De lijst voor grote broers
Andrews zusje, Samantha, bleef maar met zijn spullen spelen.
‘Waarom kan ze niet van mijn spullen afblijven?’ vroeg hij aan mama.
‘Samantha is nog maar klein. Ze moet dat nog leren’, zei mama. ‘Maar ze houdt van je.’
Dat wist hij wel. Maar daardoor voelde hij zich niet beter. Hij was het delen helemaal zat.
Andrew pakte zijn krijtjes. Hij maakte een tekening van de kat van zijn oma. Toen ging hij naar mama.
‘Mag ik mijn tekening naar oma sturen?’ vroeg hij.
‘Wat een leuk idee’, zei mama.
Toen Andrew terugkwam, zat Samantha ook op zijn tekening te kleuren.
‘Je hebt het verpest!’ riep hij.
Samantha begon te huilen. Andrew werd verdrietig. Het was niet zijn bedoeling om haar aan het huilen te maken.
‘Sorry’, zei hij tegen mama. ‘Maar ik ben het zat om een grote broer te zijn.’ Hij begon ook bijna te huilen.
Mama gaf Andrew een knuffel. ‘Wat vervelend dat ze op je tekening heeft getekend. Het is soms moeilijk om een grote broer te zijn. Ik zal tegen Samantha zeggen dat ze niet aan jouw spullen mag zitten zonder het te vragen. En misschien kunnen we ook opschrijven wat je graag met haar doet. Als je dan boos op haar bent, kun je een van de dingen op het lijstje doen.’
Andrew dacht erover na. Toen knikte hij.
Andrew en mama werkten samen aan de lijst.
Ik vind het leuk om met Samantha te spelen.
Ik vind het leuk om haar soms met mijn speelgoed te laten spelen.
Ik vind het leuk als Samantha mij een knuffel geeft.
Ik vind het leuk om boeken aan haar voor te lezen.
Andrew maakte zijn lijstje af. Toen gaf hij Samantha een knuffel. Er waren een heleboel leuke dingen aan een grote broer zijn!