2023
Elkaar liefhebben: het Nieuwe Testament en het gezinsleven
Oktober 2023


Het Nieuwe Testament in context

Elkaar liefhebben: het Nieuwe Testament en het gezinsleven

Als we het huisgezin in het Nieuwe Testament begrijpen, kunnen we het ‘huisgezin van God’ in deze tijd versterken.

Jezus Christus onderwijst

Hoor Hem, Simon Dewey

Het gezin vormt een belangrijke achtergrond in het Nieuwe Testament. Christelijke aanbidding heeft zich in een huiselijke omgeving ontwikkeld (het Griekse oikos of oikia, ‘huis’ of ‘huishouden’, wat zowel op een gebouw als de bewoners ervan slaat).1 Christenen gebruikten familiale beeldspraak en terminologie om zichzelf te beschrijven – gelovigen waren ‘broeders’ en ‘zusters’, en de kerk was ‘het huisgezin van God’ (oikos theou) oftewel Gods gezin (zie 1 Timotheüs 3:15; 5:1–2).

Veel activiteiten van de vroegchristelijke kerk en leringen in het Nieuwe Testament waren op het gezin gericht. Begrip van het gezinsleven in het Nieuwe Testament kan personen, echtparen en gezinnen sterken, en ervoor zorgen dat alle verschillende leden van het ‘huishouden van God’ er in de laatste dagen bij horen.

Het huisgezin in het Nieuwe Testament

In de oudheid bestond een huisgezin in het oude Middellandse Zeegebied doorgaans niet alleen uit ouders en kinderen, maar ook uit andere familieleden, zoals neven en nichten, oudere familieleden, of de volwassen broers en zussen van de ouders en hun huwelijkspartner. Ook huisgezinnen in de dorpen van Galilea bestonden uit deze familieleden, die samen woonden en werkten (zie Markus 10:29). Rijke huishoudens in het Romeinse Rijk omvatten tevens andere afhankelijken, zoals werknemers, slaven, bevrijde slaven en klanten.

Christelijke aanpassingen aan de typische huishoudcodes

Verschillende boeken in het Nieuwe Testament bevatten instructies aan leden van vroegchristelijke huishoudens (zie Kolossenzen 3:18–4:1; 1 Petrus 2:13–3:12; Efeze 5:21–6:9; 1 Timotheüs 2:8–15; 5:1–22; 6:1–10; Titus 2:1–10). Deze ‘huishoudcodes’, zoals geleerden ze noemen, zijn te vergelijken met passages in de Griekse en Hellenistisch-Joodse literatuur, die sociale stabiliteit bevorderen door het aanprijzen van geordende, goed geleide huisgezinnen, waarin familieleden hun cultureel omschreven rollen in het juiste verband met elkaar vervullen.

Deze teksten uit het Nieuwe Testament bevatten de traditionele waarden van die tijd waardoor de bestaande sociale structuur in stand werd gehouden, zoals de raad om onderdanig te zijn aan heersers, geschillen te vermijden en beleefd voor iedereen te zijn (zie 1 Petrus 2:17; 1 Timotheüs 2:1–2; Titus 3:1–2).

Maar de huishoudcodes in het Nieuwe Testament bevatten echter ook enkele belangrijke aanpassingen. Ze beklemtonen bijvoorbeeld wederzijdse eerbied voor elkaar en heroriënteren relaties, waaronder die met God:

  • Kinderen moesten hun ouders in de Heere gehoorzaam zijn (zie Efeze 6:1–3; Kolossenzen 3:20).

  • Vaders mochten bij hun kinderen geen toorn verwekken, maar moesten ze in onderwijzing en terechtwijzing van de Heer opvoeden (zie Efeze 6:4; Kolossenzen 3:21).

  • Mannen mochten hun vrouw niet streng behandelen, maar moesten rekening met haar houden, haar eren en liefhebben zoals Christus de kerk liefhad en Zich ervoor gaf (zie Efeze 5:25–33; Kolossenzen 3:19; 1 Petrus 3:7).

  • De instructie in Efeze 5:22 dat vrouwen onderdanig aan hun man moeten zijn, zoals aan de Heer, verschijnt pas na de voorafgaande woorden in Efeze 5:21 dat alle huisgenoten – zowel man als vrouw – ‘in de vrede Gods’ aan ‘elkaar onderdanig’ zijn (Efeze 5:21).2 Zoals Paulus heeft gezegd: ‘Laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf’ (Filippenzen 2:3).

We zien nog een christelijke aanpassing in de manier waarop de traditioneel ondergeschikte leden van elk echtpaar – vrouwen, kinderen en slaven3 – eerst worden aangesproken ‘als personen die zelfstandig en volwaardig zijn’, waaruit blijkt dat zij ‘ook een belangrijke rol spelen’.4

En de raad aan vrouwen in 1 Petrus 3:1–6 staat haaks op het oude gebruik dat een vrouw haar man moest vrezen en de aanbidding van zijn goden moest aannemen. Integendeel, het geloof van de gelovige vrouw zou haar ongelovige man kunnen overtuigen.

Hoewel de huishoudens vanouds volgens de gebruiken van die tijd patriarchaal en hiërarchisch waren, spoorden deze aanpassingen de christelijke huishoudens aan om meer gelijkheid en respect voor iedereen te hebben, waarbij ze eraan herinnerd werden ‘elkaar lief te hebben’ (zie Johannes 13:34), zoals de Heiland deed.

Naar Jezus Christus opkijken

In de aanwijzingen voor het gezin in het Nieuwe Testament staan beginselen die allen tot zegen kunnen zijn wie in de hedendaagse wereld een discipel van Jezus Christus willen zijn. De belangrijkste les toen en nu is naar Jezus Christus op te kijken en zijn voorbeeld van onzelfzuchtige, welwillende dienstverlening in al onze relaties te volgen (zie Filippenzen 2:3–11). Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons eraan herinnerd: ‘Liefde is het bepalende kenmerk van een discipel van Christus.’5

Noten

  1. Dit artikel is ontleend aan Mark D. Ellison, ‘Family, Marriage, and Celibacy in the New Testament’, in New Testament History, Culture, and Society: A Background to the Texts of the New Testament, red. Lincoln Blumell (2019), 532–554.

  2. Het werkwoord dat vertaald is met ‘wees onderdanig’ verschijnt in het origineel niet in vers 22, maar is ontleend aan vers 21. De betekenis van deze twee verzen is: [21] ‘Wees elkaar onderdanig’, en [22] ‘vrouwen wees uw eigen mannen onderdanig’, enzovoorts in het gezin, met specifieke instructies voor elk lid om die wederzijdse onderdanigheid kenbaar te maken.

  3. Slavernij was een gewoonte in oude samenlevingen en was niet op ras of nationaliteit gebaseerd. In het Romeinse Rijk, in de tijd van het Nieuwe Testament, hadden veel huishoudens slaven, waaronder christelijke huishoudens. Slavernij was niet altijd levenslang. In onze bedeling heeft de Heer gezegd: ‘Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is’ (Leer en Verbonden 101:79).

  4. Carolyn Osiek, ‘Family Matters’, in Christian Origins: A People’s History of Christianity, deel 1, red. Richard A. Horsley (2005), 216.

  5. Dieter F. Uchtdorf, ‘De liefde Gods’, Liahona, november 2009, 22; zie ook Johannes 13:35.