Toenemende zelfredzaamheid in Ecuador
‘Individuele vrijheid en goed burgerschap zijn afhankelijk van het beginsel waarbij iemand wordt geholpen zichzelf vooruit te helpen’, zo sprak president Ezra Taft Benson (1899–1994), dertiende president van de kerk, in 1975 in zijn inaugurele rede van het landbouwinstituut Benson Institute Agriculture and Food Institute and Corporation, een initiatief van Latter-day Saint Charities.
Met die filosofie van zelfredzaamheid als grondslag heeft het Bensoninstituut met duizenden mensen samengewerkt om de voedselproductie, voeding, gezondheid en de kwaliteit van het leven van de armen te verbeteren.
In 2009 reisden medewerkers van het Bensoninstituut naar Ecuador, een land met veel landbouw. Maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is 23 procent van de kinderen onder vijf in dit land met vijftien miljoen inwoners chronisch ondervoed. De inspanningen van het Bensoninstituut zijn erop gericht de armoedecyclus te doorbreken en zo die statistieken naar beneden bij te stellen.
Een vrouw, moeder van zes kinderen, zegt dat het, voordat het Bensoninstituut kwam, moeilijk was om haar gezin te eten te geven: ‘Het is heel verdrietig om als moeder zo arm te zijn dat je je kinderen niet elke dag een maaltijd kan voorzetten of zelfs maar een paar sneetjes brood kan geven.’
De gezinnen die met het instituut samenwerken krijgen onderricht in goede zaaitechnieken, wisselbouw, kleinvee houden, evenwichtige voeding, persoonlijke hygiëne, en de juiste voedselbereiding.
De honger waar velen dagelijks mee te kampen hadden, is door de invoering van nieuwe landbouwtechnieken teruggedrongen. De gezinnen zagen een aanzienlijke toename in voedselproductie, waardoor ze voedsel konden opslaan en hun producten konden verkopen als inkomensbron. Bovendien kregen deze gezinnen een betere gezondheid, doordat zij voedzamere maaltijden en betere sanitaire voorzieningen kregen. Zij eten nu de vruchten van hun arbeid uit hun tuin en krijgen zo de voedingsstoffen binnen waar het hen eerder aan ontbrak.
‘We hadden kinderen die niet goed leerden’, zegt een plaatselijke onderwijzer. ‘Na het project verliep het leren van de kinderen veel beter. Daarvoor hadden we kinderen die vaak ziek waren; daarna werden de kinderen niet meer ziek. Ook vielen er veel in slaap in de les, maar nu zie je dat niet meer gebeuren. Ze zagen er altijd zo moe uit, maar na het project gingen ze er gezonder uitzien en hadden ze meer energie.’
Alle welzijnsinitiatieven van de kerk zijn gebaseerd op bewezen beginselen van zelfredzaamheid. Gekoppeld aan de ervaring en kennis die het instituut in decennia heeft opgebouwd, blijven die initiatieven het leven van tienduizenden mensen wereldwijd tot zegen zijn.