur of traditie. Vaak zien we de dingen die we uit gewoonte denken en doen als normaal.
Ik zal dit illustreren: mijn lieve vrouw, Patricia, vindt het heerlijk om kokoswater te drinken en daarna de kokosnoot op te eten. Tijdens ons eerste bezoek aan Puebla (Mexico) bestelden we een kokosnoot. Nadat ze het water had opgedronken, vroeg mijn vrouw het personeel om de kokosnoot open te maken zodat ze het vruchtvlees kon opeten. Maar toen ze dat brachten, was het rood. Ze hadden er chilipoeder op gestrooid! Een zoete kokosnoot met chilipoeder! Wij vonden dat erg vreemd. Maar we kwamen er later achter dat wij, die kokosnoten zonder chilipoeder aten, vreemd waren. In Mexico is dat helemaal niet ongebruikelijk; het is volkomen normaal.
Een andere keer aten we bij vrienden in Brazilië, die ons een avocado gaven. We wilden er net wat zout op doen, toen onze vrienden zeiden: ‘Wat doe je nu? We hebben al suiker op de avocado gedaan!’ Avocado met suiker! Dat vonden wij erg raar. Maar toen kwamen we erachter dat wij, die avocado zonder suiker aten, raar waren. In Brazilië is het normaal om avocado’s met suiker te eten.
Wat de een normaal vindt, kan een ander raar vinden. Dat hangt af van hun gebruiken en tradities.
Welke gebruiken en tradities zijn normaal voor ons?
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Men spreekt tegenwoordig vaak over “het nieuwe normaal”. Als u het nieuwe normaal echt wilt omarmen, dan nodig ik u uit om uw hart, verstand en ziel steeds meer tot onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, te wenden. Laat dat uw nieuwe normaal zijn.’ (‘Uw nieuwe normaal’, Liahona, november 2020, 118.)
Deze uitnodiging is voor iedereen. Het maakt niet uit of we arm of rijk, geschoold of ongeschoold, oud of jong, ziek of gezond zijn. Hij nodigt ons uit om de dingen in ons leven waardoor wij op het verbondspad blijven, normaal te laten zijn.
Er is geen enkel land waar alles goed of bewonderenswaardig is. Daarom, zoals Paulus en de profeet Joseph Smith hebben gezegd:
‘Als er iets deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig is, dan streven wij dat na’ (Geloofsartikelen 1:13).
‘Als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat’ (Filippenzen 4:8).
Merk op dat dit een aansporing is, niet enkel een opmerking.
Laten wij allemaal even de tijd nemen om stil te staan bij onze gebruiken en de invloed die ze op ons gezin hebben.
Ik noem vier van de geweldige gewoonten die normaal zouden moeten zijn voor leden van de kerk:
-
Individuele en gezinsstudie van de Schriften. Om tot de Heer Jezus Christus bekeerd te worden, heeft iedereen een eigen verantwoordelijkheid om meer over het evangelie te leren. Ouders zijn verantwoordelijk voor het evangelieonderricht aan hun kinderen (zie Leer en Verbonden 68:25; 93:40).
-
Persoonlijk en gezinsgebed. De Heiland heeft ons geboden om altijd te bidden (zie Leer en Verbonden 19:38). Gebed stelt ons in staat om persoonlijk met onze hemelse Vader te communiceren in de naam van zijn Zoon, Jezus Christus.
-
Wekelijks de avondmaalsdienst bijwonen (zie 3 Nephi 18:1–12; Moroni 6:5–6). We doen dit om Jezus Christus te gedenken tijdens het avondmaal. Bij deze verordening hernieuwen de kerkleden hun verbond om de naam van de Heiland op zich te nemen, Hem altijd indachtig te zijn en zijn geboden te onderhouden (zie Leer en Verbonden 20:77, 79).
-
Regelmatige deelname aan tempel- en familiehistorisch werk. Door dit werk kunnen gezinnen voor eeuwig verenigd en verzegeld worden (zie Leer en Verbonden 128:15).
Wat vinden we ervan als we deze vier dingen horen? Maken ze deel uit van ons normale leven?
Er zijn veel andere tradities die we tot onderdeel van ons normale leven kunnen maken, zodat we God in ons leven kunnen laten zegevieren.
Hoe kunnen we bepalen wat in ons leven en in ons gezin normaal wordt? In de Schriften is een goed voorbeeld te vinden; in Mosiah 5:15 staat: ‘Ik wil dat u standvastig en onverzettelijk bent, te allen tijde overvloedig in goede werken.’
Deze woorden spreken mij aan, want we weten dat dingen normaal voor ons worden wanneer we ze steeds opnieuw herhalen. Als we standvastig en onverzettelijk in het goede zijn, zullen onze gebruiken overeenkomen met de evangeliebeginselen en ons helpen om op het verbondspad te blijven.
President Nelson heeft ook deze raad gegeven: ‘Omarm uw nieuwe normaal door u dagelijks te bekeren. Streef naar steeds meer reinheid in gedachte, woord en daad. Dien andere mensen. Houd een eeuwig perspectief voor ogen. Maak uw roeping groot. En wat uw moeilijkheden ook zijn, geliefde broeders en zusters, leef elke dag zo dat u beter voorbereid bent om uw Schepper te ontmoeten.’ (‘Uw nieuwe normaal’, 118.)
Het is voor mij en mijn vrouw, Patricia, nu niet raar meer om kokosnoot met chilipoeder en avocado met suiker te eten – we vinden het zelfs lekker. Verhoging is echter veel geestelijker dan onze smaak; het heeft met de eeuwigheid te maken.
Ik bid dat wij, door de dingen die normaal voor ons zijn, die staat van ‘nimmer eindigend geluk’ (Mosiah 2:41) kunnen ervaren die is beloofd aan hen die de geboden van God onderhouden, en dat wij, terwijl we dat doen, kunnen zeggen: ‘En het geschiedde dat wij een leven van geluk leidden’ (2 Nephi 5:27).
Broeders en zusters, ik getuig van de vijftien mannen die wij ondersteunen als profeet, ziener en openbaarder, onder wie onze geliefde profeet, president Russell M. Nelson. Ik getuig dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waar is. Ik getuig in het bijzonder van Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser. In de naam van Jezus Christus. Amen.