Boodschap van de gebiedsleiding
Dankbaarheid
Ons leven wordt vervuld met de invloed van de Heilige Geest als we ons meer en beter op onze Heiland Jezus Christus richten. Dat zien we gebeuren als we de tijd nemen om zijn leven te bestuderen, bekend raken met zijn leer, en doen wat Hij deed door christelijke eigenschappen te ontwikkelen.
Het verhaal over de broden en vissen waarmee de menigte gevoed en verzadigd werd, kent verschillende versies. Vooral de beschrijving in Johannes 6:5–14 spreekt me aan. Er waren meer dan vijfduizend mensen, en de Heiland kreeg vijf gerstebroden en twee visjes aangereikt. Hij dankte voor wat ze hadden, zegende het voedsel, en zijn discipelen deelden het aan iedereen uit, tot ‘zij verzadigd waren’.1 Van de vier auteurs die de gebeurtenis hebben opgetekend, vermeldt alleen Johannes dat de Heiland ‘gedankt had’2 voor wat ze hadden, ook al hadden ze niet veel om aan de menigte te geven. Hij had maar vijf gerstebroden en twee visjes, maar dat werd genoeg om iedereen te verzadigen. Dat is voor mij een groot voorbeeld van wat er kan gebeuren als we dankbaar zijn, als we danken voor wat we hebben. We hebben misschien niet veel, maar als we dankbaar zijn voor wat we hebben, zal dat genoeg zijn voor onze behoefte. Dankbaarheid is een goede en fundamentele christelijke eigenschap om nader te ontwikkelen. Dat levert ons meer levensvreugde op en helpt ons de hand van de Heer vaker te zien.
President Nelson heeft het volgende over de genezende kracht van dankbaarheid gezegd:
‘Iedereen kan danken voor deze mooie wereld en ons grootse universum, dat ons een glimp van de eeuwigheid laat zien. We kunnen danken voor het leven, voor ons magnifieke lichaam en brein waardoor we kunnen groeien en leren.
We kunnen danken voor kunst, literatuur en muziek die onze ziel voeden.
We kunnen danken voor de kansen om ons te bekeren, opnieuw te beginnen, het goed te maken en ons karakter te vormen.
We kunnen danken voor gezin en familie, vrienden en dierbaren.
We kunnen danken dat we elkaar mogen helpen, koesteren en dienen, waardoor ons leven wordt verrijkt.
We kunnen zelfs danken voor tegenslag, waardoor we dingen leren die we anders niet zouden leren.
En bovenal kunnen we God danken, de Vader van onze geest, waardoor wij allen broers en zussen zijn, één grote, wereldwijde familie.’3
Ik geloof echt dat de Heer van dankbare mensen houdt. We zullen nog meer gezegend worden met wat we nodig hebben als we dankbaar zijn, omdat we de bron van al die zegeningen kennen en herkennen.
Ik besluit met de woorden die Alma in Mosiah 18 tot zijn volk sprak: ‘En hij gebood hun de sabbatdag te onderhouden en te heiligen, en tevens de Heer, hun God, iedere dag te danken.’4 Laten we de Heer persoonlijk en in gezinsverband danken. Ons leven gaat er anders uitzien als we dagelijks stilstaan bij de zegeningen die we van de Heer ontvangen. Laten we zijn hand in ons leven zien en onze dank daarvoor in onze gebeden aan het eind van elke dag uiten. Het Boek van Mormon getuigt volop dat dankbare mensen gelukkige mensen zijn.
Ik ben dankbaar voor onze liefdevolle hemelse Vader en zijn Zoon, onze Heiland en Verlosser Jezus Christus, en voor de leidende invloed van de Heilige Geest. Ik getuig dat Zij echt bestaan.