2010
Mijn voetbalwens
Februari 2010


Mijn voetbalwens

Ik wilde graag voor een selectie-elftal spelen, maar de prijs was misschien te hoog.

Ik ben gek op voetbal. Ik ben nu veertien en speel al sinds mijn vijfde. Door de voetbalsport heb ik geleerd dat ik me aan hoge normen en waarden moet houden, ook als de beslissingen soms moeilijk zijn. Een van die beslissingen was of ik op zondag zou spelen.

Toen ik negen was, had ik veel respect voor mijn trainer, coach Hashem. Maar ik wilde graag in hetzelfde elftal spelen als een schoolvriend, dus probeerde ik voor dat elftal geselecteerd te worden. Dat elftal was erg goed en ik wist dat als ik ervoor zou worden geselecteerd, ik hard zou moeten trainen en mij helemaal zou moeten geven. Veel jongens wilden voor dat elftal spelen, maar ik kwam gelukkig door verscheidene selectietrainingen heen.

De dag van de laatste selectietraining brak aan. Ik deed mijn uiterste best en dacht dat het erg goed was gegaan. Na de training sprak de trainer met mijn moeder en mij en zei dat hij mij graag wilde selecteren. Ik was heel blij. Maar toen vroeg hij: ‘Kun je op zondag spelen? Dit elftal doet aan verscheidene toernooien mee, en dat houdt in dat we soms op zondag moeten spelen.’

Mijn moeder liet mij de vraag beantwoorden.

‘Nee, meneer. Ik speel niet op zondag.’ Ik wist dat ik het juiste antwoord had gegeven, maar ook dat ik waarschijnlijk niet geselecteerd zou worden.

Die avond kreeg ik ook geen telefoontje dat ik voor het elftal was geselecteerd. Ik was erg teleurgesteld.

Dus speelde ik met veel van mijn vrienden voor een buurtelftal. Het eerste jaar hadden we veel plezier en ook succes. Maar het tweede jaar had het elftal moeite om het koppie bij de wedstrijden te houden. Ik zag het niet meer zitten. Ik deed iedere wedstrijd heel goed mijn best, maar we verloren bijna altijd.

Na een zeer slechte wedstrijd kwam coach Hashem, die een goed elftal had, naar me toe. Hij vroeg hoe het ging. Ik zei: ‘Niet zo goed.’ Ik zei dat ik mijn oude elftal miste. Coach Hashem was een prima trainer die altijd het beste uit zijn spelers haalde.

‘Zou je als gastspeler voor ons elftal willen spelen als we naar het volgende toernooi gaan?’

‘Dat zou ik heel graag willen!’ antwoordde ik enthousiast.

‘Geweldig!’ zei coach Hashem met een glimlach. ‘Maar ik moet je nog één vraag stellen. Kun je op zondag spelen?’ Mijn maag kromp ineen. Ik voelde me misselijk worden. Ik wist nog wat er laatst gebeurd was toen ik die vraag kreeg.

Ik keek naar mijn moeder. Ik keek naar mijn vader. Ook zij stonden op mijn antwoord te wachten. Ik keek naar coach Hashem.

‘Nee, het spijt me. Ik speel niet op zondag’, zei ik. ‘Is dat een probleem?’

Coach Hashem zei even helemaal niets. Hij had de hoopvolle blik in mijn ogen zien verdwijnen toen ik antwoord gaf.

‘Nee, dat is geen probleem’, antwoordde coach Hashem. ‘Wij spelen waarschijnlijk toch niet in de finale op zondag. We zouden het fijn vinden als je bij ons komt spelen.’

Al snel trainde ik met het elftal van coach Hashem mee. Het elftal speelde heel geconcentreerd, en ik werd hartelijk in de groep opgenomen. Ik speelde heel graag met ze samen.

We wonnen niet al onze wedstrijden op het toernooi, maar we deden ons uiterste best en we hadden veel plezier. Al snel had ik een basisplaats in het elftal van coach Hashem. Hoewel ze wisten dat ik niet op zondag speelde, waardeerden ze me voor mijn inbreng tijdens de andere wedstrijden.

Ik ben nu leraar in het Aäronisch priesterschap. Ik voetbal nog steeds en ik speel nog steeds niet op zondag. Dat is voor mij en voor de elftallen waarvoor ik gespeeld heb geen probleem. Ik vind dat we de sabbatdag moeten eerbiedigen en heiligen. Dat betekent voor mij dat ik niet op zondag sport.

Illustratie Creg Stapley

Afdrukken