‘25–31 januari. Leer en Verbonden 6–9: “Dit is de Geest van openbaring”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Leer en Verbonden 2021 (2020)
‘25–31 januari. Leer en Verbonden 6–9’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2021
25–31 januari
Leer en Verbonden 6–9
‘Dit is de Geest van openbaring’
Bereid u voor op de les door Leer en Verbonden 6–9 te lezen. In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen en in dit lesschema staan lesideeën die u in uw klas kunt gebruiken.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Kennen de kinderen het verhaal van Oliver Cowdery die antwoord op zijn gebed kreeg? (Zie Heiligen, deel 1, hoofdstuk 6.) Misschien kunnen ze vertellen over iets wat ze zelf met het gebed hebben meegemaakt.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Leer en Verbonden 6:5; 8:2; 9:7–9
Onze hemelse Vader kan door de Heilige Geest tot ons spreken.
Maak de kinderen duidelijk dat ze een liefhebbende Vader in de hemel hebben, die hun gebeden hoort en ze door zijn Geest beantwoordt.
Mogelijke activiteiten
-
Aan de hand van ‘Hoofdstuk 5: Joseph Smith en Oliver Cowdery’ (Verhalen uit de Leer en Verbonden, 22–25) kunt u de kinderen vertellen over Oliver Cowdery en wat hij te weten kwam over de manier waarop onze hemelse Vader tot ons spreekt. Vraag de kinderen wat ze het leukst vinden aan het verhaal, en laat ze beurtelings over Oliver Cowdery vertellen.
-
Vertel de kinderen dat Oliver Cowdery het Boek van Mormon probeerde te vertalen. Dat lukte niet, dus vroeg Joseph aan de Heer waarom. Lees het antwoord van de Heer voor: ‘U [moet] het in uw gedachten uitvorsen; daarna moet u Mij vragen of het juist is’ (Leer en Verbonden 9:8). Laat de kinderen doen alsof ze studeren en bidden. Maak ze duidelijk dat dit de manier is waarop ook wij antwoorden van de Heer ontvangen: door te studeren en om zijn hulp te vragen.
-
Laat de kinderen hun hand op hun hoofd en borst leggen terwijl u de woorden ‘gedachten’ en ‘hart’ in Leer en Verbonden 8:2 voorleest. Zorg ervoor dat zij begrijpen dat onze hemelse Vader tot ons spreekt door middel van de Heilige Geest, die ons gedachten en gevoelens ingeeft. Zing samen een liedje over de Heilige Geest, zoals ‘De Heilige Geest’ (Kinderliedjes, p. 56). Wat komen we in dat liedje te weten over de manier waarop de Geest tot ons spreekt? Vertel over een situatie waarin u de Heilige Geest in uw gedachten en hart voelde.
Met de hulp van de Heiland hoef ik niet bang te zijn.
Joseph Smith en Oliver Cowdery hadden veel redenen om bang te zijn. Vervolging en armoede waren maar enkele van de moeilijkheden waarmee ze te maken kregen. De boodschap van de Heer aan Joseph en Oliver kan de kinderen moed inspreken als ze bang zijn.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen de woorden ‘vrees dus niet, kleine kudde’ (Leer en Verbonden 6:34) een paar keer herhalen. Leg uit dat een kudde een groep dieren is, zoals schapen. Toon een afbeelding van de Heiland als herder (zie Evangelieplatenboek, nr. 64), en getuig dat Hij over ons waakt zoals een herder over zijn schapen waakt. Omdat Hij van ons houdt, hoeven wij niet bang te zijn.
-
Laat de kinderen doen alsof ze een kudde bange schapen zijn. Waar zijn schapen zoal bang voor? Laat een kind doen alsof het de herder is die de schapen veilig houdt. Waar zijn wij soms bang voor? Getuig dat Jezus Christus onze herder is en dat Hij onze angst kan wegnemen. Zing met de klas een liedje over de Heiland en zijn liefde voor ons.
