Pioniers in elk land
Kim Ho Jik
Eerste kerklid in Korea
God had hem hier met een speciale reden naartoe gebracht.
Kim Ho Jik haalde diep adem. Het was zijn eerste dag op de universiteit in de Verenigde Staten waar hij ging studeren en lesgeven.
Leren was heel belangrijk voor Ho Jik. Hij wilde zoveel mogelijk leren over voeding. Dan kon hij het leven van de mensen in Zuid-Korea, waar hij vandaan kwam, beter maken.
Ho Jik droeg een doos boeken naar zijn nieuwe kantoor.
āHalloā, zei een man vanuit het kantoor ernaast. āIk ben Oliver. Ik studeer hier ook.ā
āPrettig kennis te makenā, zei Ho Jik.
De weken verstreken. Ho Jik en Oliver werden vrienden. Ze praatten over hun studie. Ho Jik merkte dat Oliver nooit alcohol dronk of rookte. Hij werkte ook niet op zondag. Ik vraag me af waarom, dacht Ho Jik.
Op een dag gaf Oliver een boek aan Ho Jik. Het ging over de geloofsartikelen. āDit boek gaat over wat ik geloofā, zei Oliver. āGeef maar een seintje als je meer zou willen weten.ā
Ho Jik las het boek in minder dan een week uit. Oliver gaf hem nog een boek, het Boek van Mormon. Ho Jik las dat ook snel. Hij begon met Oliver mee naar de kerk te gaan. Maar hij wist niet zeker of hij zich wilde laten dopen.
Al snel was het Olivers laatste dag op de universiteit. Ho Jik zag hem op de gang. āIk geloof dat God jou met een speciale reden hier heeft gebrachtā, zei Oliver. āMaar niet alleen zodat je de mensen in je land over voeding kunt leren. Je moet ze ook over het evangelie leren.ā
Ho Jik dacht lang over Olivers woorden na. Uiteindelijk besloot hij zich te laten dopen. Hij werd gedoopt in dezelfde rivier waar Joseph Smith 122 jaar eerder was gedoopt!
Toen Ho Jik afgestudeerd was, ging hij terug naar Zuid-Korea. Hij was enthousiast om het evangelie met zijn familie te delen. Hij vertelde ook veel anderen over De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Ho Jik werd een leider. Hij deed belangrijk werk in het onderwijs en bij de regering. Hij hielp mensen in zijn land om voedzamer te eten. Hij kon iets voor ze betekenen.
Maar hij wilde nog meer betekenen. Zendelingen mochten in Korea niet onderwijzen. Ho Jik wilde daar verandering in brengen. Hij wist dat hij problemen kon krijgen als hij de regering zou vragen om zendelingen te laten onderwijzen in Korea. Maar hij wist dat het het waard was. Hij zou alles opgeven om het evangelie naar Korea te brengen.
Ho Jik vroeg de regering om zendelingen toe te staan om in Zuid-Korea te onderwijzen. En de regering zei ja! Er kwamen al snel zendelingen, en Ho Jik hielp ze om meer en meer mensen te onderwijzen.
Ho Jik wist dat Oliver gelijk had. Hij was naar die universiteit gestuurd zodat hij over het evangelie kon leren. Hij was dankbaar dat God hem met het evangelie en de mogelijkheid om het te delen had gezegend.