Mijn tiendeband
Mijn man en ik hadden het financieel moeilijk omdat hij net van baan veranderd was. Hij was bij het Amerikaanse leger gegaan vanwege de studiekansen, maar hij had daarvoor wel een veel lager salaris moeten accepteren. We konden nauwelijks de touwtjes aan elkaar knopen en zaten tot over onze oren in de schulden. We hadden onze creditcards kapot geknipt om te voorkomen dat we nog meer schulden zouden aangaan. We hadden al ons spaargeld opgemaakt en leefden van onze voedselvoorraad.
Ik heb altijd een getuigenis van het evangelie gehad, maar ik leefde toen letterlijk op geloof. Na een bijzonder moeilijke maand was ik ontmoedigd door onze stapel rekeningen, en ik wist zeker dat we het gewoon niet zouden redden. Voor het eerst sinds ik volwassen was geworden, was ik in de verleiding om geen tiende te betalen. Ik dacht: ‘Ik heb het geld harder nodig dan de Heer. Het bedrag dat ik betaal is niet eens genoeg voor de elektriciteitsrekening van het ringcentrum, maar voor mij maakt het heel veel uit.’
Toen ik zelfzuchtig bedacht had waar ik het geld allemaal voor kon gebruiken, moest ik aan een schrifttekst denken: ‘Mag een mens God beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In de tienden en de heffing’ (Maleachi 3:8). Ik wist dat ik tiende moest betalen. Op de een of andere manier kwam het wel in orde. Ik schreef de cheque voor de tiende uit, deed een postzegel op de envelop en postte hem.
De volgende ochtend moest ik wat boodschappen doen. Ik liep naar de auto en werd wanhopig toen ik zag dat een van de banden bijna helemaal leeg was. Gefrustreerd reed ik naar een bandenservice in de buurt.
Een platte band zou een paar dollar kosten om te repareren. Ik zat in de wachtkamer en bad dat mijn hemelse Vader ons zou helpen. Enkele minuten later riep de bediende me bij zich. Hij vertelde dat er een spijker in de band zat, op een plek die reparatie onmogelijk maakte. Hij zou vervangen moeten worden, wat nog meer kostte dan waar ik op gerekend had. Ik zei dat ik het graag wilde zien. De bediende liet me de spijker zien en legde uit waarom het onmogelijk was om de band te repareren. Met tranen in mijn ogen vroeg ik hem om mijn band alsjeblieft zo goedkoop mogelijk te vervangen.
Ik ging terug naar de wachtkamer en bad mijn hemelse Vader in stilte om hulp. We konden ons geen nieuwe band veroorloven en hadden de auto hard nodig.
Enkele minuten later riep de bediende me weer bij zich. Hij legde uit dat de wielen van mijn auto moeren met een slot hadden en dat hij de band niet kon vervangen zonder de sleutel. Ik zei dat ik de sleutel niet had. Hij verontschuldigde zich en legde uit dat zijn werkplaats niet de juiste gereedschappen had om mijn band te vervangen. Hij beval een andere werkplaats aan. Daarna pompte hij gratis mijn band op en stuurde me op pad.
Ik ging weer in de auto zitten en brak in tranen uit. Waarom gebeurde dit? We hadden alles goed gedaan. We betaalden onze tiende, we hadden een voedselvoorraad, we probeerden onze schulden kwijt te raken, en we gingen elke week naar de kerk. Waarom liet de Heer toe dat dit gebeurde?
Ik reed naar de andere werkplaats en legde de situatie kort uit aan de bediende. We kozen de goedkoopste band en ik ging naar de wachtkamer. Na wat een eeuwigheid leek, hoorde ik mijn naam. Ik liep langzaam naar de kassa, bang voor wat ik te horen zou krijgen.
‘We hebben uw band wel vijf keer door het water gehaald’, zei de bediende. ‘We hebben met z’n drieën naar de spijker gezocht. Er zit niets. U hebt nog meer dan genoeg profiel op uw banden. Er is geen enkele reden om er een te vervangen.’ Ik staarde de bediende ongelovig aan. Ik had de spijker met eigen ogen gezien. Ik wist zeker dat hij er was geweest. Ik bedankte hem, en ook hij liet me gaan zonder iets in rekening te brengen.
Sindsdien zijn we naar een andere locatie overgeplaatst en hebben we meer dan dertienduizend kilometer gereden met die band. Ik weet dat de Heer ons zegent en dat gehoorzaamheid bescherming biedt.
Sarah Westbrook is lid van de wijk El Paso 1 in de ring El Paso-Mount Franklin (Texas).