PARTICIPATIEPERIODE

Ik volg Hem in geloof

MARGARET LIFFERTH

‘Wij geloven dat de eerste beginselen en verordeningen van het evangelie zijn: ten eerste, geloof in de Heer Jezus Christus; ten tweede, bekering; ten derde, doop door onderdompeling tot vergeving van zonden; ten vierde, handoplegging voor de gave van de Heilige Geest’ (Geloofsartikelen 1:4).

Wat betekent het om geloof te hebben? Geloof is een vertrouwen in dingen die je niet ziet, maar die wel waar zijn (zie Alma 32:21). Het eerste beginsel van het evangelie is geloof in de Heer Jezus Christus. Ook al hebben we Jezus niet gezien, we kunnen wel geloven dat Hij leeft en dat Hij ons liefheeft.

Ons geloof in Jezus Christus zal groeien als we over Hem lezen. In het Nieuwe Testament lezen we over de tijd die Hij op aarde doorgebracht heeft. We kunnen lezen over Jezus die een blinde geneest en een storm stilt. We lezen in het Nieuwe Testament dat Hij heeft geleden voor onze zonden, dat Hij is gestorven, en dat Hij op de derde dag is opgestaan.

In het Boek van Mormon staat dat Jezus Christus na zijn opstanding de mensen in Amerika heeft bezocht. Velen zagen Jezus en raakten Hem aan. Hij bediende het avondmaal, genas de zieken en organiseerde zijn kerk.

In de Parel van grote waarde vinden we het verhaal van het eerste visioen van Joseph Smith. Joseph Smith had geloof dat zijn hemelse Vader zijn gebed zou beantwoorden. Onze hemelse Vader en Jezus Christus verschenen aan Joseph Smith.

In de Leer en Verbonden lezen we het getuigenis van Joseph Smith: ‘Dit [is] het getuigenis, het laatste van alle, dat wij van Hem geven: dat Hij leeft! Want wij zagen Hem, ja, ter rechterhand Gods’ (LV 76:22–23). Lezen we het getuigenis van mensen die Hem kenden, dan groeit ons geloof en kunnen wij ook getuigen dat Jezus Christus leeft, en dat Hij ons kent en liefheeft.

Geloof in Jezus Christus: mobile

Haal pagina K4 uit de Liahona en plak hem op stevig papier. Knip langs de doorgetrokken strepen. Vorm het lange paneel tot een doos door langs de stippellijnen te vouwen en de rand vast te plakken. Teken jezelf, of plak een foto van jezelf, op het blanco paneel en schrijf op de blanco regels iets wat je gaat doen. Vouw de vijf kleine panelen langs de stippellijnen zodat de plaatjes en de teksten aan de buitenkant staan. Maak gaatjes op de aangegeven plaatsen. Maak aan de bovenkant van het doosje touwtjes vast. Knoop de afbeelding van jezelf aan de touwtjes die aan de bovenkant van het doosje zitten, zodat hij in het midden komt te hangen. Knoop de vier overgebleven plaatjes aan de onderkant van het doosje. (Zie afbeelding.)

Ideeën voor de participatieperiode

1. Teken een groot schild naar het voorbeeld van het schild voorin de KGW-lesboeken. Knip het in zeven puzzelstukken en schrijf op elk stuk een van de volgende schriftverwijzingen: Abraham 3:27 (Christus gekozen als Heiland), Jakob 4:9 (Schepper), Johannes 20:31 (Zoon van God), 3 Nephi 27:21 (Voorbeeld), Johannes 11:25 (heeft onze opstanding mogelijk gemaakt), Alma 34:8 (verzoening gebracht voor onze zonden), LV 110:2–8 (Hij leeft, en Hij leidt zijn profeet). Leer de kinderen het vierde geloofsartikel en leg uit dat geloof in Jezus Christus het eerste beginsel van het evangelie is. Deel de kinderen op in zeven groepen en geef elke groep een puzzelstuk. Vraag elke groep wat we uit de schrifttekst leren over Jezus Christus. Laat uit elke groep een kind het stuk brengen en de puzzel in elkaar zetten. Vraag: ‘Hoe kan ons geloof in Jezus Christus een schild voor ons zijn?’ Bespreek LV 27:15–17.
2. Hang de volgende platen ondersteboven: Evangelieplaten 304 (Lehi en zijn volk komen in het beloofde land aan), 308 (Abinadi voor koning Noach), 310 (Ammon verdedigt de kudde van koning Lamoni), 313 (Tweeduizend jeugdige strijders), 314 (De Lamaniet Samuel op de muur) en 321 (De bekering van Alma de jonge). Laat een kind een plaat kiezen en ‘Wie ben ik?’ spelen door de volgende vragen met ja of nee te beantwoorden. De kinderen moeten vragen stellen beginnend met ‘Heeft je geloof in Christus…’ (bijvoorbeeld ‘Heeft je geloof in Christus je geholpen om de kudden van de koning te beschermen?’). Speel door tot elke profeet is geïdentificeerd.