Ik wilde beslist stoppen
Hoe ik mijn pornoverslaving afschud.
Mijn worsteling met porno begon in mijn jeugd, toen anderen mij in contact brachten met ongepast materiaal en gedrag. Het evangelie maakte toen nog geen belangrijk deel uit van mijn leven. Hoewel mijn ouderlijk gezin wel in mijn jeugdwerktijd naar de kerk was gegaan, waren we daarmee opgehouden tegen de tijd dat ik dertien of veertien was. Als gevolg daarvan speelden de leringen van het evangelie geen grote rol in de beslissingen die ik nam.
Het kwam nooit bij me op om mijn ouders te vertellen waar mijn buren en zogenaamde vrienden me mee kennis lieten maken. Ik was te beschaamd om te vertellen wat ik had gezien en meegemaakt. Ik had geen idee hoe ik ermee om moest gaan. Mijn pornoverslaving zou tientallen jaren mijn geheim blijven.
De invloed van het evangelie
Kort voordat ik mijn middelbareschooldiploma haalde, gebeurde iets dat een klein wonder leek, een gebeurtenis die mijn leven een andere wending zou geven. Ondanks het verschil tussen mijn gedrag en de evangelienormen, gaf ik op een zondagochtend toe aan een sterke ingeving om naar de kerk te gaan en tiende te betalen. Toen ik bij de kerk aankwam, vroeg ik naar mensen die ik kende. Een van de namen die ik noemde, was van de jongemannenpresident toen ik nog diaken was, de laatste keer dat ik naar de kerk was geweest. Hij was nu bisschop van de wijk.
Die fijne bisschop hielp mij om terug te keren naar de kerk. Ik beleed mijn zonden en hij begeleidde me bij het opstellen van een plan van vooruitgang. In de loop van enkele maanden bekeerde ik me. Ik maakte vooruitgang in de priesterschap. Ik kreeg een roeping. In feite ging het zo goed met me dat ik op zending geroepen werd, en ik had mijn verslaving enkele jaren lang in de hand.
Gevangen in het net
Toen ik terugkwam van mijn zending, had ik geen problemen met porno, want ik had er gewoon geen toegang toe. Dat veranderde achterin de jaren negentig toen het internetgebruik zich steeds verder verbreidde. Ik kwam online per ongeluk pornografische afbeeldingen tegen en in de daaropvolgende maanden bezocht ik steeds weer pornosites. Ik zat in het web gevangen.
Ik wilde iemand om hulp vragen, maar ik wist niet goed wie — of hoe. Hoe kon ik het nou met mijn ouders bespreken? Hoe kon ik tegenover mijn bisschop toegeven dat ook al had ik zo veel vooruitgang gemaakt, ik maar niet kon ophouden met dit onzedelijke gedrag? Ik wilde erg graag stoppen, maar ik schaamde me te erg voor mijn zwakheid om iemand in vertrouwen te nemen, en dus hield ik mijn verslaving voor me.
Ik vertelde het zelfs niet aan mijn vrouw, met wie ik in het jaar 2000 was getrouwd. Ik wilde haar over mijn worsteling vertellen toen we nog uitgingen, maar ik was doodsbang dat ze op me zou neerkijken, of erger nog: dat ze niet met me zou willen trouwen. En ik ging daarmee door toen we getrouwd waren. Ik deed allerlei dingen stiekem om te zorgen dat ik niet gesnapt werd. Ik verstopte plaatjes op mijn computer. Toen mijn vrouw me naar bepaalde internetlinks vroeg, ontkende ik te weten waar ze het over had. Zo werkt een verslaving: je wordt een grote leugenaar. Ik wist dat het een wig dreef in ons huwelijk en haar veel verdriet deed, maar ik wilde niet erkennen dat ik een probleem had. Wat ik het belangrijkst vond, was niet mijn gedrag maar hoe mensen mij zagen.
Mijn dubbelleven — en het daaruit voortvloeiende verlies van de Geest — leverde een zwak op voor zonden die steeds erger werden, inclusief ontrouw. Mijn vrouw had sterk de indruk dat er iets mis was en vertelde mij dat. Berouwvol gaf ik toe wat ik had gedaan.
Dat was mijn dieptepunt, het punt waarop ik besefte dat ik moest veranderen. Tegenover mij zat de vrouw van wie ik hield. Zij hield van mij. Ik had haar bedrogen. Ik besloot toen dat ik alles zou doen om onze relatie en ons gezin te redden.
Herstel
Ik begon regelmatig met mijn bisschop te spreken om een bekeringsproces door te maken en kerkelijke discipline te ondergaan. Hij beval aan om naar bijeenkomsten van het verslavingsherstelprogramma van LDS Family Services te gaan. Ik had daar nog nooit van gehoord. Ik vernam dat de groep gratis vertrouwelijke bijeenkomsten hield, gebaseerd op de twaalf stappen van de Anonieme Alcoholisten, aangepast aan de leerstellingen en beginselen van de kerk.
Ik moet toegeven dat ik tijdens de eerste paar bijeenkomsten dacht: ‘Ik hoef hier niet te zijn. Ik heb eigenlijk geen problemen met pornografie. Ik kan stoppen wanneer ik wil.’ Maar dat was uiteraard niet waar.
Aangemoedigd door mijn bisschop, bleef ik gaan. Mijn hoogmoed begon af te nemen en ik begon aan de stappen van het programma te werken: eerlijkheid, hoop, vertrouwen op God, waarheid, belijden, verandering van hart, nederigheid, vergeving vragen, goedmaken en herstellen, dagelijks rekenschap afleggen, persoonlijke openbaring en dienstbaarheid. Voor het eerst in hele lange tijd was ik ‘nuchter’, leidde ik een leven zonder porno. Herstel is echter nooit helemaal ‘voorbij’, maar ik had een nieuw niveau van vrijheid gevonden. En dat kwam doordat ik in de loop van de twaalf stappen ging begrijpen wat er achter mijn verslaving zat.
