‘24–30 juli. Handelingen 16–21: “De Heere [had] ons geroepen […] het Evangelie te verkondigen”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)
‘24–30 juli. Handelingen 16–21’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023
24–30 juli
Handelingen 16–21
‘De Heere [had] ons geroepen […] het Evangelie te verkondigen’
Lees Handelingen 16–21. Bedenk vervolgens hoe de influisteringen van de Geest en de suggesties in dit lesschema u bij uw lesvoorbereiding kunnen helpen. Raadpleeg ‘Rekening houden met de behoeften van kleine kinderen’ in deze publicatie voor extra hulp.
Meedoen stimuleren
Vraag wat de kinderen over Paulus’ zendingsactiviteiten weten. Ze kunnen ook iets vertellen over andere zendelingen die ze kennen of over hun eigen zendingservaringen.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Zendelingen vertellen mensen over Jezus.
Weten de kinderen wat zendelingen doen? Hoe kunt u ze duidelijk maken dat ook zij anderen over het evangelie kunnen vertellen?
Mogelijke activiteiten
-
Speel met de kinderen de gebeurtenissen in Handelingen 16:25–34 na. Vertel daarbij hoe Paulus en Silas in de gevangenis over het evangelie vertelden. (Zie ook ‘Hoofdstuk 61: Paulus en Silas in de gevangenis’, in Verhalen uit het Nieuwe Testament, 158–160, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Leg uit dat zendelingen tegenwoordig ook mensen over Jezus vertellen en op de doop voorbereiden.
-
Maak voor de kinderen naamplaatjes van zendelingen en help ze hun naam op het plaatje te schrijven. Leer de kinderen eenvoudige leerstellingen waar ze met anderen over kunnen praten, zoals ‘Ik ben een kind van God’, ‘God spreekt door middel van een levende profeet’ of ‘Jezus Christus is onze Heiland’. Druk de kinderen op het hart dat we ook zonder naamplaatje het evangelie kunnen uitdragen.
De Schriften getuigen van onze hemelse Vader en Jezus Christus.
Hoewel sommige kinderen in uw klas wellicht nog niet kunnen lezen, kunt u hun liefde voor de Schriften aanwakkeren en zien hoe ze van de Heiland getuigen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat een kind de zinsnede ‘zij […] onderzochten dagelijks de Schriften’ (Handelingen 17:11) voorlezen. Laat de kinderen deze zinsnede herhalen en daarbij op een kalender elke dag van de week aanwijzen. Zing samen een liedje over de zegeningen van Schriftstudie, zoals ‘Lees, denk en bid’ (Kinderliedjes, p. 66).
-
Om de kinderen duidelijk te maken dat de Schriften van onze hemelse Vader en Jezus Christus getuigen, laat u ze bijvoorbeeld in Handelingen 17 of 18 naar de woorden God, Heere of Jezus zoeken. (U kunt deze woorden vooraf markeren zodat de kinderen ze makkelijker kunnen vinden.) Telkens als ze een van deze woorden tegenkomen, laat u ze iets over onze hemelse Vader en Jezus Christus vertellen.
Ik ben een kind van God.
Op de Areopagus zette Paulus fundamentele waarheden over de aard van God uiteen. Zo vertelde hij dat wij zijn kinderen zijn en dat Hij ‘niet ver is van ieder van ons’ (Handelingen 17:27). Hoe kunt u ertoe bijdragen dat de kinderen zich dicht bij hun hemelse Vader voelen?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen de woorden ‘Wij [zijn] van Gods geslacht’ (Handelingen 17:29) nazeggen en leg uit dat geslacht kinderen betekent. Getuig om de beurt tot ieder kind dat hij of zij een kind van God is. Vraag ze naar hun gevoelens voor hun hemelse Vader.
