De brandhoutrace
De profeet heeft gezegd dat we nooit moeten stoppen ons voor te bereiden.
Luke was hard aan het rennen. Hij keek over zijn schouder. Zijn broer, Robert, haalde hem bijna in!
‘Tikkie! Jij bent ‘m!’ zei Robert.
Luke giechelde. Hij rende achter zijn zus, Mili, aan.
Na het spelletje ging iedereen zitten om uit te rusten.
‘Wat kunnen we nu spelen?’ vroeg Mili.
Luke was blij dat hij een broer en een zus had om mee te spelen. Maar COVID-19 had veel veranderd. Ze konden niet naar plekken met veel mensen gaan. En soms mochten ze niet eens naar buiten.
Luke probeerde een spel te bedenken dat ze konden spelen. Toen dacht hij aan iets wat hij in het jeugdwerk had gehoord.
‘Laten we iets doen om voorbereid te zijn’, zei Luke.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Mili.
Luke keek naar de guavebomen rond hun huis. ‘De profeet heeft gezegd dat we nooit moeten stoppen ons voor te bereiden. Misschien kunnen we vandaag brandhout verzamelen. We kunnen er een spelletje van maken om te zien wie het meeste kan vinden!’
Luke en zijn broer en zus stormden op de bomen bij hun huis af. Luke verzamelde stokken in zijn armen en rende terug om zijn hout in de schuur op te stapelen. Toen zijn broer en zus daar aankwamen, hielp hij ze om hun hout ook op te stapelen. Ze renden heen en weer totdat ze een enorme stapel verzameld hadden.
‘Dit is genoeg om een hele week mee te koken!’ zei Mili.
‘Dat was leuk’, zei Robert. ‘Ik vind het fijn om voorbereid te zijn!’
‘Ik ook’, zei Luke. Hij wilde nog iets doen om zich voor te bereiden.
Hij plantte met zijn broer en zus bele (een groene groente) in hun tuin. Luke sneed de stengels van oude planten af, zodat ze die erbij konden planten.
Terwijl ze werkten, kwamen hun ouders en grootouders naar buiten.
‘Hebben jullie zelf bele geplant?’ vroeg opa.
‘Ja’, zei Luke. ‘En we hebben ook brandhout gehaald!’
‘Dank je wel’, zei papa. ‘Ik had het vandaag erg druk. Ik had het zelf niet kunnen doen.’
Die middag zat Luke binnen met zijn familie. Ze hoorden een aankondiging op de radio dat iedereen vier dagen binnen moest blijven om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Niemand mocht het huis uit.
‘Het is maar goed dat we vandaag brandhout hebben verzameld. Dat zou nu niet meer kunnen’, zei Mili.
Luke glimlachte. Hij was blij dat ze de aansporing van de profeet om zich voor te bereiden hadden opgevolgd.