Een belangrijke rol
‘Ik heb een bijzonder klusje voor jou’, zei zuster Fox.
De kinderen in Capri’s klas waren babbelkousen. Ze vertelden elkaar graag over hun week. Ze beantwoordden graag vragen in de les.
Maar Capri niet. Ze kon niet praten. Ze had een handicap waardoor praten heel moeilijk was.
Op een zondag had zuster Fox geweldig nieuws. ‘Onze jeugdwerkpresentatie komt eraan’, zei ze. ‘Ieder van jullie zal daaraan meedoen.’
Zuster Fox gaf de andere kinderen een strookje papier. Op elk papiertje stond iets wat ze moesten zeggen. Maar Capri kon de woorden niet uitspreken. Hoe kon ze dan aan de presentatie deelnemen?
‘Ik heb een bijzonder klusje voor jou’, zei zuster Fox tegen Capri. Ze toverde een doosje tevoorschijn. Er zat een klein hendeltje aan. ‘Goed kijken.’ Zuster Fox draaide aan het hendeltje. Er klonk zachte muziek uit het doosje.
Capri klapte in haar handen. Ze kende dat liedje!
Zuster Fox glimlachte. ‘Hier, probeer maar.’ Ze hielp Capri aan het hendeltje te draaien. De muziek begon te spelen. Het leek wel toverij!
‘Kun je in de jeugdwerkpresentatie dit liedje voor ons spelen?’ vroeg zuster Fox. Capri knikte. Ze was blij dat ze kon meedoen.
De dag van de presentatie brak al gauw aan. De kinderen gingen een voor een naar voren om hun tekstje voor te lezen.
‘God houdt van ons’, zei Allie.
‘God is onze hemelse Vader’, zei Zac.
Toen was Capri aan de beurt. Ze ging naar voren. Toen draaide ze aan het hendeltje van het doosje. Er klonk zachte muziek. Capri dacht aan de woorden van het liedje.
Ik ben een kind van God,
door Hem op aard’ gebracht.
Hij heeft mij met een veilig thuis
en ouders lief bedacht.
Capri keek naar de mensen in de kapel. Ze glimlachten naar haar.
Aan het eind van de presentatie sprak de bisschop. ‘Ieder kind gaf vandaag zijn of haar getuigenis’, zei hij. ‘Wat ze met ons deelden, is waar. We zijn allemaal kinderen van God.’
Capri kreeg een warm gevoel vanbinnen. Ze wist dat de bisschop gelijk had. Zij was een kind van God. En ze speelde een belangrijke rol.