Digitaal thema-artikel: Antwoord van een apostel
Wat doe ik als mijn geloof op de proef wordt gesteld?
De manier waarop je met twijfels omgaat is belangrijk. Je kunt antwoorden vinden die je twijfels wegnemen.
Elke generatie heeft te maken met omstandigheden die hun geloof op de proef kunnen stellen. In de Schriften zien we bij Gods omgang met zijn kinderen twee thema’s naar voren komen:
-
Ten eerste is er tegenstelling in alle dingen én een tegenstander die niet wil dat we geloof in God hebben. Daarom moet elke generatie zelf kennis en een getuigenis van God opdoen.
-
Ten tweede moet elke generatie begrijpen wie zij zijn en wat hun eeuwige identiteit is. Beide zijn moeilijk te onderscheiden, omdat de tegenstander niet wil dat je een helder begrip hebt van God, de Vader, Jezus Christus, hun plan van geluk voor jou en wie je in relatie tot Hen bent.
Geloofsvragen hebben altijd bestaan. Toen de apostel Paulus Athene bezocht, probeerde hij te onderwijzen in de opstanding van Jezus Christus. Daarover lezen we in Handelingen: ‘Alle inwoners nu van Athene en de vreemdelingen die daar verbleven, besteedden hun tijd aan niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.’
Klinkt dat niet als de sociale media van tegenwoordig?
Toen de menigte besefte hoe eenvoudig Paulus’ godsdienstige boodschap van geloof was, waaronder zijn getuigenis van Jezus Christus, verwierpen ze die.
De identiteitskwestie
Niet alleen geloof in God, maar ook onze ware identiteit is in de loop van de geschiedenis betwist. Het antwoord is altijd hetzelfde gebleven. Wij zijn allemaal geestkinderen van dezelfde liefdevolle hemelse Vader. President Nelson heeft dit krachtig verwoord. Hij heeft drie blijvende aanduidingen beklemtoond: ‘kind van God’, ‘verbondskind’ en ‘discipel van Jezus Christus’.
Hij heeft ons ook aangespoord om onszelf of anderen geen etiket op te plakken. Veel problemen zouden opgelost worden als we onszelf als kinderen van een liefdevolle hemelse Vader zagen.
De ‘relevantie’-uitdaging
Wie geloof willen vernietigen, beweren vaak dat geloof niet meer relevant is. Ze laten ten onrechte hun persoonlijke voorliefdes met betrekking tot de actuele maatschappelijke kwesties de plaats innemen van Gods openbaringen en geboden. Ze veronderstellen en beweren dat veel mensen dezelfde sociale voorkeuren hebben en geen trouwe leden meer zijn.
Overigens zijn niet méér jongeren en jongvolwassenen minderactief of kerkverlaters dan in het verleden, zoals wel wordt rondgebazuind. Het aantal geroepen zendelingen is aanzienlijk toegenomen. Het percentage van de opkomende generatie dat actief is in de kerk, toont een gestaag stijgende trend. Bovendien neemt het aantal jongvolwassenen dat het instituut volgt ook toe.
Vragen en twijfels het hoofd bieden
Ik bekritiseer mensen met twijfels allerminst, maar het is belangrijk hoe je ermee omgaat. Het antwoord op deze uitdaging is het evangelie van Jezus Christus.
Ik beloof jullie: als je trouw de Schriften leest, bidt en je godsdienst naleeft, vind je mettertijd antwoord op je vragen en twijfels die zich van tijd tot tijd kunnen voordoen.
Een van mijn lievelingsverhalen in de Schriften staat in Markus en gaat over de vader die wil dat zijn zoon van een boze geest verlost wordt. De Heiland vraagt de vader in feite of hij gelooft dat zijn zoon kan genezen. De vader zegt dan met betraande ogen: ‘Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.’ Dat is genoeg voor de Heer. Hij werpt de geest uit en geneest de zoon.
De les is dat we ons geloof niet door twijfels of ongeloof mogen laten overheersen. Als je de Schriften ijverig bestudeert, oprecht bidt, nauwgezet je godsdienst naleeft en de raad van de profeet van de Heer opvolgt, kun je eventuele geloofstwijfels overwinnen.