-
Laat foto’s van kinderen met hun ouderlijk gezin zien. Gebruik zo mogelijk foto’s van de kinderen in uw klas. Laat de kinderen de ouders op de foto’s aanwijzen. Leg uit dat wij kinderen van onze moeder en vader zijn, en dat ieder van ons ook een geestkind van onze hemelse Ouders is.
-
Zing een liedje over onze hemelse Vader, zoals ‘Kinderen overal ter wereld’ (Kinderliedjes, p. 4–5). Zet samen met de kinderen woorden of tekeningen op het bord die weergeven wat dat liedje ons over onze hemelse Vader leert.
-
Lees de volgende woorden uit Handelingen 17:27 voor: ‘Hij [is] niet ver van ieder van ons.’ Vertel over situaties waarin u zich dicht bij uw hemelse Vader hebt gevoeld, en geef de kinderen de kans om ook iets te vertellen.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Handelingen 16:14–15, 25–34; 18:7–8, 24–28
Ik kan nu al een zendeling zijn.
Hoe kunt u de kinderen aansporen om meer op Paulus te lijken en aan anderen te vertellen wat ze over het evangelie leren?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Handelingen 16:14–15, 25–34 en 18:7–8, 24–28 lezen. Laat ze een lijst maken van de mensen aan wie Paulus en Apollos het evangelie verkondigden. Laat ze vervolgens een lijst maken van mensen aan wie zij over het evangelie kunnen vertellen. Laat de kinderen een rollenspel spelen waarin ze die mensen over Jezus Christus vertellen of ze uitnodigen om naar de kerk te komen. U kunt de kinderen ook aanmoedigen om die mensen een briefje te schrijven waarin ze van een evangeliebeginsel getuigen.
-
Nodig voltijdzendelingen, onlangs teruggekeerde zendelingen of wijkzendelingen uit om iets over hun zendingservaringen te vertellen. Moedig de kinderen aan om ze te vragen hoe ze anderen over het evangelie kunnen vertellen.
Handelingen 17:2–4, 10–12; 18:28
De Schriften getuigen van Jezus Christus.
Alle profeten getuigen van Jezus Christus. Hoe kunt u kinderen leren om Christus in de Schriften terug te vinden, ook al wordt Hij niet bij naam genoemd?
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Handelingen 17:2–4, 10–12; 18:28 lezen en opletten wat deze Schriftteksten gemeen hebben. Hoe komt het volgens deze verzen dat de mensen in het evangelie van Jezus Christus gingen geloven? Laat de kinderen hun lievelingsverhalen over Jezus vertellen die ze uit de Schriften hebben geleerd.
-
Schrijf tekstverwijzingen over de Heiland op strookjes papier. Zie bijvoorbeeld de Gids bij de Schriften, ‘Jezus Christus’, schriften.ChurchofJesusChrist.org. Verstop de strookjes in het lokaal en laat de kinderen ze opzoeken. Lees samen de gevonden Schriftteksten en laat de kinderen vertellen wat ze daaruit over Jezus te weten komen.
Ik ben een kind van God.
Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken dat ze kinderen van God zijn?
Mogelijke activiteiten
-
Laat een steen zien, en leg uit dat de mensen in de tijd van Paulus goden aanbaden die ze uit steen en andere materialen hadden gemaakt. Laat de kinderen Handelingen 17:27–29 lezen. Wat kunnen we uit deze verzen over God leren? Leg uit dat geslacht kinderen betekent. Vraag de kinderen hoe ze zich voelen bij het besef dat ze kinderen van God zijn.
-
Laat de kinderen Handelingen 17:27 lezen. Laat ze opschrijven of tekenen wat ze kunnen doen om ‘tastend’ God te vinden of nader tot Hem te komen. Wanneer hebben ze gevoeld dat Hij ‘niet ver is’ van hen?
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om de komende week een Schrifttekst over Jezus Christus op te zoeken. (Dat kunnen ze tijdens hun persoonlijke of gezinsstudie doen.) Laat ze volgende week vertellen wat ze hebben gevonden.