2010
Opgroeien in de vreze des Heren
Februari 2010


Zij hebben tot ons gesproken

Opgroeien in de vreze des Heren

Naar een toespraak op 29 april 2008 gehouden aan de Brigham Young University–Idaho. Voor de volledige Engelse tekst van de toespraak gaat u naar http://web.byui.edu/DevotionalsandSpeeches.

Afbeelding
Kathleen H. Hughes

Terwijl ik weer een keer het Boek van Mormon las, kwam ik bij het hoofdstuk in Helaman waar we over de zonen van Helaman lezen: ‘En het geschiedde dat hij twee zonen had. Hij gaf de oudste de naam Nephi en de jongste de naam Lehi. En zij begonnen op te groeien in de vreze des Heren’ (Helaman 3:21; cursivering toegevoegd).

Die jongens kenden, dienden en beminden de Heer niet alleen in hun ontwikkelingsjaren, ze zijn hun verdere leven op dat pad gebleven. Het is dit idee — trouw blijven en volharden — dat ik onder jullie aandacht wil brengen.

Zelfs als je de eerste in je familie bent die het evangelie heeft aanvaard, stel ik mij zo voor dat je in je jeugd geestelijke indrukken hebt gehad. We groeien allemaal op en verlaten, vroeg of laat, de plek waar we zijn grootgebracht. Ik woonde thuis toen ik de universiteit bezocht. Pas toen ik als onderwijzeres begon te werken en mijn ouders verhuisden, moest ik op eigen benen gaan staan.

Deze overgangsfase is vaak een bepalende ervaring in onze toewijding aan het evangelie. De wereld staat bol van flagrante en subtiele verleidingen. We moeten ons altijd afvragen wat dat met onze geest doet. Wordt het goddelijke in ons gevoed, of weerhouden onze daden de Geest ervan om de bepalende kracht in ons leven te worden?

Goddeloos leven vergt niet veel tijd en moeite; dat leren we uit wat de mensen in het Boek van Mormon is overkomen. In de eerste hoofdstukken van 3 Nephi zien we dat de Nephieten grotendeels verdorven waren geworden: de Lamanieten, het volk dat nog het rechtvaardigst was, waren ook aan het afdwalen. Mormon schrijft:

‘Zij hadden vele kinderen die opgroeiden en in jaren toenamen, zodat zij voor zichzelf gingen denken, en (…) werden verleid. (…)

‘En aldus werden ook de Lamanieten beproefd, en zij begonnen in geloof en rechtvaardigheid af te nemen wegens de goddeloosheid van het opkomende geslacht’ (3 Nephi 1:29–30; cursivering toegevoegd).

We moeten ervoor waken dat we voor onszelf gaan denken. Dat is een interessante zinsnede. Voor mij betekent het dat ze eerst aan zichzelf dachten en zich overgaven aan verlangens waarvoor de profeten hen hadden gewaarschuwd. Zij vielen voor de verleidingen en verlokkingen van Satan. Eens zal eenieder van ons voor de keuze komen te staan of we ons geloof trouw blijven, ‘verkommer[en] in ongeloof’ of ‘moedwillig in opstand [komen] tegen het evangelie van Christus’ (4 Nephi 1:38).

Ik wou dat ik je kon vertellen dat er een eenmalige remedie was om niet ten prooi te vallen aan die verleidingen, maar die is er niet. Er is echter wel een patroon dat ons, als we ons eraan houden, de zekerheid biedt dat we veilig zijn en getrouw blijven, als we eenmaal voor het plan van de Vader hebben gekozen.

In 4 Nephi lezen we over mensen die trouw bleven en van wie het getuigenis toenam. ‘Zij gingen door met vasten en gebed en bleven dikwijls samenkomen om zowel te bidden als het woord des Heren te horen’ (4 Nephi 1:12). Vasten en bidden maken dus deel uit van dat patroon. Voor mij is het gebed een van de aangenaamste en geruststellendste aspecten van het evangelie van Jezus Christus. Vaak zijn we ergens waar we niet hardop kunnen bidden, maar zoals Amulek in Alma 34:27 leert, kunnen we ons hart ‘voortdurend in gebed tot Hem [laten] uitgaan.’

Gekoppeld aan machtig gebed brengt vasten hemelse machten in beweging met onmiddellijke en verstrekkende gevolgen. Soms kan vasten zieken en zwakken een betere gezondheid en meer kracht geven; soms kan vasten hart en verstand ertoe brengen om hulp aan behoeftigen te bieden; soms roept vasten droogte en hongersnood een halt toe. En altijd kan vasten ons vrede schenken — de gemoedsrust dat de Heer ons kent en onze noden en beweegredenen begrijpt.

Het volgende aspect van het patroon is dat ze ‘dikwijls samen[kwamen] om zowel te bidden als het woord des Heren te horen’. In veel landen is naar de kerk gaan vanwege afstanden moeilijk, het vergt grote offers qua tijd en middelen. En toch gaan er op de sabbat overal ter wereld miljoenen heiligen naar de kerk.

Ik wil nog iets aan dat patroon toevoegen — iets waarvan ik geloof dat het ons dicht bij het evangelie houdt. Ik bedoel de tempel. Net zoals we elke week ons doopverbond hernieuwen door aan het avondmaal deel te nemen, herinnert onze deelname aan het tempelwerk ons aan het belang van onze verbonden, die ons wapenen tegen de kwade invloeden van deze wereld.

Bidden en vasten, dikwijls tezamen komen om het woord van God te horen, tempelbezoek, en (ik hoop dat dat vanzelfsprekend voor je is) schriftstudie – die vormen een patroon dat we kunnen en moeten volgen als we trouw en standvastig willen blijven en willen opgroeien in de vreze des Heren.

Foto © Busath.com; illustratie Scott Greer

Afdrukken