-
Lees Leer en Verbonden 6:36 voor, en laat de kinderen de woorden ‘twijfel niet, vrees niet’ herhalen. Bedenk samen met de kinderen manieren waarop ze de komende week op de Heiland kunnen vertrouwen of aan Hem denken (zie ook de doe-pagina van deze week).
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Leer en Verbonden 6:5, 15–16, 22–23; 8:2; 9:7–9
De Heilige Geest spreekt tot mij in mijn gedachten en in mijn hart.
Misschien hebben de kinderen in uw klas de gave van de Heilige Geest ontvangen. Weten ze hoe ze persoonlijke openbaring van de Geest kunnen herkennen?
Mogelijke activiteiten
-
Teken een hoofd en een hart op het bord. Lees samen de volgende verzen en ga na in welke gevallen de Heilige Geest tot onze gedachten, tot ons hart, of tot beide spreekt: Leer en Verbonden 6:15, 23; 8:2; 9:8; 9:9. Vertel de kinderen uit eigen ervaring hoe het is als de Heilige Geest in uw gedachten en uw hart tot u spreekt.
-
Lees samen Leer en Verbonden 6:5, en laat de kinderen vertellen over hun ervaringen met bidden en antwoord op gebeden krijgen. Vraag de kinderen welke mensen in de Schriften ook een antwoord op hun gebed ontvingen. (Zie 1 Nephi 2:16; Enos 1:1–6; Ether 2:18–3:6.)
-
Schrijf op het bord: Hoe spreekt de Heilige Geest tot ons? Laat de kinderen in Leer en Verbonden 6:15–16, 22–23; 8:2; 9:7–9 naar antwoorden zoeken. Vertel over situaties waarin u voelde dat de Heilige Geest tot u sprak.
‘Vrees niet om het goede te doen.’
De kinderen in uw klas kunnen soms bang zijn om voor het goede te kiezen. Leer en Verbonden 6:33–37 kan hun aansporen om moedig te zijn, zelfs in moeilijke omstandigheden.
Mogelijke activiteiten
-
Lees samen Leer en Verbonden 6:33, en bespreek waarom mensen soms bang zijn om het goede te doen (zie ook de verzen 28–29). Zoek samen in de verzen 33–37 naar woorden of zinsneden die de kinderen aanmoedigen om het goede te doen.
-
Maak samen met de kinderen tekeningen die ze thuis kunnen ophangen zodat ze eraan denken om bij iedere gedachte op Jezus Christus te vertrouwen (zie vers 36). Bespreek onder het tekenen wat het inhoudt om op de Heiland te vertrouwen, en hoe ze daardoor veilig zijn.
-
Zing met de klas een liedje over moed, zoals ‘Strijd voor het recht’ (Kinderliedjes, p. 80) of ‘Wij gaan voort, steeds voort’ (Lofzangen, nr. 164). Laat de kinderen in het liedje zoeken naar redenen waarom we niet hoeven te vrezen (zie vers 36).
Ik kan in geloof vragen.
In de Schriften drukt de Heer ons voortdurend op het hart om geloof in Hem te hebben. Hoe kunt u ertoe bijdragen dat de kinderen meer geloof in Jezus Christus ontwikkelen?
Mogelijke activiteiten
-
Schrijf op het bord: Zonder kun je niets doen; vraag daarom in . Vraag de kinderen met welk woord ze de zin kunnen aanvullen. Zoek vervolgens in Leer en Verbonden 8:10 naar het antwoord. Wat kunnen we zoal doen als we geloof hebben?
-
Lees samen Leer en Verbonden 8:10, en bedenk samen voor welke dingen de kinderen de Heer om hulp kunnen vragen. Laat ze tekenen wat ze zouden kunnen vragen. Laat ze hun tekening aan de klas tonen, en laat de andere kinderen raden wat de tekening voorstelt.
Thuisstudie stimuleren
Help de kinderen om een korte zinsnede uit Leer en Verbonden 6–9 te kiezen waarover ze thuis met iemand willen praten. Bijvoorbeeld: ‘vrees niet om het goede te doen’ (6:33), ‘twijfel niet, vrees niet’ (6:36) of ‘zonder geloof kunt u niets doen’ (zie 8:10).