VAN VRIEND TOT VRIEND
Het begin van een getuigenis
‘Door de macht van de Heilige Geest kunt gij de waarheid van alle dingen kennen’ (Moroni 10:5).
Ik ben altijd graag buiten, in de natuur. Ik houd van de bergen. Ik houd van de zee. Ik houd van rivieren. Ik houd van dieren. Ik vind Gods scheppingen zo mooi dat ik ze bijna niet kan beschrijven.
Toen ik zestien was, wilde ik echt de natuur in, en mijn moeder gaf me toestemming om tijdens de zomer in Alaska te werken. Ik vloog er met een oud propellervliegtuig heen en ging in een supermarkt werken.
Ik werkte samen met een lekenpredikant die mij wat over zijn geloof wilde vertellen. Iedere dag spraken we over de Schriften, maar ik vond het moeilijk om mijn geloof te verdedigen omdat ik eerlijk gezegd niet genoeg kennis had. Ik probeerde het verhaal van Joseph Smith en de openbaringen die hij had ontvangen, uit te leggen op een manier die de predikant kon begrijpen.
Maar na een tijdje begreep ik dat ik hulp nodig had. Daarom zocht ik de voltijdzendelingen in het gebied op en vroeg of zij me meer over het evangelie wilden leren. Die zomer sprak ik vaak een uur of twee met de zendelingen voordat ik met de predikant sprak, die een hele goede vriend was geworden.
Ik werd op een nacht wakker. Ik maakte me zorgen dat ik het evangelie niet erg goed verkondigde, hoewel ik steeds meer begon te begrijpen dat het waar is.
Buiten wierp de zomerzon de prachtigste kleuren op de bergen van Alaska. De wolken hingen op zo’n tweederde van de berghellingen. Het leek wel of de bergen in de lucht zweefden. Het was een van de prachtigste uitzichten die ik ooit heb gezien. Het is moeilijk te begrijpen wat ik zag en hoeveel eerbied ik voor de scheppingen van mijn hemelse Vader voelde.
Ik ging op mijn knieën zitten en vroeg mijn hemelse Vader om mijn gebeden te beantwoorden. Ik wilde echt weten of het Boek van Mormon waar was, en ik wilde ook weten of ik alles moest geloven wat mijn moeder me al die jaren had verteld. Ik wilde weten of De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen de ware kerk van God op aarde is.
Die nacht — terwijl het in Alaska licht bleef — kwam ik erachter dat de kerk waar is. Toen begreep ik dat het Boek van Mormon het woord van God is. Toen leerde ik hoe belangrijk de eeuwige relatie met mijn moeder, mijn overleden vader en andere familieleden is.
Ik stond die ochtend op als een ander mens, omdat ik wist dat ik mijn getuigenis kon geven — omdat deze dingen door de Geest aan mij waren geopenbaard. De predikant kon er niet tegenop. Hij kon over leerstellingen debatteren, maar hij kon niets inbrengen tegen mijn getuigenis dat ik wist dat de kerk waar is.
Hoewel ik me de namen van de zendelingen nog wel kon herinneren, had ik ze jarenlang niet gesproken. In 1998 werd een van die zendelingen als algemeen autoriteit geroepen. Ouderling Stephen A. West was een van de sleutelfiguren waardoor ik een volledig getuigenis van het evangelie kreeg. Als algemeen autoriteit werken hij en ik samen in het presidium van het gebied Noord-Amerika-Zuidoost. En we hebben gesproken over wat we zo lang geleden hebben meegemaakt. Ik zal dat avontuur in Alaska als zestienjarige jongeman nooit vergeten.