Ik leerde dat de meeste mensen die met een verslaving worstelen het gebruiken om zichzelf een soort van eigen medicijn toe te dienen om een leegte in hun leven op te vullen. Pijn, verdriet, eenzaamheid, angst of andere soorten ongemak kunnen een aanleiding zijn voor mensen om zichzelf dat medicijn toe te dienen zodat ze zich prettiger gaan voelen. Sommige mensen gebruiken vrij verkrijgbare medicijnen. Andere drugs. Andere mensen nemen alcohol. En voor mij was het porno die de tijdelijke, kunstmatige ‘oplossing’ bood voor wat ik meende nodig te hebben.
Weten wat de aanleiding tot mijn verslaving was, was één stap. Zorgen dat ik omgevingen vermeed die bijdroegen aan mijn verslaving was een volgende stap. Dit houdt in dat ik de rest van mijn leven 24 uur per dag, zeven dagen per week, waakzaam ben. Ik kan niet het internet op gaan om ‘alleen maar wat rond te kijken’. In feite zorg ik ervoor dat ik helemaal niet het internet op ga als ik alleen ben. Ik kan namelijk niet naar een advertentie kijken zonder dat er bepaalde gedachten bij me opkomen. We hebben thuis geen kabeltelevisie. Als ik naar mijn werk ga, vermijd ik bepaalde straten omdat ik weet dat daar grote advertenties langs staan die ongepaste gedachten zouden kunnen opwekken. Als mijn gedachten af beginnen te dwalen, wend ik me om steun tot mijn vrouw, mijn bisschop en gebed.
Mijn verslaving beïnvloedt zelfs de allerkleinste onderdelen van mijn leven, maar de voorzorgsmaatregelen zijn de moeite waard. Ik kan die verdedigingsmaatregelen niet verwaarlozen, want ik weet wat voor uitwerking mijn verslaving op mij en mijn dierbaren heeft.
Vertrouwen op God
Maar het gaat niet alleen om het vermijden van het slechte. Ik moet ook voortdurend bewust moeite doen om me tot het goede te wenden. Enkele van de twaalf stappen hebben mij hiermee geholpen door me dichter tot God te brengen.
Elke dag als ik opsta, dank ik mijn hemelse Vader op mijn knieën voor de kans om me van mijn zonden te bekeren en door de verzoening van zijn Zoon, Jezus Christus, tot Hem te komen. Ik vraag Hem om mij te laten weten wat zijn wil is, zodat ik die kan doen. Ik vraag Hem om mij bij verleiding weg te houden. Ik bid alsof ik elke minuut van de dag op mijn hemelse Vader beroep moet doen — want dat is ook zo — en ik houd dat gebed in de loop van de dag in mijn hart. Ik bid weer elke avond. Ik lees ook elke dag enige tijd in de Schriften zodat ik mijn gedachten op deugdzame zaken kan richten. Als ik van deze dingen geen gewoonte maak, heb ik de Geest niet. En zelf ben ik niet sterk genoeg om verleiding te weerstaan.
Ik heb heel lang geloofd dat ik mijn gedrag kon overwinnen wanneer ik maar wilde, met mijn eigen wilskracht. Maar dat mislukte jammerlijk. Na een tijdje was ik het beu om het in mijn eentje te doen, want ‘in mijn eentje’ werkte het niet. Ik besefte dat ik het benodigde niet kon verwezenlijken zonder hulp van de Heer. Ether 12:27 hielp mij om dit beter te begrijpen. De Heer zegt tegen Moroni: ‘Mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden.’
Toen ik mij eindelijk tot Hem wendde, en nog steeds alles bleef doen wat ik zelf kon (zie 2 Nephi 25:23), besefte ik dat ik met zijn hulp zo veel meer kon zijn en bereiken dan ik ooit op eigen kracht zou kunnen doen (zie Alma 7:14).
Mijn vrouw en ik zijn nu gespreksleiders bij verslavingsherstelbijeenkomsten. Zij heeft geleerd — en helpt nu andere mensen begrijpen — dat de verzoening er niet alleen is voor wie proberen een verslaving te overwinnen, maar ook voor wie er ongewild mee te maken krijgen. Als we ons tot de Heiland wenden, kan zijn genade werkzaam zijn in ons leven.
Tot hen die met een verslaving worstelen, en tot de mensen die zij liefhebben, getuig ik dat er hoop is. Er is altijd hoop in het evangelie van Jezus Christus.
Hoop op de Heiland
Ik ben Jezus Christus erg dankbaar, want Hij heeft mij letterlijk gered uit de kluisters van de zonde. Als je verslaafd bent, is het net alsof je wordt vastgehouden door ketenen ‘die de mensenkinderen kluisteren, zodat zij gevankelijk omlaag worden gevoerd naar de eeuwige afgrond van ellende en wee’ (2 Nephi 1:13). Toen ik besefte dat ik in moeilijkheden verkeerde, wist ik niet tot wie ik me moest wenden. Ik was wanhopig omdat ik in de knel zat en mezelf er niet uit kon bevrijden. Maar de Heer kon dat wél. Toen ik me tot Hem wendde, stond Hij klaar om te helpen.
Ik kan me vinden in de woorden van Ammon: ‘Ja, ik weet dat ik niets ben; wat mijn kracht aangaat, ben ik zwak; daarom zal ik niet op mijzelf roemen, maar ik zal in mijn God roemen, want in zijn kracht vermag ik alle dingen’ (Alma 26:12). Ik weet dat God ons kan helpen met alles, inclusief het overwinnen van de ketenen van een verslaving.