Pioniers in elk land
Carol moest drie jaar wachten
Carol wilde zich zo graag laten dopen.
Ding dong! De deurbel ging. Carol en haar zus, Jacqui, renden naar de deur. ‘Mama!’ riep Carol. ‘Dee is er. We gaan naar de kerk!’
‘Veel plezier’, zei mama.
Carol deed de deur open. ‘Hoi, Dee’, zei ze. ‘Laten we gaan!’
Carol, Jacqui en Dee liepen samen naar de bushalte. Ze waren enthousiast om een nieuwe kerk te bezoeken. Ze hadden er in een tijdschrift over gelezen. Ze hadden nog meer van hun vriendinnen uitgenodigd om ook mee te gaan.
Daar was de felrode bus. De meisjes stapten in. Carol en haar vriendinnen namen bijna altijd de bus als ze in Londen ergens naartoe gingen.
Bij elke bushalte stapten er meer vriendinnen in. Vanessa, Sheila en Angela – ze gingen allemaal mee!
De bus stopte voor een buurtcentrum. Daar werden de kerkbijeenkomsten gehouden. Toen Carol het gebouw binnenliep, voelde ze iets speciaals.
Carol luisterde naar de liederen, de gebeden en de toespraken. Ze was al eens naar andere kerken geweest. Maar deze kerk voelde anders.
Na de kerk namen de meisjes de bus terug naar huis. ‘Zullen we volgende week weer gaan?’ vroeg Dee.
Carol glimlachte. ‘Dat wilde ik ook net zeggen!’
De meisjes gingen week na week naar de kerk. De mensen daar waren erg vriendelijk. Er was altijd wel iemand die ze uitnodigde om bij hem of haar te komen zitten. En ze werden altijd uitgenodigd voor doordeweekse activiteiten. Carol had het gevoel dat ze deel van een grote kerkfamilie uitmaakte.
Toen ze de zendelingen ontmoette, wilde ze al gedoopt worden. Jacqui wilde dat ook. Maar het mocht niet van Carols ouders. Ze vonden de meisjes te jong om te beslissen dat ze zich wilden laten dopen.
De meeste van Carols vriendinnen mochten ook niet gedoopt worden. Maar elke zondag gingen ze samen met de bus naar de kerk. Carol was verdrietig dat de rest van haar familie niet meeging. Maar ze wist dat het belangrijk was om te gaan.
Drie jaar ging voorbij. Carol wilde zich nog steeds graag laten dopen. Ze wilde zuiver en rein uit het water omhoogkomen. En ze wist dat de gave van de Heilige Geest haar veel zou helpen!
‘Mama,’ zei Carol op een dag, ‘mag ik mij alsjeblieft laten dopen?’
Mama was eventjes stil. ‘Ik heb je zien veranderen sinds je naar de kerk gaat’, zei ze. ‘Ik zie hoe je je best doet om elke dag goede keuzes te maken. Als het van papa mag, vind ik het ook goed.’
Carol en Jacqui konden zich eindelijk laten dopen. Toen de zendelingen hun handen op Carols hoofd legden om haar te bevestigen, voelde ze zich rein en sterk. Ze was blij dat ze beloften aan God had gemaakt. En nu was ze officieel lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen!
Carol omhelsde Jacqui terwijl ze op de bus naar huis stonden te wachten. Ze waren de eerste leden van de kerk in hun familie. Ze waren pioniers! En dat was een zegening die Carol nooit als vanzelfsprekend zou beschouwen.